Artikel
1.1
Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a.
wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
b.
Onze minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voorzover het betreft het onderwijs en onderzoek op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
-
c.
universiteit: een universiteit als bedoeld in de onderdelen a en b van de bijlage van de wet;
-
d.
hogeschool: een hogeschool als bedoeld in de onderdelen c, d, e, f en g van de bijlage van de wet;
-
e.
Open Universiteit: de Open Universiteit, genoemd in onderdeel h van de bijlage van de wet;
-
f.
academisch ziekenhuis: een academisch ziekenhuis als bedoeld in onderdeel i van de bijlage van de wet;
-
g.
Centraal register inschrijving: het Centraal register inschrijving hoger onderwijs, bedoeld in artikel 7.52 van de wet;
-
h.
Centraal register opleidingen: het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, bedoeld in artikel 6.13 van de wet;
-
i.
opleiding: een opleiding, opgenomen in het Centraal register opleidingen;
-
j.
opleiding van eerste inschrijving: opleiding waarvoor degene die zich inschrijft het volledige collegegeld als bedoeld in de artikelen 7.43 en 7.44 van de wet heeft voldaan;
-
k.
student: een blijkens het Centraal register inschrijving voor een opleiding van eerste inschrijving ingeschreven student;
-
l.
getuigschrift: een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd afsluitend examen van een opleiding;
-
m.
proefschrift: een proefschrift dan wel een proefontwerp uitmondend in een promotie als bedoeld in artikel 7.18 van de wet;
-
n.
ontwerperscertificaat: een getuigschrift uitgereikt aan een technologisch ontwerper, met dien verstande dat de desbetreffende ontwerpersopleiding door een door Onze minister aangewezen, door de openbare universiteiten te Groningen, Delft, Eindhoven en Enschede gezamenlijk ingestelde, commissie dient te zijn gecertificeerd;
-
o.
accountant: een door het instellingsbestuur aangewezen accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.