Wet van 8 oktober 1992, houdende bepalingen met betrekking tot het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de versterking van de kwaliteit, het vernieuwend vermogen alsmede de maatschappelijke gerichtheid van het bestel van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wenselijk is de zelfstandigheid van de instellingen te vergroten en daartoe de toedeling van bevoegdheden aan de rijksoverheid en de desbetreffende instellingen te herzien;
dat het voorts gewenst is dat de bestuurlijke betrekkingen die de rijksoverheid onderhoudt met die instellingen zo goed mogelijk op elkaar zijn afgestemd;
dat het daarvoor wenselijk is de afzonderlijke regelingen op het gebied van het bestel van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek samen te voegen tot een Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Titel

1

Definities en taakomschrijving

Artikel

1.1

Begripsbepalingen

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en, voorzover het betreft het onderwijs en het onderzoek op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

  • b.

    hoger onderwijs: wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs;

  • c.

    wetenschappelijk onderwijs: onderwijs dat is gericht op de voorbereiding tot de zelfstandige beoefening van de wetenschap of de beroepsmatige toepassing van wetenschappelijke kennis en dat het inzicht in de samenhang van de wetenschappen bevordert;

  • d.

    hoger beroepsonderwijs: onderwijs dat is gericht op de overdracht van theoretische kennis en op de ontwikkeling van vaardigheden in nauwe aansluiting op de beroepspraktijk;

  • e.

    initieel onderwijs: hoger onderwijs dat aansluit op de tweede fase van het voortgezet onderwijs;

  • f.

    instelling: een instelling als bedoeld in artikel 1.2;

  • g.

    instelling voor hoger onderwijs: een instelling als bedoeld in artikel 1.2, onder a of b;

  • h.

    openbare instelling: een instelling die uitgaat van de overheid;

  • i.

    bijzondere instelling: een instelling die uitgaat van een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid;

  • j.

    instellingsbestuur:

    • -

      voorzover het een bijzondere instelling betreft: het bestuur van de rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid waarvan die instelling uitgaat;

    • -

      voorzover het een openbare instelling, uitgaande van een gemeente, betreft: het college van burgemeester en wethouders voorzover de raad niet anders bepaalt en, indien de raad dit wenselijk acht, met inachtneming van door hem te stellen regelen;

    • -

      voorzover het een openbare instelling betreft, uitgaande van een openbaar lichaam ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling: het krachtens de desbetreffende regeling bevoegde orgaan;

    • -

      voorzover het een openbare instelling, uitgaande van het Rijk, betreft: Onze minister;

    • -

      voorzover het een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid betreft: het ingevolge deze wet terzake bevoegde orgaan;

  • k.

    studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar;

  • l.

    inspectie: de inspectie, bedoeld in artikel 5.1;

  • m.

    opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.3;

  • n.

    duale opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.7, tweede lid, of artikel 7.7a ;

  • o.

    faculteit der geneeskunde: de faculteit waarin de opleiding voor het beroep van arts is ingesteld;

  • p.

    waarborgfonds: het fonds bedoeld in artikel 2.15;

  • q.

    Informatie Beheer Groep: de Informatie Beheer Groep, genoemd in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank.

Artikel

1.2

Reikwijdte

Deze wet heeft betrekking op:

  • a.

    de in artikel 1.8 bedoelde universiteiten, hogescholen en de Open Universiteit,

  • b.

    universiteiten en hogescholen die krachtens artikel 6.9 zijn aangewezen,

  • c.

    de in artikel 1.13, eerste lid, bedoelde academische ziekenhuizen, en

  • d.

    de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam en de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage.

Artikel

1.3

Universiteiten, hogescholen en de Open Universiteit

Artikel

1.4

Academische ziekenhuizen

Artikel

1.5

Instellingen voor wetenschappelijk onderzoek

Artikel

1.6

Academische vrijheid

Aan de instellingen wordt de academische vrijheid in acht genomen.

Artikel

1.7

Richtlijnen ethiek

Het instellingsbestuur stelt richtlijnen vast met betrekking tot de ethische aspecten verbonden aan de werkzaamheden van de instelling. Het stelt die richtlijnen niet vast dan na het advies te hebben ingewonnen van een door hem daartoe ingestelde commissie. Indien ten behoeve van de werkzaamheden van de instelling gebruik wordt gemaakt van dieren dan wel mensen voor proeven, onderscheidenlijk voor demonstraties of proeven, hebben de richtlijnen daar mede betrekking op.

Titel

2

De instellingen

Paragraaf

1

Bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Artikel

1.8

Opsomming bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Artikel

1.9

Bekostiging en getuigschriften

Artikel

1.10

Aard bepalingen

Paragraaf

2

Aangewezen instellingen voor hoger onderwijs

Artikel

1.11

Aangewezen instellingen voor hoger onderwijs

Andere instellingen voor hoger onderwijs dan die genoemd in de bijlage van deze wet, kunnen worden aangewezen.

Artikel

1.12

Titulatuur en getuigschriften aangewezen instellingen

Paragraaf

3

Academische ziekenhuizen

Artikel

1.13

Academische ziekenhuizen; rechtspersoonlijkheid

Artikel

1.14

Bekostiging academische ziekenhuizen

Paragraaf

4

Instellingen voor wetenschappelijk onderzoek

Artikel

1.16

Rechtspersoonlijkheid KNAW en KB

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en de Koninklijke Bibliotheek bezitten rechtspersoonlijkheid.

Artikel

1.17

Bekostiging

Titel

3

Kwaliteitszorg

Artikel

1.18

Kwaliteitszorg

Hoofdstuk

2

Planning en bekostiging

Artikel

2.1

Reikwijdte

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de bekostigde universiteiten, hogescholen en de Open Universiteit alsmede op de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en de Koninklijke Bibliotheek, met dien verstande dat artikel 2.13 en titel 5 niet van toepassing zijn en dat artikel 2.15 uitsluitend van toepassing is op de hogescholen. Op de academische ziekenhuizen zijn uitsluitend de artikelen 2.10, 2.12 en 2.13 en titel 5 van toepassing.

Titel

1

Planning

Artikel

2.2

Instellingsplan

Het instellingsbestuur stelt om het jaar een plan met betrekking tot de instelling vast. Het plan geeft een omschrijving van de inhoud en de specificatie van het voorgenomen beleid van de instelling voor die periode. In het plan wordt aandacht besteed aan de voornemens in verband met de bevordering van de kwaliteit van het onderwijs en het verbeteren van de inrichting van de opleidingen aan de instelling. Het instellingsbestuur maakt het plan openbaar.

Artikel

2.3

Hoger onderwijs- en onderzoekplan

Artikel

2.4

Vaststelling hoger onderwijs- en onderzoekplan

Titel

2

Bekostiging

Artikel

2.5

Rijksbijdrage

Artikel

2.6

Algemene berekeningswijze

Artikel

2.7

Mededeling geraamde en bekendmaking vastgestelde rijksbijdrage

Artikel

2.7a

Aanvullende rijksbijdrage in verband met kwaliteit en studeerbaarheid

Vervallen

Artikel

2.8

Begroting

Artikel

2.9

Verslaglegging

Artikel

2.10

Informatieplicht en doelmatigheidscontrole ministeriële accountant

De accountant die door Onze minister is belast met het onderzoek van de ministeriële jaarrekening, heeft met het oog op het verrichten van dat onderzoek toegang tot elke instelling. De accountant kan door Onze minister tevens worden belast met een onderzoek naar de doelmatigheid van het beheer van de instelling. Aan de accountant worden alle inlichtingen verstrekt die hij voor de uitvoering van zijn taak nodig oordeelt.

Artikel

2.11

Bijzondere bepalingen universitaire eerstegraadslerarenopleidingen

Artikel

2.12

Bijzondere bepaling academische ziekenhuizen

Het bestuur van een in artikel 1.13, eerste lid, bedoelde universiteit betaalt, zodra de in artikel 2.5 bedoelde betaling van de rijksbijdrage dan wel betaling van een voorschot daarop is ontvangen, aan het met dieuniversiteit verbonden academisch ziekenhuis onverwijld het gedeelte van de rijksbijdrage waarop het academisch ziekenhuis op grond van artikel 1.14, eerste lid, aanspraak heeft.

Artikel

2.13

Buitengebruikstelling gebouwen en terreinen

Titel

3

Richtlijn

Artikel

2.14

Richtlijn

Onze minister kan een richtlijn vaststellen voor de inrichting van de begroting en het verslag.

Titel

4

Bijzondere bepalingen in verband met investeringen en leningen

Artikel

2.15

Waarborgfonds hogescholen

Artikel

2.16

Opheffing instellingen

Artikel

2.17

Beheer van de middelen

Het instellingsbestuur beheert de middelen van de instelling op zodanige wijze dat een behoorlijke exploitatie en het voortbestaan van de instelling zijn verzekerd.

Titel

5

Subsidiëring academische ziekenhuizen ten behoeve van de educatieve voorziening

Artikel

2.18

Subsidie educatieve voorziening

Artikel

2.19

Begroting en verslaglegging

Met betrekking tot de educatieve voorziening, bedoeld in artikel 1.4, tweede lid, stelt het bestuur van een academisch ziekenhuis dan wel het bestuur van de rechtspersoon die de educatieve voorziening in stand houdt, jaarlijks voor 1 juli een begroting voor het volgende jaar en een jaarverslag over het afgelopen jaar vast en zendt die aan Onze minister. Onze minister kan een richtlijn vaststellen voor de inrichting van de begroting en het jaarverslag.

Artikel

2.20

Controle en terugvordering

Hoofdstuk

3

Overleg

Artikel

3.1

Algemeen overleg

Artikel

3.3

Overleg met studentenorganisaties

Hoofdstuk

4

Het personeel

Artikel

4.1

Reikwijdte

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de bekostigde universiteiten en hogescholen en de Open Universiteit alsmede op de academische ziekenhuizen, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en de Koninklijke Bibliotheek, met uitzondering van artikel 4.2, derde tot en met vijfde lid, dat uitsluitend betrekking heeft op de bekostigde universiteiten en hogescholen en de Open Universiteit.

Artikel

4.2

Personeelsbeleid

Artikel

4.3

Georganiseerd overleg

Over aangelegenheden van algemeen belang voor de algemene rechtstoestand van het personeel van de instellingen wordt door Onze minister overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels overleg gevoerd met de daarvoor in aanmerking komende vakorganisaties van overheids- en onderwijspersoneel. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden tevens de gevallen bepaald waarin in dat overleg overeenstemming met de vakorganisaties dient te worden bereikt.

Artikel

4.4

Vervallen

Artikel

4.5

Regeling van de rechtspositie

Artikel

4.6

Vervallen

Artikel

4.7

Commissies van beroep personeel bijzondere instellingen

Hoofdstuk

5

Het toezicht

Artikel

5.1

Opdracht tot toezicht, inspectie

Artikel

5.2

Uitoefening toezicht door inspectie

Artikel

5.3

Commissies van onafhankelijke deskundigen

Artikel

5.4

Toegang en inlichtingen inspectie en leden commissies

Vervallen

Artikel

5.5

Uitoefening toezicht in overleg met andere ministers

Bij de uitoefening van het toezicht op opleidingen, gericht op een beroep waarvoor bij of krachtens de wet vereisten zijn gesteld ten aanzien van de kennis, het inzicht en de vaardigheden die betrokkenen zich op grond van de opleiding tot dat beroep moeten hebben verworven, pleegt de inspectie overleg met door Onze minister welke het aangaat, aangewezen ambtenaren.

Hoofdstuk

6

Onderwijsaanbod

Artikel

6.1

Reikwijdte

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de bekostigde universiteiten en hogescholen en de Open Universiteit, met uitzondering van titel 4, en wat betreft de titels 2 en 3, op universiteiten en hogescholen die ingevolge artikel 6.9 zijn aangewezen.

Titel

1

Opleidingen bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Artikel

6.2

Onderwijsaanbod

Het instellingsbestuur neemt bij de instelling van nieuwe opleidingen en de beëindiging van bestaande opleidingen in acht een doelmatige taakverdeling tussen de instellingen, gelet op het geheel van de voorzieningen op het gebied van het hoger onderwijs.

Artikel

6.3

Adviescommissie onderwijsaanbod

Artikel

6.4

Onthouding rechten ten aanzien van nieuwe opleidingen

Artikel

6.5

Ontneming rechten ten aanzien van bestaande opleidingen

Artikel

6.6

Procedure ontneming rechten aan bestaande opleidingen

Artikel

6.7

Waarschuwing

Vervallen

Artikel

6.8

Onthouding rechten aan nieuwe opleidingen

Onze minister kan besluiten dat ten aanzien van een nieuwe opleiding de rechten, genoemd in artikel 1.9, eerste en tweede lid, onthouden worden indien uit de gegevens betreffende de aanmelding voor registratie, bedoeld in artikel 6.14, blijkt dat de instelling voornemens is een opleiding te verzorgen die geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een opleiding, verzorgd door diezelfde instelling, die op de grond, genoemd in artikel 6.5, eerste lid, onder a, is beëindigd. Artikel 6.4, tweede lid, is van toepassing.

Titel

2

Aanwijzing en intrekking aanwijzing van niet bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Artikel

6.9

Aanwijzing van instellingen

Artikel

6.10

Ontneming rechten verbonden aan de aanwijzing van bestaande opleidingen

Artikel

6.11

Onthouding rechten verbonden aan de aanwijzing van nieuwe opleidingen

Onze minister kan besluiten dat ten aanzien van een nieuwe opleiding de rechten, genoemd in artikel 1.12, eerste lid, worden onthouden:

  • a.

    indien die opleiding niet kan worden beschouwd als wetenschappelijk onderwijs of hoger beroepsonderwijs, dan wel

  • b.

    indien uit de gegevens betreffende de aanmelding voor registratie, bedoeld in artikel 6.14, blijkt dat de instelling voornemens is een opleiding te verzorgen, die geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een door diezelfde instelling verzorgde opleiding die op grond van artikel 6.10, eerste lid, onder a, is beëindigd.

Artikel

6.12

Intrekking aanwijzing instelling

Titel

3

Het Centraal register opleidingen hoger onderwijs

Artikel

6.13

Het Centraal register opleidingen hoger onderwijs

Artikel

6.14

De registratieprocedure

Artikel

6.15

Beëindiging registratie

Titel

4

Artikel

6.16

Bijzondere bepalingen voortgezette kunstopleidingen en voortgezette opleidingen bouwkunst

Hoofdstuk

7

Onderwijs

Artikel

7.1

Reikwijdte

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de bekostigde universiteiten en hogescholen en de Open Universiteit, met uitzondering van artikel 7.17, en wat betreft de titels 1, 2 en 2a, met uitzondering van artikel 7.17, op universiteiten en hogescholen die ingevolge artikel 6.9 zijn aangewezen.

Titel

1

Het onderwijs, de examens en de promoties

Paragraaf

1

Het onderwijs en de examens

Artikel

7.2

Taal

Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd:

  • a.

    wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft,

  • b.

    wanneer het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent gegeven wordt, of

  • c.

    indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode.

Artikel

7.3

Opleidingen en onderwijseenheden

Artikel

7.4

Studielast en studiepunten

Artikel

7.5

Verzorging van universitaire eerstegraads lerarenopleidingen; bijzondere voorwaarden

Artikel

7.6

Beroepsvereisten

Artikel

7.7

Voltijdse en deeltijdse inrichting van opleidingen; duale inrichting van opleidingen aan hogescholen

Artikel

7.7a

Duale inrichting van opleidingen aan universiteiten

Artikel

7.8

Propedeutische fase en propedeutisch examen

Artikel

7.8a

Kandidaatsfase en kandidaatsexamen in het wetenschappelijk onderwijs

Artikel

7.8b

Studieadvies propedeutische fase

Artikel

7.9

Verwijzing in postpropedeutische fase

Artikel

7.9a

Studievoortgangscontrole tempobeurs

Artikel

7.9b

Studievoortgangscontrole eerste jaar prestatiebeurs

Artikel

7.9d

Met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen

Het instellingsbestuur doet voor het einde van de tweede maand volgend op de maand waarin een student, bedoeld in de artikelen 5.5 of 5.7 van de Wet studiefinanciering 2000, het afsluitend examen met goed gevolg heeft afgelegd, daarvan mededeling aan de Informatie Beheer Groep. Het stuurt gelijktijdig met die mededeling bericht van het verzenden daarvan aan de betrokkene.

Artikel

7.9e

Aanleveren gegevens vrijstelling op grond van artikel 7.31a

Het instellingsbestuur van een op grond van artikel 6.9 aangewezen instelling doet voor het einde van de tweede maand, volgend op de maand waarin een student op grond van artikel 7.31a vrijstelling heeft gekregen van het afleggen van tentamens, daarvan mededeling aan de Informatie Beheer Groep. Het stuurt gelijktijdig met die mededeling bericht van het verzenden daarvan aan de betrokkene.

Artikel

7.9f

Aanleveren gegevens duale opleiding

Vervallen

Artikel

7.10

Examens en tentamens

Artikel

7.11

Getuigschriften en verklaringen

Artikel

7.12

Examencommissie en examinatoren

Artikel

7.13

Onderwijs- en examenregeling

Artikel

7.14

Beoordeling onderwijs- en examenregeling

Het instellingsbestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de onderwijs- en examenregeling en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit.

Artikel

7.15

Openbaarheid onderwijsaanbod

Het instellingsbestuur draagt er zorg voor dat tijdig voor de aanvang van het studiejaar en zodanig dat de aanstaande student zich een goed oordeel kan vormen omtrent de inhoud en de inrichting van het onderwijs en de examens, openbaar worden gemaakt:

  • a.

    het onderwijsaanbod,

  • b.

    de hoofdlijnen van de onderwijs- en examenregelingen,

  • c.

    ten aanzien van welke opleidingen een afwijzing verbonden kan worden aan het advies, bedoeld in artikel 7.8b, en ten aanzien van welke opleidingen een verwijzing als bedoeld in artikel 7.9, eerste lid, kan plaatsvinden, en

  • d.

    de nadere regels, bedoeld in de artikelen 7.8b, zesde lid, en 7.9, vijfde lid.

Artikel

7.16

Bijzondere voorschriften lerarenopleidingen

Paragraaf

2

Gemeente van vestiging

Artikel

7.17

Gemeente van vestiging

Paragraaf

3

De promoties

Artikel

7.18

Doctoraten, toegang en inrichting promotie

Artikel

7.19

Promotiereglement

Paragraaf

4

Titulatuur

Artikel

7.20

Titels ir., ing., mr., drs. en bc.

Artikel

7.20a

De titel kand.

Artikel

7.21

Titels Master en Bachelor

Artikel

7.22

Titel dr.

Artikel

7.23

Buiten Nederland verkregen titels

Titel

2

Vooropleidingseisen

Artikel

7.24

Vooropleidingseisen

Artikel

7.25

Nadere vooropleidingseisen

Artikel

7.26

Aanvullende eisen

Artikel

7.26a

Aanvullende eisen voor opleidingen en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst

Artikel

7.27

Eisen werkkring

Het instellingsbestuur kan met het oog op de inschrijving voor een deeltijdse opleiding aan een universiteit of aan een hogeschool eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van de opleiding stellen indien de desbetreffende werkzaamheden in de onderwijs- en examenregeling als onderwijseenheden zijn aangemerkt.

Artikel

7.28

Vrijstelling op grond van andere diploma’s

Artikel

7.29

Vrijstelling op grond van toelatingsonderzoek

Artikel

7.30

Postpropedeutische fase

Artikel

7.31

Lerarenopleidingen speciaal onderwijs, universitaire lerarenopleidingen, opleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in algemene vakken, hogere kaderopleiding pedagogiek, voortgezette kunstopleidingen en voortgezette opleidingen bouwkunst

TITEL

2A

VRIJSTELLING VAN HET AFLEGGEN VAN TENTAMENS OP GROND VAN HET BEZIT VAN EEN DIPLOMA BEROEPSONDERWIJS

Artikel

7.31a

Vrijstelling op grond van verwante opleidingen in het beroepsonderwijs

Artikel

7.31b

Toegang tot onderdelen van het afsluitend examen

Met inachtneming van het terzake bepaalde in de onderwijs- en examenregeling heeft de student die met toepassing van artikel 7.31a is vrijgesteld van het afleggen van tot het propedeutisch examen behorende tentamens, in afwijking van artikel 7.30, eerste lid, toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen, voordat hij het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd.

Titel

3

Studenten en extraneï

Paragraaf

1

Inschrijving

Artikel

7.32

Algemene bepaling inschrijving

Artikel

7.33

Procedure inschrijving

Artikel

7.34

Rechten inschrijving als student

Artikel

7.35

Rechten inschrijving als auditor

Vervallen

Artikel

7.37

Voorwaarden inschrijving

Artikel

7.38

Inschrijvingsduur

Vervallen

Artikel

7.39

Omrekening voltijdse en deeltijdse inschrijvingsduur en inpassing OU

Vervallen

Artikel

7.40

Berekening verbruikte inschrijvingsduur

Vervallen

Artikel

7.41

Inschrijvingsduur opleidingen artikel 7.4, vierde lid, eerste en derde volzin, en vijfde lid, eerste en derde volzin

Vervallen

Artikel

7.42

Procedure beëindiging inschrijving

Paragraaf

2

Eigen bijdragen

Artikel

7.43

Collegegeld voor voltijdse opleidingen

Artikel

7.44

Collegegeld voor deeltijdse en duale opleidingen

Artikel

7.45

Examengeld extraneus

Artikel

7.46

Overige bijdragen

Artikel

7.47

Voldoening collegegeld

Artikel

7.48

Vermindering en vrijstelling wettelijk collegegeld

Artikel

7.49

Terugbetaling wettelijk collegegeld

Artikel

7.50

Cursusgeld Open Universiteit

Artikel

7.51

Financiële ondersteuning studenten (afstudeerfonds)

Artikel

7.51a

Financiële ondersteuning studenten (studiefonds)

Paragraaf

3

Centraal register inschrijving hoger onderwijs

Artikel

7.52

Centraal register inschrijving hoger onderwijs

Paragraaf

4

Bijzondere bepalingen inschrijving

Artikel

7.53

Beperking eerste inschrijving op grond van beschikbare onderwijscapaciteit

Artikel

7.54

Beperking inschrijving voor de postpropedeutische fase

Het instellingsbestuur kan, indien het van oordeel is dat de onderwijscapaciteit, die voor de postpropedeutische fase van een opleiding, waarvoor een beperking van de eerste inschrijving is vastgesteld, niet toereikend is voor een onbeperkte inschrijving, besluiten inschrijving voor de postpropedeutische fase van die opleiding te weigeren aan hen, die niet reeds ingeschreven zijn geweest aan die aan de instelling verbonden opleiding.

Artikel

7.54a

Door vernummering vervallen.

Artikel

7.55

Beperking inschrijving OU op grond van beschikbare organisatorische en technische capaciteit

Het instellingsbestuur van de Open Universiteit kan de inschrijvingsmogelijkheid voor een bepaalde opleiding of onderwijseenheid opschorten voorzover en voor zolang de organisatorische en technische capaciteit voor het verzorgen van deze opleiding of onderwijseenheid daartoe naar zijn oordeel noodzaakt. Met inachtneming van de in de eerste volzin bedoelde beperkingen geschiedt de inschrijving in de volgorde van aanmelding voor de desbetreffende opleiding of onderwijseenheid, volgens door het instellingsbestuur vast te stellen regels van procedurele aard.

Artikel

7.56

Beperking inschrijving universiteiten en hogescholen op grond van de behoefte van de arbeidsmarkt

Artikel

7.56a

Beperking inschrijving opleidingen en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst op grond van de behoefte van de arbeidsmarkt

Artikel

7.57

Identificatie opleidingen

Paragraaf

4a

Regels voor de selectie van studenten voor opleidingen met een toelatingsbeperking

Artikel

7.57a

Algemeen

Artikel

7.57b

Voorbereiding afgifte bewijzen van toelating

Artikel

7.57c

Afgifte bewijzen van toelating

Artikel

7.57d

Afgifte bewijzen van toelating voor dezelfde opleiding aan meer dan een universiteit

Artikel

7.57e

Selectie door instellingen

Artikel

7.57f

Beperkingen van deelname aan de selectieprocedure

Artikel

7.57g

Afwijkende bezwaar- en reactietermijnen

In afwijking van de artikelen 6:7 en 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn twee weken voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een besluit van de Informatie Beheer Groep inzake afgifte van een bewijs van toelating, onderscheidenlijk vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift voor de beslissing van de Informatie Beheer Groep.

Paragraaf

5

Overige bepalingen

Artikel

7.57h

Huisregels en ordemaatregelen

Het instellingsbestuur kan voorschriften geven en maatregelen nemen met betrekking tot de goede gang van zaken in de gebouwen en terreinen van de instelling. Die maatregelen kunnen inhouden dat aan degene die de bedoelde voorschriften heeft overtreden, de toegang tot die gebouwen en terreinen geheel of gedeeltelijk voor de tijd van ten hoogste een jaar wordt ontzegd.

Artikel

7.58

Afgifte getuigschrift

Artikel

7.59

Studentenstatuut

Titel

4

Rechtsbescherming van studenten en extraneï

Paragraaf

1

College van beroep voor de examens

Artikel

7.60

College van beroep voor de examens

Artikel

7.61

Bevoegdheid college van beroep voor de examens

Artikel

7.62

Reglement van orde

Artikel

7.63

Inlichtingenplicht

De organen en personeelsleden alsmede de examinatoren van de instelling verstrekken aan het college van beroep de gegevens die dit college voor de uitvoering van zijn taak nodig oordeelt.

Paragraaf

2

College van beroep voor het hoger onderwijs

Artikel

7.64

College van beroep voor het hoger onderwijs

Artikel

7.65

Benoeming en ontslag leden en plaatsvervangende leden

Artikel

7.66

Bevoegdheid college van beroep voor het hoger onderwijs

Paragraaf

3

Colleges van beroep bijzonder onderwijs

Artikel

7.68

Colleges van beroep bijzonder onderwijs

Hoofdstuk

8

Samenwerking bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Artikel

8.1

Samenwerking bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Hoofdstuk

9

Het bestuur en de inrichting van de universiteiten

TITEL

1

HET BESTUUR EN DE INRICHTING VAN DE OPENBARE UNIVERSITEITEN

Artikel

9.1

Reikwijdte

Deze titel heeft betrekking op de openbare universiteiten.

Paragraaf

1

Het bestuur van de universiteit

Artikel

9.2

Algemene bevoegdheden college van bestuur

Artikel

9.3

Samenstelling college van bestuur; rechtspositie leden

Artikel

9.4

Bestuurs- en beheersreglement

Het college van bestuur stelt een bestuurs- en beheersreglement ter regeling van het bestuur, het beheer en de inrichting van de universiteit vast.

Artikel

9.5

Richtlijnen aan decanen

Het college van bestuur kan richtlijnen vaststellen met het oog op de organisatie en coördinatie van de uitoefening van de in de artikelen 9.14, derde lid, en 9.15, eerste lid, bedoelde bevoegdheden.

Artikel

9.6

Verantwoordings- en inlichtingenplicht college van bestuur

Artikel

9.7

Samenstelling raad van toezicht

Artikel

9.8

Taken en bevoegdheden raad van toezicht

Artikel

9.9

Verantwoordings- en inlichtingenplicht raad van toezicht

Artikel

9.10

College voor promoties

Paragraaf

2

Onderwijs en wetenschapsbeoefening

Artikel

9.11

Faculteiten en opleidingen

In het bestuurs- en beheersreglement wordt bepaald welke faculteiten of faculteit een universiteit omvat. Tevens wordt in dat reglement vermeld welke opleidingen in die faculteiten of faculteit zijn ingesteld.

Artikel

9.12

Faculteit; decaan

Artikel

9.13

Benoeming en ontslag decaan

Artikel

9.14

Taken en bevoegdheden decaan algemeen; faculteitsreglement

Artikel

9.15

Overige taken en bevoegdheden decaan

Artikel

9.16

Verantwoordings- en inlichtingenplicht decaan

De decaan is verantwoording verschuldigd aan het college van bestuur. Hij verstrekt het college de gevraagde inlichtingen omtrent de faculteit.

Artikel

9.17

Bestuur opleidingen

Artikel

9.18

Opleidingscommissies

Artikel

9.19

Verantwoordelijkheden en rechten hoogleraren

Paragraaf

3

Onderzoekinstituten en onderzoekscholen

Artikel

9.20

Onderzoekinstituten en onderzoekscholen binnen een faculteit

Artikel

9.21

Onderzoekinstituten en onderzoekscholen tussen twee of meer faculteiten binnen een universiteit

Artikel

9.22

Interne verzelfstandiging van onderzoekinstituten en onderzoekscholen

Artikel

9.23

Onderzoekinstituten en onderzoekscholen tussen twee of meer universiteiten

Paragraaf

4

Schorsing en vernietiging besluiten faculteit en voorziening bij verwaarlozing bestuur faculteit

Artikel

9.24

Schorsing en vernietiging besluiten decaan en examencommissies

Artikel

9.25

Gevolgen schorsing en vernietiging

Vervallen

Artikel

9.26

Voorziening na schorsing of vernietiging; termijn

Vervallen

Artikel

9.27

Voorziening bij verwaarlozing bestuur faculteit of deel daarvan

Paragraaf

5

Klachtrecht studenten

Artikel

9.28

Collectief recht van beklag voor studenten

TITEL

2

MEDEZEGGENSCHAP BINNEN DE OPENBARE UNIVERSITEITEN

Artikel

9.29

Reikwijdte

Deze titel heeft betrekking op de openbare universiteiten.

Artikel

9.30

Keuze uit medezeggenschapsstelsels

Artikel

9.30a

Instemmingsbevoegdheid gezamenlijke vergadering personeel/studenten

Paragraaf

1

Medezeggenschap binnen de universiteit

Artikel

9.31

Universiteitsraad

Artikel

9.32

Algemene bevoegdheden en taken universiteitsraad en raadsleden

Artikel

9.33

Instemmingsbevoegdheid universiteitsraad

Het college van bestuur behoeft de voorafgaande instemming van de universiteitsraad voor elk door het college van bestuur te nemen besluit met betrekking tot ten minste de vaststelling of wijziging van:

  • a.

    het instellingsplan, bedoeld in artikel 2.2,

  • b.

    de vormgeving van het systeem van kwaliteitszorg overeenkomstig artikel 1.18, eerste lid, alsmede het voorgenomen beleid in het licht van de uitkomsten van de kwaliteitsbeoordeling, bedoeld in artikel 2.9, tweede lid tweede volzin,

  • c.

    het studentenstatuut, bedoeld in artikel 7.59,

  • d.

    het bestuurs- en beheersreglement, bedoeld in artikel 9.4,

  • e.

    regels op het gebied van de arbeidsomstandigheden,

  • f.

    de keuze uit medezeggenschapsstelsels, bedoeld in artikel 9.30, eerste lid, en

  • g.

    het beleid van het instellingsbestuur bij de toepassing van artikel 7.51, en de regels, bedoeld in het vijfde lid van dat artikel.

Artikel

9.34

Reglement universiteitsraad

Artikel

9.35

Advies

Indien een te nemen besluit op grond van het bepaalde in het reglement van de universiteitsraad, krachtens artikel 9.34, derde lid onderdeel b, vooraf voor advies dient te worden voorgelegd aan de raad, draagt het college van bestuur er zorg voor dat:

  • a.

    advies wordt gevraagd op een zodanig tijdstip dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming,

  • b.

    de raad in de gelegenheid wordt gesteld met hem overleg te voeren voordat advies wordt uitgebracht,

  • c.

    de raad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis wordt gesteld van de wijze waarop aan het uitgebrachte advies gevolg wordt gegeven, en

  • d.

    de raad, indien het college van bestuur het advies niet of niet geheel wil volgen, in de gelegenheid wordt gesteld nader overleg met hem te voeren alvorens het besluit definitief wordt genomen.

Artikel

9.36

Bijzondere bevoegdheden

Paragraaf

2

Medezeggenschap binnen de faculteit

Artikel

9.37

Faculteitsraad

Artikel

9.38

Instemmingsbevoegdheid faculteitsraad

De decaan behoeft de voorafgaande instemming van de faculteitsraad voor elk door hem te nemen besluit met betrekking tot ten minste de vaststelling of wijziging van:

  • a.

    het faculteitsreglement, bedoeld in artikel 9.14, en

  • b.

    de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, met uitzondering van de onderwerpen, genoemd in het tweede lid, onder a tot en met g.

Paragraaf

3

Geschillen inzake medezeggenschap

Artikel

9.39

Commissie voor geschillen

Artikel

9.40

Competentie commissie voor geschillen

Artikel

9.41

Geschil instemmingsbevoegdheid

Artikel

9.42

Geschil inhoud reglement voor de universiteitsraad

Artikel

9.43

Geschil adviesbevoegdheid

Artikel

9.44

Geschil interpretatie

Op een verzoek als bedoeld in artikel 9.40, eerste lid onderdeel d, doet de commissie voor geschillen de bindende uitspraak welke interpretatie aan het bepaalde bij of krachtens deze titel dan wel het bepaalde in het reglement, bedoeld in artikel 9.34, dient te worden gegeven.

Artikel

9.45

Nadere geschillen

Indien in het reglement, bedoeld in artikel 9.34, ingevolge de toepassing van het derde lid onderdeel l van dat artikel, geschillen worden aangegeven en indien het reglement van de commissie voor geschillen daarvoor de mogelijkheid biedt, kunnen deze geschillen aan de commissie worden voorgelegd overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in het reglement, bedoeld in artikel 9.34.

Paragraaf

4

Overige bepalingen

Artikel

9.46

Procesbevoegdheid universiteitsraad

Artikel

9.47

Commissies

Artikel

9.48

Voorzieningen en scholing

Paragraaf

5

Medezeggenschap binnen onderzoekinstituten en onderzoekscholen

Artikel

9.49

Medezeggenschapsraad onderzoekinstituten en onderzoekscholen

De paragrafen 1 tot en met 4 van deze titel zijn van overeenkomstige toepassing op de onderzoekinstituten en onderzoekscholen waarvan ingevolge artikel 9.23 het bestuur is belast met de beheerstaken.

Paragraaf

6

Medezeggenschap binnen centrale diensten

Artikel

9.50

Dienstraad t.b.v. centrale diensten

Paragraaf

7

Afwijking van titel 1 of titel 2

Artikel

9.50a

Afwijking van een of meer onderdelen van titel 1 of titel 2

Titel

3

HET BESTUUR EN DE INRICHTING VAN EN DE MEDEZEGGENSCHAP BINNEN DE BIJZONDERE UNIVERSITEITEN

Artikel

9.51

Structuurregeling bijzondere universiteiten, inlichtingenplicht

Titel

4

Bijzonder onderwijs aan openbare universiteiten

Paragraaf

1

De kerkelijke hoogleraren

Artikel

9.52

Kerkelijke hoogleraren

Paragraaf

2

De bijzondere leerstoelen

Artikel

9.53

Bevoegdverklaring tot vestiging bijzondere leerstoel

Het college van bestuur van een openbare universiteit kan, na raadpleging van het college voor promoties, bedoeld in artikel 9.10, een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid bevoegd verklaren bij die universiteit een bijzondere leerstoel te vestigen. Het besluit vermeldt de faculteit waarbij en het wetenschapsgebied waarin door de bijzondere hoogleraar onderwijs zal worden gegeven.

Artikel

9.54

Indiening verzoek bevoegdverklaring

Artikel

9.55

Vereisten bijzonder hoogleraarschap

Artikel

9.56

Toegankelijkheid onderwijs bijzonder hoogleraar

Het onderwijs, gegeven door een bijzonder hoogleraar, is te allen tijde voor hen, die gerechtigd zijn het onderwijs aan de universiteiten bij te wonen, toegankelijk.

Artikel

9.57

Bevoegdheden en ontslag bijzonder hoogleraar

Artikel

9.58

Intrekking bevoegdverklaring vestiging bijzondere leerstoel

De in artikel 9.53 bedoelde bevoegdverklaring wordt door het college van bestuur, na raadpleging van het college voor promoties, bedoeld in artikel 9.10, ingetrokken:

  • a.

    indien het bij of krachtens deze paragraaf bepaalde niet langer wordt nagekomen;

  • b.

    indien de bijzonder hoogleraar het onderwijs veronachtzaamt dan wel zonder goede grond dit onderwijs gedurende een vol jaar heeft onderbroken;

  • c.

    indien het belang van het wetenschappelijk onderwijs zich ten gevolge van wijzigingen in de omstandigheden met de bevoegdverklaring niet langer verdraagt.

Artikel

9.59

Bijzondere leerstoel bij faculteit die het onderwijs in opleidingen in de godgeleerdheid verzorgt

Op een bijzondere leerstoel bij de faculteit die het onderwijs in opleidingen in de godgeleerdheid verzorgt zijn de artikelen 9.54, tweede lid, en 9.55 niet van toepassing.

Artikel

9.60

Samenstelling wetenschappelijk personeel

Vervallen

Artikel

9.61

Verantwoordelijkheden en rechten hoogleraren

Vervallen

Artikel

9.62

Schorsing en vernietiging besluiten bestuursorganen universiteit

Vervallen

Artikel

9.63

Schorsing en vernietiging promotiereglement

Vervallen

Artikel

9.64

Schorsing en vernietiging besluiten bestuursorganen faculteit

Vervallen

Artikel

9.65

Schorsing en vernietiging besluiten examencommissies

Vervallen

Artikel

9.66

Schorsing en vernietiging besluiten besturen vakgroep, werkgroep en onderzoekinstituut

Vervallen

Artikel

9.67

Gevolgen schorsing en vernietiging

Vervallen

Artikel

9.68

Voorziening na schorsing en vernietiging, termijn

Vervallen

Artikel

9.69

Voorziening bij verwaarlozing bestuur universiteit of deel daarvan

Vervallen

Artikel

9.70

Voorziening bij verwaarlozing bestuur faculteit of deel daarvan

Vervallen

Artikel

9.71

Besluiten faculteitsbestuur, vakgroepsbestuur en bestuur onderzoekinstituut, beroep bij en aantasting door college van bestuur

Vervallen

Artikel

9.72

Aanvullende voorzieningen inzake beslechting van geschillen

Vervallen

Artikel

9.73

Deelneming aan bestuursorganen

Vervallen

Artikel

9.74

Rechtspositie en financiële regelingen leden bestuursorganen, commissies en colleges

Vervallen

Artikel

9.75

Bijzondere bepalingen voor universiteiten met niet meer dan een faculteit

Vervallen

Artikel 9.76

Vervallen

Artikel

9.77

Studentenvoorzieningen bijzondere universiteiten

Vervallen

Artikel 9.78

Vervallen

Artikel 9.79

Vervallen

Artikel 9.80

Vervallen

Artikel 9.81

Vervallen

Artikel 9.82

Vervallen

Artikel

9.83

Bevoegdheden en ontslag bijzonder hoogleraar

Vervallen

Artikel

9.84

Intrekking bevoegdverklaring vestiging bijzondere leerstoel

Vervallen

Artikel

9.85

Bijzondere leerstoel bij faculteit die het onderwijs in opleidingen in de godgeleerdheid verzorgt

Vervallen

Hoofdstuk

10

Het bestuur en de inrichting van de hogescholen

Artikel

10.1

Reikwijdte

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de bijlage van deze wet genoemde hogescholen.

Titel

1

Het bestuur en de inrichting van hogescholen zonder rechtspersoonlijkheid

Paragraaf

1

Het bestuur en de inrichting van de hogeschool

Artikel

10.2

Centrale directie of college van bestuur

Artikel

10.3

Delegatie taken en bevoegdheden

Artikel

10.3a

Faculteiten en andere organisatorische eenheden

Het instellingsbestuur kan bij bestuursreglement een of meer faculteiten of andere organisatorische eenheden instellen.

Artikel

10.3b

Bestuursreglement

Artikel

10.3c

Opleidingscommissies

Paragraaf

2

Geschillenregeling

Artikel

10.4

Huisregels en ordemaatregelen

Vervallen

Artikel

10.5

Geschillenregeling

Het instellingsbestuur van een hogeschool zonder rechtspersoonlijkheid treft voorzieningen betreffende de beslechting van geschillen over beslissingen van organen van de hogeschool die niet reeds krachtens deze wet vatbaar zijn voor beroep.

Paragraaf

3

Bijzondere bepalingen betreffende het bestuur van een openbare hogeschool

Artikel

10.6

Inlichtingenplicht

Het instellingsbestuur van een openbare hogeschool zonder rechtspersoonlijkheid verstrekt Onze minister de gevraagde inlichtingen omtrent de hogeschool.

Artikel

10.7

Schorsing en ontslag personeelslid tevens gemeenteraadslid

In afwijking van het bepaalde krachtens artikel 4.5, vierde lid, zijn gedeputeerde staten van de desbetreffende provincie bevoegd de disciplinaire maatregel of de schorsing op te leggen dan wel het ontslag te verlenen, indien het betreft een personeelslid van een gemeentelijke hogeschool dat tevens lid is van de raad van de gemeente die de hogeschool in stand houdt.

Paragraaf

4

Bijzondere bepalingen betreffende het bestuur van een bijzondere hogeschool

Artikel

10.8

Bestuur bijzondere hogeschool

Artikel

10.8a

Afwijking bestuursreglement

Indien de statuten van een bijzondere hogeschool de onderwerpen, bedoeld in artikel 10.3b, eerste lid, tweede volzin, onder a en b, regelen, kan het instellingsbestuur beslissen deze regeling niet op te nemen in het bestuursreglement.

Titel

2

Het bestuur en de inrichting van hogescholen met rechtspersoonlijkheid

Artikel

10.9

Bestuursorganen

Artikel

10.10

College van bestuur

Artikel

10.11

Bestuursraad

Artikel

10.12

Bestuursreglement

Artikel

10.13

Van overeenkomstige toepassingverklaring afwijkende bevoegdheidsverdeling en geschillenregeling

De artikelen 10.3a, 10.3b, 10.3c en 10.5 zijn van overeenkomstige toepassing op de hogeschool met rechtspersoonlijkheid.

Artikel

10.14

Schorsing en vernietiging besluiten van bestuursorganen

Artikel

10.15

Voorzieningen na schorsing en vernietiging

Vervallen

Artikel

10.16

Voorziening bij verwaarlozing van het bestuur

In geval van verwaarlozing of in strijd met de wet functioneren van het bestuur van de hogeschool kan bij algemene maatregel van bestuur, zo nodig met afwijking van de artikelen 10.9 en 10.11, in dat bestuur worden voorzien.

Titel

3

Medezeggenschap

Artikel

10.17

Medezeggenschapsraad

Artikel

10.18

Voorzitter medezeggenschapsraad

De medezeggenschapsraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een of meer plaatsvervangende voorzitters. De voorzitter, of bij diens verhindering een plaatsvervangende voorzitter, vertegenwoordigt de raad in rechte.

Artikel

10.19

Algemene bevoegdheden en taken medezeggenschapsraad en raadsleden

Artikel

10.20

Instemmingsbevoegdheid medezeggenschapsraad

Het instellingsbestuur behoeft de voorafgaande instemming van de medezeggenschapsraad voor elke door het instellingsbestuur te nemen beslissing met betrekking tot ten minste de vaststelling of wijziging van:

  • a.

    het instellingsplan,

  • b.

    de vormgeving van het systeem van kwaliteitszorg overeenkomstig artikel 1.18, eerste lid, alsmede het voorgenomen beleid in het licht van de uitkomsten van de kwaliteitsbeoordeling, bedoeld in artikel 2.9, tweede lid, tweede volzin,

  • c.

    het studentenstatuut,

  • d.

    het bestuursreglement, alsmede indien artikel 10.8a van toepassing is, het desbetreffende deel van de statuten,

  • e.

    de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, met uitzondering van de onderwerpen genoemd in het tweede lid, onder a tot en met g,

  • f.

    regels op het gebied van de arbeidsomstandigheden, en

  • g.

    het beleid van het instellingsbestuur bij de toepassing van artikel 7.51, en de regels, bedoeld in het vijfde lid van dat artikel.

Artikel

10.21

Medezeggenschapsreglement

Artikel

10.22

Inhoud medezeggenschapsreglement

In het medezeggenschapsreglement worden ten minste geregeld:

  • a.

    de aangelegenheden waarover de medezeggenschapsraad, onverminderd artikel 10.20, instemmingsrecht heeft,

  • b.

    de aangelegenheden waarover de medezeggenschapsraad adviesrecht heeft, met dien verstande dat de raad ten minste adviesrecht wordt toegekend inzake aangelegenheden die de doelstellingen, het voortbestaan en de goede gang van zaken binnen de hogeschool betreffen, de begroting, alsmede de keuze voor de commissie voor geschillen waarbij de hogeschool is aangesloten,

  • c.

    het aantal leden van de medezeggenschapsraad,

  • d.

    de wijze en organisatie van de verkiezingen van de leden van de raad,

  • e.

    de zittingsduur van de leden van de raad,

  • f.

    de wijze waarop het instellingsbestuur informatie verschaft aan de raad,

  • g.

    de termijnen binnen welke tot instemming of onthouding van instemming dient te worden besloten, en de termijnen binnen welke advies dient te worden uitgebracht,

  • h.

    de bevoegdheden die door de deelraden worden uitgeoefend,

  • i.

    de toekenning aan het deel van de raad dat uit en door het personeel is gekozen, van de bevoegdheden inzake de arbeidsomstandigheden die krachtens de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 16 van die wet aan de medezeggenschapsraad zijn toegekend,

  • j.

    de toekenning aan de raad van een overeenkomstige bevoegdheid als bedoeld in artikel 12, tweede lid, aanhef en onderdeel d, van de Algemene wet gelijke behandeling, waarbij dan artikel 21, tweede lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen van overeenkomstige toepassing is,

  • k.

    de toekenning aan de raad of het deel van de raad dat uit en door het personeel is gekozen, van de bevoegdheden inzake de arbeidsomstandigheden in de hogeschool voorzover deze niet betreffen te nemen beslissingen van het instellingsbestuur, bedoeld in artikel 10.20, onder f, en

  • l.

    welke van de geschillen tussen het instellingsbestuur en de raad, waarvoor deze wet niet in een geschillenregeling voorziet, worden voorgelegd aan de commissie voor geschillen waarbij de hogeschool is aangesloten, wie het geschil aanhangig kan maken en of daarbij de commissie om bemiddeling dan wel een oordeel wordt verzocht, voorzover de commissie voor geschillen waarbij de hogeschool is aangesloten, in haar reglement daarvoor de mogelijkheid biedt.

Artikel

10.23

Advies

Indien een te nemen beslissing op grond van het bepaalde in het medezeggenschapsreglement krachtens artikel 10.22, onder b, vooraf voor advies dient te worden voorgelegd aan de medezeggenschapsraad, draagt het instellingsbestuur er zorg voor dat:

  • a.

    advies wordt gevraagd op een zodanig tijdstip dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming,

  • b.

    de raad in de gelegenheid wordt gesteld met hem overleg te voeren voordat advies wordt uitgebracht,

  • c.

    de raad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis wordt gesteld van de wijze waarop aan het uitgebrachte advies gevolg wordt gegeven, en

  • d.

    de raad, indien het instellingsbestuur het advies niet of niet geheel wil volgen, in de gelegenheid wordt gesteld nader overleg met hem te voeren alvorens de beslissing definitief wordt genomen.

Artikel

10.24

Bijzondere bevoegdheden

Artikel

10.25

Deelraden

Artikel

10.26

Commissie voor geschillen

Artikel

10.27

Competentie commissie voor geschillen

Artikel

10.28

Geschil instemmingsbevoegdheid

Artikel

10.29

Geschil inhoud medezeggenschapsreglement

Artikel

10.30

Geschil adviesbevoegdheid

Artikel

10.31

Geschil interpretatie

Op een verzoek als bedoeld in artikel 10.27, eerste lid, onder d, doet de commissie de bindende uitspraak welke interpretatie aan het bepaalde bij of krachtens deze titel dan wel het bepaalde in het medezeggenschapsreglement dient te worden gegeven.

Artikel

10.32

Nadere geschillen

Indien in het medezeggenschapsreglement ingevolge de toepassing van artikel 10.22, onder l, geschillen worden aangegeven en indien het reglement van de commissie voor geschillen daarvoor de mogelijkheid biedt, kunnen deze geschillen aan de commissie worden voorgelegd overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in het medezeggenschapsreglement.

Artikel

10.33

Procesbevoegdheid medezeggenschapsraad

Artikel

10.34

Commissies

Artikel

10.35

Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

Artikel

10.36

Gemeenschappelijke commissies

Indien een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid meerdere hogescholen in stand houdt, geeft het instellingsbestuur gelegenheid tot het instellen van een gemeenschappelijke commissie als bedoeld in artikel 10.34. Een dergelijke commissie is bevoegd desgevraagd of uit eigen beweging advies uit te brengen aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dan wel de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de desbetreffende hogescholen over aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn en de desbetreffende commissie in het bijzonder aangaan.

Artikel

10.37

Afwijking bij bijzondere omstandigheden

Indien bijzondere omstandigheden een goede toepassing van een of meer onderdelen van deze titel in een hogeschool of in een aantal hogescholen die door dezelfde rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid in stand worden gehouden, in de weg staan, kan Onze minister op verzoek van het instellingsbestuur toestaan, dat wat betreft een of meer onderdelen op de door hem aangewezen wijze wordt afgeweken van deze titel.

Artikel

10.38

Ontheffing in verband met godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging

Artikel

10.39

Voorzieningen en scholing

Hoofdstuk

11

Het bestuur en de inrichting van de Open Universiteit

Paragraaf

1

Het bestuur van de Open Universiteit

Artikel

11.1

Algemene bevoegdheden van het college van bestuur

Artikel

11.2

Samenstelling college van bestuur; rechtspositie leden

Artikel

11.3

Bestuurs- en beheersreglement; onderwijs- en examenregeling

Artikel

11.4

Verantwoordings- en inlichtingenplicht van het college van bestuur

Artikel

11.5

Samenstelling raad van toezicht; financiële regeling leden

Artikel

11.6

Taken en bevoegdheden van de raad van toezicht

Artikel

11.7

Verantwoordings- en inlichtingenplicht van de raad van toezicht

Paragraaf

2

Onderwijs

Artikel

11.8

Opleidingen Open Universiteit

In het bestuurs- en beheersreglement wordt geregeld welke opleidingen door de Open Universiteit worden verzorgd.

Artikel

11.9

Verantwoordelijkheden en rechten hoogleraren

Artikel

11.10

College voor promoties

Artikel

11.11

Opleidingscommissies

Paragraaf

3

Schorsing en vernietiging van besluiten

Artikel

11.12

Schorsing en vernietiging van besluiten examencommissie

De besluiten van de examencommissie kunnen door het college van bestuur worden vernietigd. In geval van schorsing kan, in afwijking van artikel 10:44, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, deze schorsing niet langer dan vier maanden duren.

Paragraaf

4

Medezeggenschap studenten

Artikel

11.13

Studentenraad

Artikel

11.14

Reglement voor de studentenraad

Artikel

11.15

Adviesbevoegdheid

Artikel

11.16

Geschil instemmingsbevoegdheid

Artikel

11.17

College van hoogleraren

Vervallen

Artikel

11.18

Geschillenregeling onderwijsaanbod

Vervallen

Artikel

11.19

Personeelsraad; samenstelling en bevoegdheden

Vervallen

Artikel

11.20

Personeelsraad; overige voorschriften

Vervallen

Artikel

11.21

Reglement voor de personeelsraad

Vervallen

Artikel

11.22

Geschillenregeling personeelsraad

Vervallen

Artikel

11.23

Studentenraad

Vervallen

Artikel

11.24

Schorsing en vernietiging besluiten college van bestuur en bestuursraad

Vervallen

Artikel

11.25

Schorsing en vernietiging besluiten college van hoogleraren

Vervallen

Artikel

11.26

Schorsing en vernietiging besluiten examencommissies

Vervallen

Artikel

11.27

Gevolgen schorsing en vernietiging

Vervallen

Artikel

11.28

Voorziening na schorsing en vernietiging; termijn

Vervallen

Artikel

11.29

Voorziening bij verwaarlozing bestuur

Vervallen

Artikel

11.30

Aanvullende voorzieningen inzake beslechting van geschillen

Vervallen

Hoofdstuk

12

Het bestuur en de inrichting van de academische ziekenhuizen

Artikel

12.1

Reikwijdte

Dit hoofdstuk is, met uitzondering van artikel 12.18, van toepassing op de academische ziekenhuizen bij openbare universiteiten en wat betreft de artikelen 12.2 en 12.18 op de academische ziekenhuizen bij bijzondere universiteiten.

Titel

1

Het bestuur en de inrichting van de academische ziekenhuizen

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

12.2

Algemene bepalingen

Paragraaf

2

De openbare academische ziekenhuizen

Artikel

12.3

Bestuursorganen academisch ziekenhuis, afbakening bevoegdheden raad van bestuur en raad van toezicht

Artikel

12.4

Raad van bestuur, omvang, samenstelling, benoeming en ontslag leden

Artikel

12.5

Rechtspositie leden raad van bestuur

De leden van de raad van bestuur genieten een bezoldiging dan wel een toelage. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regelen vastgesteld omtrent de rechtspositie van de leden van de raad van bestuur.

Artikel

12.6

Taken raad van bestuur

Artikel

12.7

Bestuursreglement

Het bestuursreglement bevat een nadere regeling van het bestuur en de inrichting van het academisch ziekenhuis.

Artikel

12.8

Verantwoordingsplicht raad van bestuur

De raad van bestuur is verantwoording verschuldigd aan de raad van toezicht. De raad van bestuur verstrekt de raad van toezicht de gevraagde inlichtingen betreffende het academisch ziekenhuis.

Artikel

12.9

Vertegenwoordiging academisch ziekenhuis

Artikel

12.10

Raad van toezicht, omvang en samenstelling, benoeming en ontslag, financiële regeling leden

Artikel

12.11

Deelneming aan vergaderingen raad van toezicht

De raad van toezicht nodigt de raad van bestuur uit om de vergadering van de raad van toezicht geheel of gedeeltelijk bij te wonen, tenzij de raad van toezicht in een bepaald geval bij met redenen omkleed besluit anders beslist.

Artikel

12.12

Taken raad van toezicht

Artikel

12.13

Verantwoordingsplicht raad van toezicht

De raad van toezicht is verantwoording verschuldigd aan Onze minister. Hij verstrekt Onze minister de gevraagde inlichtingen betreffende zijn handelingen.

Artikel

12.14

Medezeggenschapsraad en dienstcommissies

Vervallen

Artikel

12.15

Afdelingen en andere onderdelen

Met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet ziekenhuisvoorzieningen (Stb. 1971, 268) beslist de raad van bestuur, na overleg met het college van bestuur van de universiteit waaraan het ziekenhuis is verbonden, welke afdelingen en andere onderdelen het academisch ziekenhuis omvat.

Artikel

12.16

Afdelingshoofden, hoogleraren en ander wetenschappelijk personeel

Artikel

12.17

Stafconvent, taak en samenstelling

Paragraaf

3

De academische ziekenhuizen bij de bijzondere universiteiten

Artikel

12.18

Structuurregeling, inlichtingenplicht, jaarverslag bijzonder academisch ziekenhuis

Titel

2

Het gemeenschappelijk beleidsorgaan

Artikel

12.19

Oprichting en taak gemeenschappelijk beleidsorgaan

Artikel

12.20

Gemeenschappelijke regeling

Artikel

12.21

Bijzondere taak gemeenschappelijk beleidsorgaan

Een universiteit en het daaraan verbonden academisch ziekenhuis voeren overleg over de onderlinge afstemming van hun werkzaamheden op het gebied van het wetenschappelijk geneeskundig onderwijs en onderzoek. Het gemeenschappelijk beleidsorgaan stelt het document vast, waarin de resultaten van dit overleg zijn vastgelegd. Voorzover de universiteit en het academisch ziekenhuis niet binnen redelijke tijd tot overeenstemming hebben kunnen komen, stelt het gemeenschappelijk beleidsorgaan zelf de onderlinge afstemming van werkzaamheden, bedoeld in de eerste volzin, vast.

Titel

3

Het gemeenschappelijk uitvoeringsorgaan

Artikel

12.22

Het gemeenschappelijk uitvoeringsorgaan

Het college van bestuur en de raad van bestuur kunnen bij overeenkomst een gemeenschappelijk uitvoeringsorgaan instellen voor de uitvoering van het document, bedoeld in artikel 12.21. Daartoe voorziet de overeenkomst in de overdracht van bevoegdheden van het college van bestuur en van de raad van bestuur aan het gemeenschappelijk uitvoeringsorgaan. De besluiten van het gemeenschappelijk uitvoeringsorgaan, genomen krachtens enige door het college van bestuur overgedragen bevoegdheid kunnen bij koninklijk besluit worden vernietigd.

Titel

4

Overleg bestuur faculteit der geneeskunde en raad van bestuur

Artikel

12.23

Overleg bestuur faculteit der geneeskunde en raad van bestuur

Het bestuur van de faculteit der geneeskunde en de raad van bestuur stellen bij gezamenlijk besluit vast op welke wijze zij periodiek overleg voeren over aangelegenheden betreffende het wetenschappelijk geneeskundig onderwijs en onderzoek. Het in de eerste volzin bedoelde besluit regelt de samenstelling en de inrichting van het overleg.

Hoofdstuk

13

Het bestuur en de inrichting van de instellingen voor wetenschappelijk onderzoek

Titel

1

Het bestuur en de inrichting van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Artikel

13.1

Het algemeen bestuur en de algemene vergadering

Artikel

13.2

Het reglement

Titel

2

Het bestuur en de inrichting van de Koninklijke Bibliotheek

Artikel

13.3

Het algemeen bestuur

Artikel

13.4

Verantwoordingsplicht algemeen bestuur

Het algemeen bestuur is verantwoording verschuldigd aan Onze minister. Het verstrekt hem de gevraagde inlichtingen.

Artikel

13.5

Bibliothecaris

Artikel

13.6

Reglement

Titel

3

Overige bepalingen

Artikel

13.7

Dienstcommissies

Vervallen

Artikel

13.8

Openbaarheid

Artikel

13.9

Schorsing en vernietiging van besluiten

Artikel

13.10

Gevolgen schorsing en vernietiging

Vervallen

Artikel

13.11

Voorziening na schorsing en vernietiging

Vervallen

Hoofdstuk

14

Beroep op de administratieve rechter

Artikel

14.1

Beroep op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Artikel

14.2

Intreden gevolgen van toekenning van rechten na beroep

Hoofdstuk

15

Inhouding bekostiging, schadevergoeding en strafbepalingen

Artikel

15.1

Inhouding bekostiging

Artikel

15.2

Schadevergoeding niet-gerechtigde deelname onderwijs

Degene die niet is ingeschreven en gebruikmaakt van onderwijs- of examenvoorzieningen ten behoeve van initieel onderwijs van een in de bijlage van deze wet genoemde instelling, is deswege aan die instelling een schadevergoeding verschuldigd, die door het instellingsbestuur wordt vastgesteld:

Artikel

15.3

Geldboete niet-gerechtigde deelname onderwijs

Degene die niet is ingeschreven en gebruikt maakt van onderwijs- of examenvoorzieningen ten behoeve van initieel onderwijs van een in de bijlage van deze wet genoemde instelling, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.

Artikel

15.4

Geldboete niet-nakoming identificatieplicht

Artikel

15.5

Geldboete ten onrechte afgegeven getuigschriften

Degene die aan een in de bijlage van deze wet genoemde instelling medewerkt aan het afgeven van een getuigschrift zonder dat ten aanzien van degene die het desbetreffende examen met goed gevolg heeft afgelegd, door het instellingsbestuur is verklaard dat het getuigschrift kan worden afgegeven, wordt gestraft met geldboete van de derde categorie.

Artikel

15.6

Geldboete niet-gerechtigde verlening titels

Hoofdstuk

16

Overgangs-, invoerings- en slotbepalingen

Titel

1

Intrekking wetten en besluiten

Artikel

16.1

Intrekking wetten en besluiten

Titel

2

Voorzieningen voor onbepaalde tijd

Artikel

16.2

Getuigschriften, titulatuur

Artikel

16.3

Handhaving voorschriften oude stijl

In afwijking van artikel 7.24, tweede lid, gelden de op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van kracht zijnde, afwijkende vooropleidingseisen ten aanzien van de tot opleidingen omgezette studierichtingen, bedoeld in bijlage 1, onderdeel F, nummers 17 en 18, en onderdeel H.3, nummer 15, van de Tijdelijke regeling h.b.o.-opleidingen.

Artikel

16.4

Aanspraken gewezen personeel instellingen hoger onderwijs

Personeelsleden die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet niet in dienst zijn van een instelling voor hoger onderwijs en die voor deze datum ten laste van het Rijk waren verbonden aan een in de bijlage van deze wet genoemde instelling, en die op dat tijdstip aan bij of krachtens de in artikel 16.1, eerste lid, genoemde, op die instellingen betrekking hebbende wetten aanspraken, rechten en verplichtingen ontlenen of kunnen ontlenen, worden geacht deze vanaf dat tijdstip te ontlenen of te kunnen ontlenen aan de voorschriften, bedoeld in artikel 4.5.

Artikel

16.5

Inpassing arbeidsovereenkomsten personeel vakgroepen en onderzoekinstituten

Vervallen

Artikel

16.6

Overgangsbepaling Abp-wet

Personeel van niet bekostigde ingevolge deze wet aangewezen bijzondere instellingen voor hoger beroepsonderwijs dat op grond van artikel B2, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene burgerlijke pensioenwet, zoals deze bepaling luidde bij inwerkingtreding van deze wet, de ambtenarenstatus verworven heeft, is onder dezelfde voorwaarden met ingang van 1 januari 1996 overheidswerknemer in de zin van artikel 2 van de Wet privatisering ABP en behoudt voor zolang dat dienstverband voortduurt die status.

Artikel

16.6a

Overgangsrecht studieadvies en verwijzing in postpropedeutische fase

Artikel

16.7

Voorbereidende perioden kuo

Artikel

16.8

Doctoraten Internationaal Instituut voor Sociale Studiën

Titel

3

Tijdelijke handhaving voorschriften oude stijl

Artikel

16.9

Afwijkende vooropleidingseisen

Artikel

16.9a

Overgangsrecht selectieprocedure bij opleidingen met een toelatingsbeperking

Artikel

16.9b

Aanvullende afstudeersteun voor tempobeursstudenten

Artikel

16.10

Tijdelijke regeling lerarenopleidingen en bevoegdheden van docenten

Artikel

16.10a

Tijdelijke garanties voor door academische ziekenhuizen ten behoeve van de educatieve voorziening over te nemen personeel

Tot een bij koninklijk besluit te bepalen datum blijven voor het personeel, bedoeld in artikel 2.18, derde lid, in de nieuwe functie de regelingen met betrekking tot de rechtspositie zoals die op 31 juli 1999 voor dat personeel golden van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de bepalingen die zien op de inhoud van de functie die zij op die datum bekleedden, met dien verstande dat die overeenkomstige toepassing in elk geval eindigt op de datum waarop door de educatieve voorziening en de daarvoor in aanmerking komende personeelsorganisaties anders is overeengekomen. In de nieuwe functie geldt een carrièrepatroon en een maximumsalaris dat ten minste gelijk is aan het carrièrepatroon en het maximumsalaris dat behoorde bij de functie die het personeelslid op 31 juli 1999 bekleedde aan de in artikel 2.18, derde lid, bedoelde school.

Titel

4

Voorschriften i.v.m. invoering wet

Paragraaf

1

Voorschriften betreffende de instellingen voor hoger onderwijs

Artikel

16.11

Overgangsrecht hogescholen

Artikel

16.12

Overgangsrecht met betrekking tot gemeente van vestiging universiteiten

Universiteiten die in het studiejaar voorafgaand aan inwerkingtreding van deze wet onderwijs buiten de gemeente van vestiging hebben gegeven kunnen tot uiterlijk een jaar na inwerkingtreding van deze wet dat onderwijs blijven geven in de gemeente waar in dat studiejaar dat onderwijs werd gegeven. Indien het instellingsbestuur voor afloop van deze termijn een verzoek om toestemming als bedoeld in artikel 7.17, tweede lid, bij Onze minister heeft ingediend en Onze minister daarop nog niet heeft beslist, kan het onderwijs buiten de gemeente van vestiging worden gegeven tot het tijdstip dat Onze minister de beslissing op het verzoek aan het instellingsbestuur heeft bekendgemaakt.

Artikel

16.13

Tijdelijke handhaving erkenningen WEO

Erkenningen verleend op grond van de Wet op de erkende onderwijsinstellingen voor hoger beroepsonderwijs in de zin van de Wet op het hoger beroepsonderwijs dan wel voor wetenschappelijk onderwijs in de zin van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs vervallen een jaar na inwerkingtreding van deze wet. Indien voor afloop van deze termijn een verzoek om aanwijzing als bedoeld in artikel 6.9 is gedaan, blijft de erkenning van kracht totdat definitief op het verzoek is beslist. Zolang de erkenning van kracht is, blijft het bepaalde bij of krachtens de Wet op de erkende onderwijsinstellingen van toepassing.

Artikel

16.14

Overgangsrecht aangewezen onderwijs

Een aanwijzing krachtens artikel 218 van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs dan wel artikel 171 van de Wet op het hoger beroepsonderwijs geldt als een aanwijzing ingevolge artikel 6.9.

Artikel

16.15

Indeling bestaand onderwijs in Centraal register opleidingen hoger onderwijs; handhaving vooropleidingseisen

Artikel

16.15a

Tijdelijke handhaving titel drs. bij opleidingen op het gebied van het recht

In afwijking van artikel 7.20, eerste lid, onder c, is degene die in het studiejaar 1992-1993 was ingeschreven voor de in het Academisch Statuut bedoelde internationaal-juridische, juridisch bestuurswetenschappelijke of juridisch politiek-wetenschappelijke studierichting, en die in het studiejaar 1993-1994 of 1994-1995 die opleiding afrondt door met goed gevolg het afsluitend examen af te leggen, gerechtigd tot het voeren van de titel doctorandus, afgekort drs., mits de examencommissie op zijn verzoek op het desbetreffende getuigschrift daarvan een aantekening plaatst.

Artikel

16.16

Overgangsvoorziening opleiding tweede fase

Artikel

16.17

Eerste onderwijs- en examenregeling

Het instellingsbestuur stelt uiterlijk drie maanden voorafgaand aan het studiejaar ten aanzien waarvan deze wet voor de eerste maal toepassing vindt, de in artikel 7.13 bedoelde onderwijs- en examenregeling vast en geeft tijdig voorafgaand aan dat studiejaar eveneens toepassing aan artikel 7.15.

Artikel

16.18

Staatsexamens

Artikel

16.19

Omzetting eerder afgelegde examenonderdelen in studiepunten

Van degene die in enig studiejaar als student of extraneus wordt ingeschreven voor een opleiding waarvoor hij voor de inwerkingtreding van deze wet ook als student of extraneus was ingeschreven, worden de voor dat tijdstip met goed gevolg afgelegde examenonderdelen alsmede de examenonderdelen waarvoor geheel of gedeeltelijk vrijstelling is verleend, door de desbetreffende examencommissie uitgedrukt in studiepunten.

Artikel

16.20

Overgangsrecht aanvang studiejaar hoger beroepsonderwijs

Artikel

16.21

Eerste toepassing capaciteitsbeperking

Artikel

16.22

Tijdelijke regeling arbeidsmarktfixus

Met betrekking tot het studiejaar 1993-1994 blijft het bepaalde bij of krachtens de Machtigingswet inschrijving studenten, voorzover het betreft beperking van de inschrijving op grond van de behoefte op de arbeidsmarkt, onderscheidenlijk het bepaalde bij of krachtens de Machtigingswet beperking inschrijving h.b.o. van toepassing.

Artikel

16.23

Tijdelijke handhaving regeling overleg en rechtspositieregelingen

Artikel

16.24

Opleidingen godgeleerdheid, opleidingen gericht op een godsdienstig of levensbeschouwelijk ambt

Ten aanzien van het in artikel 1.9, vierde lid, genoemde onderwijs in opleidingen in de godgeleerdheid en opleidingen gericht op een godsdienstig of levensbeschouwelijk ambt aan een bijzondere instelling en het daarmee verband houdende onderzoek wordt uiterlijk een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet uitvoering gegeven aan het bij of krachtens artikel 1.9, vierde tot en met zesde lid, bepaalde.

Artikel

16.25

Start HOOP-cyclus

Aan artikel 2.4 wordt voor de eerste maal toepassing gegeven twee jaren na de gezamenlijke vaststelling van het laatste overheidsplan voor het wetenschappelijk onderwijs, bedoeld in artikel 176 van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs, en het laatste HBO-plan, bedoeld in artikel 115 van de Wet op het hoger beroepsonderwijs.

Artikel

16.26

Eerste toepassing bekostigingsbepalingen; afwijkende bekostiging

Artikel

16.27

Opheffing PAO-organen

Artikel

16.28

Overgangssamenstelling college van beroep voor het hoger onderwijs

Het in artikel 7.64, eerste lid, genoemde college van beroep voor het hoger onderwijs wordt in afwijking van het bepaalde bij artikel 7.65, eerste en tweede lid, voor de eerste maal gevormd door degenen die op het moment van inwerkingtreding van deze wet zitting hebben in het college van beroep voor het wetenschappelijk onderwijs, bedoeld in artikel 136 van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs, tezamen met degenen die op dat tijdstip zitting hebben in het college van beroep voor het hoger beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 177 van de Wet op het hoger beroepsonderwijs.

Artikel

16.29

Tijdelijke voorziening reglement van orde

Artikel

16.30

Tijdelijke handhaving procesrecht colleges van beroep

De artikelen 42 tot en met 56, onderscheidenlijk de artikelen 59 tot en met 73, van het Uitvoeringsbesluit W.W.O. (Stb. 1986, 472) zijn tot bij koninklijk besluit te bepalen datum van toepassing op het in artikel 7.60 genoemde college van beroep voor de examens, onderscheidenlijk het in artikel 7.64 genoemde college van beroep voor het hoger onderwijs.

Artikel

16.31

Verhoging college- en examengeld

Artikel

16.33

Tijdelijke handhaving Reglement CRIHO

Het Reglement CRIHO, vastgesteld bij Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen van 21 juli 1993 en gepubliceerd in Uitleg O en W-regelingen van 28 juli 1993, nr. 18a, blijft van kracht tot het tijdstip waarop het met inachtneming van artikel 7.52 door een of meer andere regelingen is vervangen.

Artikel

16.34

Vervallen

Artikel

16.35

Vervallen

Artikel

16.36

Vervallen

Artikel

16.37

Vervallen

Paragraaf

2

Voorschriften betreffende de onderzoekinstellingen

Artikel

16.38

Voortbestaan rechtspersoon KNAW

De rechtspersoonlijkheid bezittende Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, genoemd in artikel 1.16, is de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, geregeld in de Koninklijke besluiten van 26 oktober 1851, no. 3 en 5 januari 1938, Stb. 390.

Artikel

16.39

Tijdelijke handhaving reglement KNAW

Het reglement van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, vastgesteld bij koninklijk besluit van 5 januari 1938, Stb. 390, is van overeenkomstige toepassing totdat het door het reglement, bedoeld in artikel 13.2, is vervangen.

Artikel

16.40

Voorziening in reglement KNAW door minister

Indien binnen een door Onze minister te bepalen termijn het reglement voor de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, bedoeld in artikel 13.2, niet of niet volledig tot stand is gekomen, kan Onze minister het reglement of het ontbrekende gedeelte daarvan vaststellen.

Artikel

16.41

Overgangssamenstelling bestuur KNAW

Artikel

16.42

Overgangsvoorziening besluiten KNAW

De besluiten die op grond van het in artikel 16.39 genoemde reglement voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zijn genomen door onderscheidenlijk de verenigde vergadering, het algemeen bestuur en de president van het algemeen bestuur, en die betrekking hebben op een periode na bedoeld tijdstip, worden na dat tijdstip geacht te zijn genomen door onderscheidenlijk de algemene vergadering, het algemeen bestuur en de voorzitter van het algemeen bestuur, bedoeld in artikel 13.1.

Artikel

16.42a

Overgangsregeling registergoederen KNAW

Artikel

16.42b

Vrijstelling overdrachtsbelasting KNAW

Terzake van de verkrijging door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen van de bezittingen van de Staat, betrekking hebbend op registergoederen welke nodig zijn voor de uitoefening van zijn taak, blijft heffing van overdrachtsbelasting achterwege.

Artikel

16.43

Omzetting dienstcommissies KNAW en KB

De dienstcommissies die zijn ingesteld op grond van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten behoeve van het personeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen onderscheidenlijk het personeel van de Koninklijke Bibliotheek worden met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aangemerkt als de dienstcommissies, bedoeld in artikel 13.7, onverminderd artikel 16.23, eerste lid.

Artikel

16.44

Tijdelijke voorziening in reglement KB

Het bepaalde bij of krachtens het koninklijk besluit van 7 september 1982, Stb. 518, is van overeenkomstige toepassing op de Koninklijke Bibliotheek totdat het reglement, bedoeld in artikel 13.6, tot stand is gekomen.

Artikel

16.45

Voorziening in reglement KB door minister

Indien binnen een door Onze minister te bepalen termijn het reglement, bedoeld in artikel 13.6, niet of niet volledig tot stand is gekomen, kan Onze minister het reglement of het ontbrekende gedeelte daarvan vaststellen.

Artikel

16.46

Overgangssamenstelling bestuur KB

In afwijking van artikel 13.3, derde lid, wordt het algemeen bestuur van de Koninklijke Bibliotheek voor de eerste keer gevormd door degenen die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet behoren tot het algemeen bestuurscollege, benoemd op grond van het in artikel 16.1, eerste lid, onder i, genoemde besluit.

Artikel

16.47

Overgangsvoorziening besluiten KB

De besluiten die op grond van het koninklijk besluit van 7 september 1982, Stb. 518, voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zijn genomen door onderscheidenlijk het algemeen bestuurscollege en de bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek en die betrekking hebben op een periode na bedoeld tijdstip, worden na dat tijdstip geacht te zijn genomen door onderscheidenlijk het algemeen bestuur, bedoeld in artikel 13.3 en de bibliothecaris, bedoeld in artikel 13.5.

Artikel

16.48

Overgangsregeling zittend personeel KB

Het personeel dat voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ten behoeve van de Koninklijke Bibliotheek als rijksambtenaar is aangesteld dan wel op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht bij de rijksoverheid in dienst is genomen, wordt geacht met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet in gelijk dienstverband met dezelfde rang en salarisanciënniteit te zijn aangesteld onderscheidenlijk op dezelfde voet op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst te zijn genomen bij de Koninklijke Bibliotheek.

Artikel

16.49

Overgangsregeling lasten, plichten, rechten, goederen KB

Artikel

16.50

Vrijstelling overdrachtsbelasting KB

Terzake van de verkrijging door de Koninklijke Bibliotheek van de bezittingen van de Staat, betrekking hebbend op de bibliotheek, blijft heffing van overdrachtsbelasting achterwege.

Paragraaf

3

Aanhangige beroepen

Artikel

16.51

Aanhangige beroepen

Titel

5

Wijzigingen in andere wetten

Artikel

16.56

Luchtvaartrampenwet

Vervallen

Artikel

16.57

Wet administratieve rechtspraak bedrijfsorganisatie

Vervallen

Artikel

16.69

Wet van 2 december 1982

Vervallen

Artikel

16.70

Algemene burgerlijke pensioenwet

Vervallen

Artikel

16.73

Wet op de belastingen van rechtsverkeer

Vervallen

Artikel

16.80

Wet op het wetenschappelijk onderwijs artikelen XIII en XIV

Vervallen

Artikel

16.81

Wet op de beroepen in individuele gezondheidszorg

Vervallen

Artikel

16.82

Wet van 7 juli 1988 (Stb. 334)

Vervallen

Artikel

16.83

Voorstel van wet op het cursorisch beroepsonderwijs

Vervallen

Titel

6

Evaluatie, inwerkingtreding, citeertitel

Artikel

16.84

Evaluatie

Onze minister brengt vijf jaren na de inwerkingtreding van deze wet verslag uit over de werking ervan aan de beide kamers der Staten-Generaal.

Artikel

16.85

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, J. M. M. Ritzen
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, P. Bukman
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Titel 1 Definities en taakomschrijving

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

Artikel 1.2. Reikwijdte

Artikel 1.3. Universiteiten, hogescholen en Open Universiteit

Artikel 1.4. Academische ziekenhuizen

Artikel 1.5. Instellingen voor wetenschappelijk onderzoek

Artikel 1.6. Academische vrijheid

Artikel 1.7. Richtlijnen ethiek

Titel 2 De instellingen

Paragraaf 1 Bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Artikel 1.8. Opsomming bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Artikel 1.9. Bekostiging en getuigschriften

Artikel 1.10. Aard bepalingen

Paragraaf 2 Aangewezen instellingen voor hoger onderwijs

Artikel 1.11. Aangewezen instellingen voor hoger onderwijs

Artikel 1.12. Titulatuur en getuigschriften aangewezen instellingen

Paragraaf 3 Academische ziekenhuizen

Artikel 1.13. Academische ziekenhuizen; rechtspersoonlijkheid

Artikel 1.14. Bekostiging academische ziekenhuizen

Artikel 1.15. Aard bepalingen

Paragraaf 4 Instellingen voor wetenschappelijk onderzoek

Artikel 1.16. Rechtspersoonlijkheid KNAW en KB

Artikel 1.17. Bekostiging

Titel 3 Kwaliteitszorg

Artikel 1.18. Kwaliteitszorg

Hoofdstuk 2 Planning en bekostiging

Artikel 2.1. Reikwijdte

Titel 1 Planning

Artikel 2.2. Instellingsplan

Artikel 2.3. Hoger onderwijs- en onderzoekplan

Artikel 2.4. Vaststelling hoger onderwijs- en onderzoekplan

Titel 2 Bekostiging

Artikel 2.5. Rijksbijdrage

Artikel 2.6. Algemene berekeningswijze

Artikel 2.7. Mededeling geraamde en bekendmaking vastgestelde rijksbijdrage

Artikel 2.7a.(vervallen)

Artikel 2.8. Begroting

Artikel 2.9. Verslaglegging

Artikel 2.10. Informatieplicht en doelmatigheidscontrole ministeriële accountant

Artikel 2.11. Bijzondere bepalingen universitaire eerstegraads lerarenopleidingen

Artikel 2.12. Bijzondere bepaling academische ziekenhuizen

Artikel 2.13. Buitengebruikstelling gebouwen en terreinen

Titel 3 Richtlijn

Artikel 2.14. Richtlijn

Titel 4 Bijzondere bepalingen in verband met investeringen en leningen

Artikel 2.15. Waarborgfonds hogescholen

Artikel 2.16. Opheffing instellingen

Artikel 2.17. Beheer van de middelen

Titel 5. Subsidiëring academische ziekenhuizen ten behoeve van de educatieve voorziening

Artikel 2.18. Subsidie educatieve voorziening

Artikel 2.19. Begroting en verslaglegging

Artikel 2.20. Controle en terugvordering

Hoofdstuk 3 Overleg

Artikel 3.1. Algemeen overleg

Artikel 3.2. Overleg met afzonderlijke instellingen

Artikel 3.3. Overleg met studentenorganisaties

Hoofdstuk 4 Het personeel

Artikel 4.1. Reikwijdte

Artikel 4.2. Personeelsbeleid

Artikel 4.3. Georganiseerd overleg

Artikel 4.4. (vervallen)

Artikel 4.5. Regeling van de rechtspositie

Artikel 4.6. (vervallen)

Artikel 4.7. Commissies van beroep personeel bijzondere instellingen

Hoofdstuk 5 Het toezicht

Artikel 5.1. Opdracht tot toezicht, inspectie

Artikel 5.2. Uitoefening toezicht door inspectie

Artikel 5.3. Commissies van onafhankelijke deskundigen

Artikel 5.4. Toegang en inlichtingen inspectie en leden commissies

Artikel 5.5. Uitoefening toezicht in overleg met andere ministers

Hoofdstuk 6 Onderwijsaanbod

Artikel 6.1. Reikwijdte

Titel 1 Opleidingen bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Artikel 6.2. Onderwijsaanbod

Artikel 6.3. Adviescommissie onderwijsaanbod

Artikel 6.4. Onthouding rechten ten aanzien van nieuwe opleidingen

Artikel 6.5. Ontneming rechten ten aanzien van bestaande opleidingen

Artikel 6.6. Procedure ontneming rechten aan bestaande opleidingen

Artikel 6.7. [vervallen]

Artikel 6.8. Onthouding rechten aan nieuwe opleidingen

Titel 2 Aanwijzing en intrekking aanwijzing van niet bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Artikel 6.9. Aanwijzing van instellingen

Artikel 6.10. Ontneming rechten verbonden aan de aanwijzing van bestaande opleidingen

Artikel 6.11. Onthouding rechten verbonden aan de aanwijzing van nieuwe opleidingen

Artikel 6.12. Intrekking aanwijzing instelling

Titel 3 Het Centraal register opleidingen hoger onderwijs

Artikel 6.13. Het Centraal register opleidingen hoger onderwijs

Artikel 6.14. De registratieprocedure

Artikel 6.15. Beëindiging registratie

Titel 4 Bijzondere bepalingen voortgezette kunstopleidingen en voortgezette opleidingen bouwkunst

Artikel 6.16. Bijzondere bepalingen voortgezette kunstopleidingen en voortgezette opleidingen bouwkunst

Hoofdstuk 7 Onderwijs

Artikel 7.1. Reikwijdte

Titel 1 Het onderwijs, de examens en de promoties

Paragraaf 1 Het onderwijs en de examens

Artikel 7.2. Taal

Artikel 7.3. Opleidingen en onderwijseenheden

Artikel 7.4. Studielast en studiepunten

Artikel 7.5. Verzorging van universitaire eerstegraads lerarenopleidingen; bijzondere voorwaarden

Artikel 7.6. Beroepsvereisten

Artikel 7.7. Voltijdse en deeltijdse inrichting van opleidingen; duale inrichting van opleidingen aan hogescholen

Artikel 7.7a. Duale inrichting van opleidingen aan universiteiten

Artikel 7.8. Propedeutische fase en propedeutisch examen

Artikel 7.8a. Kandidaatsfase en kandidaatsexamen in het wetenschappelijk onderwijs

Artikel 7.8b. Studieadvies propedeutische fase

Artikel 7.9. Verwijzing in postpropedeutische fase

Artikel 7.9a. Studievoortgangscontrole tempobeurs

Artikel 7.9b. Studievoortgangscontrole eerste jaar prestatiebeurs

Artikel 7.9ba Vervallen.

Artikel 7.9bb Vervallen.

Artikel 7.9c. Ontbreken van gegevens bij studievoortgangscontrole

Artikel 7.9e. Aanleveren gegevens vrijstelling op grond van artikel 7.31a

Artikel 7.9f.Vervallen.

Artikel 7.10. Examens en tentamens

Artikel 7.11. Getuigschriften en verklaringen

Artikel 7.12. Examencommissie en examinatoren

Artikel 7.13. Onderwijs- en examenregeling

Artikel 7.14. Beoordeling onderwijs- en examenregeling

Artikel 7.15. Openbaarheid onderwijsaanbod

Artikel 7.16. Bijzondere voorschriften lerarenopleidingen

Paragraaf 2 Gemeente van vestiging

Artikel 7.17. Gemeente van vestiging

Paragraaf 3 De promoties

Artikel 7.18. Doctoraten, toegang en inrichting promotie

Artikel 7.19. Promotiereglement

Paragraaf 4 Titulatuur

Artikel 7.20. Titels ir., ing., mr., drs. en bc.

Artikel 7.20a. De titel kand.

Artikel 7.21. Titels Master en Bachelor

Artikel 7.22. Titel dr.

Artikel 7.23. Buiten Nederland verkregen titels

Titel 2 Vooropleidingseisen

Artikel 7.24. Vooropleidingseisen

Artikel 7.25. Nadere vooropleidingseisen

Artikel 7.26. Aanvullende eisen

Artikel 7.26a. Aanvullende eisen voor opleidingen en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst

Artikel 7.27. Eisen werkkring

Artikel 7.28. Vrijstelling op grond van andere diploma's

Artikel 7.29. Vrijstelling op grond van toelatingsonderzoek

Artikel 7.30. Postpropedeutische fase

Artikel 7.31. Lerarenopleidingen speciaal onderwijs, universitaire lerarenopleidingen, opleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in algemene vakken, hogere kaderopleiding pedagogiek, voortgezette kunstopleidingen en voortgezette opleidingen bouwkunst

Titel 2a. Vrijstelling van het afleggen van tentamens op grond van het bezit van een diploma beroepsonderwijs

Artikel 7.31a. Vrijstelling op grond van verwante opleidingen in het beroepsonderwijs

Artikel 7.31b. Toegang tot onderdelen van het afsluitend examen

Titel 3 Studenten en extraneï

Paragraaf 1 Inschrijving

Artikel 7.32. Algemene bepaling inschrijving

Artikel 7.33. Procedure inschrijving

Artikel 7.34. Rechten inschrijving als student

Artikel 7.35. Vervallen

Artikel 7.36. Rechten inschrijving als extraneus

Artikel 7.37. Voorwaarden inschrijving

Artikel 7.38. Vervallen

Artikel 7.39. Vervallen

Artikel 7.40. Vervallen

Artikel 7.41. Vervallen

Artikel 7.42. Procedure beëindiging inschrijving

Paragraaf 2 Eigen bijdragen

Artikel 7.43. Collegegeld voor voltijdse opleidingen

Artikel 7.44. Collegegeld voor deeltijdse en duale opleidingen

Artikel 7.45. Examengeld extraneus

Artikel 7.46. Overige bijdragen

Artikel 7.47. Voldoening collegegeld

Artikel 7.48. Vermindering en vrijstelling wettelijk collegegeld

Artikel 7.49. Terugbetaling wettelijk collegegeld

Artikel 7.50. Cursusgeld Open Universiteit

Artikel 7.51. Financiële ondersteuning studenten (afstudeersteun)

Artikel 7.51a. Financiële ondersteuning studenten (studiefonds)

Paragraaf 3 Centraal register inschrijving hoger onderwijs

Artikel 7.52. Centraal register inschrijving hoger onderwijs

Paragraaf 4 Bijzondere bepalingen inschrijving

Artikel 7.53. Beperking eerste inschrijving op grond van beschikbare onderwijscapaciteit

Artikel 7.54. Beperking inschrijving voor de post- propadeutische fase

Artikel 7.54a.Door vernummering vervallen.

Artikel 7.55. Beperking inschrijving OU op grond van beschikbare organisatorische en technische capaciteit

Artikel 7.56. Beperking inschrijving universiteiten en hogescholen op grond van de behoefte van de arbeidsmarkt

Artikel 7.56a. Beperking inschrijving opleidingen en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst op grond van de behoefte van de arbeidsmarkt

Artikel 7.57. Identificatie opleidingen

Paragraaf 4a. Regels voor de selectie voor opleidingen met een toelatingsbeperking

Artikel 7.57a. Algemeen

Artikel 7.57b. Voorbereiding afgifte bewijzen van toelating

Artikel 7.57c. Afgifte bewijzen van toelating

Artikel 7.57d. Afgifte bewijzen van toelating voor dezelfde opleiding aan meer dan een universiteit

Artikel 7.57e. Selectie door instellingen

Artikel 7.57f. Beperkingen van deelname aan de selectieprocedure

Artikel 7.57g. Afwijkende bezwaar- en reactietermijnen

Paragraaf 5 Overige bepalingen

Artikel 7.57h. Huisregels en ordemaatregelen

Artikel 7.58. Afgifte getuigschrift

Artikel 7.59. Studentenstatuut

Titel 4 Rechtsbescherming van studenten en extraneï

Paragraaf 1 College van beroep voor de examens

Artikel 7.60. College van beroep voor de examens

Artikel 7.61. Bevoegdheid college van beroep voor de examens

Artikel 7.62. Reglement van orde

Artikel 7.63. Inlichtingenplicht

Paragraaf 2 College van beroep voor het hoger onderwijs

Artikel 7.64. College van beroep voor het hoger onderwijs

Artikel 7.65. Benoeming en ontslag leden en plaatsvervangende leden

Artikel 7.66. Bevoegdheid college van beroep voor het hoger onderwijs

Artikel 7.67. Griffierechten

Paragraaf 3 Colleges van beroep bijzonder onderwijs

Artikel 7.68. Colleges van beroep bijzonder onderwijs

Hoofdstuk 8 Samenwerking bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Artikel 8.1. Samenwerking bekostigde instellingen voor hoger onderwijs

Hoofdstuk 9 Het bestuur en de inrichting van de universiteiten

Titel 1. Het bestuur en de inrichting van de openbare universiteiten

Artikel 9.1. Reikwijdte

Paragraaf 1. Het bestuur van de universiteit

Artikel 9.2. Algemene bevoegdheden college van bestuur

Artikel 9.3. Samenstelling college van bestuur; rechtspositie leden

Artikel 9.4. Bestuurs- en beheersreglement

Artikel 9.5. Richtlijnen aan decanen

Artikel 9.6. Verantwoordings- en inlichtingenplicht college van bestuur

Artikel 9.7. Samenstelling raad van toezicht

Artikel 9.8. Taken en bevoegdheden raad van toezicht

Artikel 9.9. Verantwoordings- en inlichtingenplicht raad van toezicht

Artikel 9.10. College voor promoties

Paragraaf 2. Onderwijs en wetenschapsbeoefening

Artikel 9.11. Faculteiten en opleidingen

Artikel 9.12. Faculteit; decaan

Artikel 9.13. Benoeming en ontslag decaan

Artikel 9.14. Taken en bevoegdheden decaan algemeen; faculteitsreglement

Artikel 9.15. Overige taken en bevoegdheden decaan

Artikel 9.16. Verantwoordings- en inlichtingenplicht decaan

Artikel 9.17. Bestuur opleidingen

Artikel 9.18. Opleidingscommissies

Artikel 9.19. Verantwoordelijkheden en rechten hoogleraren

Paragraaf 3. Onderzoekinstituten en onderzoekscholen

Artikel 9.20. Onderzoekinstituten en onderzoekscholen binnen een faculteit

Artikel 9.21. Onderzoekinstituten en onderzoekscholen tussen twee of meer faculteiten binnen een universiteit

Artikel 9.22. Interne verzelfstandiging van onderzoekinstituten en onderzoekscholen

Artikel 9.23. Onderzoekinstituten en onderzoekscholen tussen twee of meer universiteiten

Paragraaf 4. Schorsing en vernietiging besluiten faculteit en voorziening bij verwaarlozing bestuur faculteit

Artikel 9.24. Schorsing en vernietiging besluiten decaan en examencommissies

Artikel 9.25. (vervallen)

Artikel 9.26. (vervallen)

Artikel 9.27. Voorziening bij verwaarlozing bestuur faculteit of deel daarvan

Paragraaf 5. Klachtrecht studenten

Artikel 9.28. Collectief recht van beklag voor studenten

Titel 2. Medezeggenschap binnen de openbare universiteiten

Artikel 9.29. Reikwijdte

Artikel 9.30. Keuze uit medezeggenschapsstelsels

Artikel 9.30a. Instemmingsbevoegdheid gezamenlijke vergadering personeel/studenten

Paragraaf 1. Medezeggenschap binnen de universiteit

Artikel 9.31. Universiteitsraad

Artikel 9.32. Algemene bevoegdheden en taken universiteitsraad en raadsleden

Artikel 9.33. Instemmingsbevoegdheid universiteitsraad

Artikel 9.34. Reglement universiteitsraad

Artikel 9.35. Advies

Artikel 9.36. Bijzondere bevoegdheden

Paragraaf 2. Medezeggenschap binnen de faculteit

Artikel 9.37. Faculteitsraad

Artikel 9.38. Instemmingsbevoegdheid faculteitsraad

Artikel 9.38a. Algemene bevoegdheden en taken faculteitsraad en leden

Artikel 9.38b. Faculteitsreglement

Paragraaf 3. Geschillen inzake medezeggenschap

Artikel 9.39. Commissie voor geschillen

Artikel 9.40. Competentie commissie voor geschillen

Artikel 9.41. Geschil instemmingsbevoegdheid

Artikel 9.42. Geschil inhoud reglement voor de universiteitsraad

Artikel 9.43. Geschil adviesbevoegdheid

Artikel 9.44. Geschil interpretatie

Artikel 9.45. Nadere geschillen

Paragraaf 4. Overige bepalingen

Artikel 9.46. Procesbevoegdheid universiteitsraad

Artikel 9.47. Commissies

Artikel 9.48. Voorzieningen en scholing

Paragraaf 5. Medezeggenschap binnen onderzoekinstituten en onderzoekscholen

Artikel 9.49. Medezeggenschapsraad onderzoekinstituten en onderzoekscholen

Paragraaf 6. Medezeggenschap binnen de centrale diensten

Artikel 9.50. Dienstraad t.b.v. centrale diensten

Paragraaf 7. Afwijking van titel 1 of titel 2

Artikel 9.50a. Afwijking van een of meer onderdelen van titel 1 of titel 2

Titel 3 Het bestuur en de inrichting van en de medezeggenschap binnen de bijzondere universiteiten

Artikel 9.51. Structuurregeling bijzondere universiteit, inlichtingenplicht

Titel 4 Bijzonder onderwijs aan openbare universiteiten

Paragraaf 1 De kerkelijke hoogleraren

Artikel 9.52. Kerkelijke hoogleraren

Paragraaf 2 De bijzondere leerstoelen

Artikel 9.53. Bevoegdverklaring tot vestiging bijzondere leerstoel

Artikel 9.54. Indiening verzoek bevoegdverklaring

Artikel 9.55. Vereisten bijzonder hoogleraarschap

Artikel 9.56. Toegankelijkheid onderwijs bijzonder hoogleraar

Artikel 9.57. Bevoegdheden en ontslag bijzonder hoogleraar

Artikel 9.58. Intrekking bevoegdverklaring vestiging bijzondere leerstoel

Artikel 9.59. Bijzondere leerstoel bij faculteit die het onderwijs in opleidingen in de godgeleerdheid verzorgt

Artikel 9.60. vervallen

Artikel 9.61. vervallen

Artikel 9.62. vervallen

Artikel 9.64. vervallen

Artikel 9.65. vervallen

Artikel 9.66. vervallen

Artikel 9.67. vervallen

Artikel 9.68. vervallen

Artikel 9.69. vervallen

Artikel 9.70. vervallen

Artikel 9.71. vervallen

Artikel 9.72. vervallen

Artikel 9.73. vervallen

Artikel 9.74. vervallen

Artikel 9.75. vervallen

Artikel 9.76. vervallen

Artikel 9.77. vervallen

Artikel 9.78. door vernummering vervallen

Artikel 9.79. door vernummering vervallen

Artikel 9.80. door vernummering vervallen

Artikel 9.81. door vernummering vervallen

Artikel 9.82. door vernummering vervallen

Artikel 9.83. door vernummering vervallen

Artikel 9.84. door vernummering vervallen

Artikel 9.85. door vernummering vervallen

Hoofdstuk 10 Het bestuur en de inrichting van de hogescholen

Artikel 10.1. Reikwijdte

Titel 1 Het bestuur en de inrichting van hogescholen zonder rechtspersoonlijkheid

Paragraaf 1 Het bestuur en de inrichting van de hogeschool

Artikel 10.2. Centrale directie of college van bestuur

Artikel 10.3. Delegatie taken en bevoegdheden

Artikel 10.3a. Faculteiten en andere organisatorische eenheden

Artikel 10.3b. Bestuursreglement

Artikel 10.3c. Opleidingscommissies

Paragraaf 2 Geschillenregeling

Artikel 10.4. [vervallen]

Artikel 10.5. Geschillenregeling

Paragraaf 3 Bijzondere bepalingen betreffende het bestuur van een openbare hogeschool

Artikel 10.6. Inlichtingenplicht

Artikel 10.7. Schorsing en ontslag personeelslid tevens gemeenteraadslid

Paragraaf 4 Bijzondere bepalingen betreffende het bestuur van een bijzondere hogeschool

Artikel 10.8. Bestuur bijzondere hogeschool

Artikel 10.8a. Afwijking bestuursreglement

Titel 2 Het bestuur en de inrichting van hogescholen met rechtspersoonlijkheid

Artikel 10.9. Bestuursorganen

Artikel 10.10. College van bestuur

Artikel 10.11. Bestuursraad

Artikel 10.12. Bestuursreglement

Artikel 10.13. Van overeenkomstige toepassingverklaring afwijkende bevoegdheidsverdeling en geschillenregeling

Artikel 10.14. Schorsing en vernietiging besluiten van bestuursorganen

Artikel 10.15. (vervallen)

Artikel 10.16. Voorziening bij verwaarlozing van het bestuur

Titel 3 Medezeggenschap

Artikel 10.17. Medezeggenschapsraad

Artikel 10.18. Voorzitter medezeggenschapsraad

Artikel 10.19. Algemene bevoegdheden en taken medezeggenschapsraad en raadsleden

Artikel 10.20. Instemmingsbevoegdheid medezeggenschapsraad

Artikel 10.21. Medezeggenschapsreglement

Artikel 10.22. Inhoud medezeggenschapsreglement

Artikel 10.23. Advies

Artikel 10.24. Bijzondere bevoegdheden

Artikel 10.25. Deelraden

Artikel 10.26. Commissie voor geschillen

Artikel 10.27. Competentie commissie voor geschillen

Artikel 10.28. Geschil instemmingsbevoegdheid

Artikel 10.29. Geschil inhoud medezeggenschapsreglement

Artikel 10.30. Geschil adviesbevoegdheid

Artikel 10.31. Geschil interpretatie

Artikel 10.32. Nadere geschillen

Artikel 10.33. Procesbevoegdheid medezeggenschapsraad

Artikel 10.34. Commissies

Artikel 10.35. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

Artikel 10.36. Gemeenschappelijke commissies

Artikel 10.37. Afwijking bij bijzondere omstandigheden

Artikel 10.38. Ontheffing in verband met godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging

Artikel 10.39. Voorzieningen en scholing

Hoofdstuk 11 Het bestuur en de inrichting van de Open Universiteit

Paragraaf Het bestuur van de Open Universiteit

Artikel 11.1. Algemene bevoegdheden van het college van bestuur

Artikel 11.2. Samenstelling college van bestuur; rechtspositie leden

Artikel 11.3. Bestuurs- en beheersreglement; onderwijs- en examenregeling

Artikel 11.4. Verantwoordings- en inlichtingenplicht van het college van bestuur

Artikel 11.5. Samenstelling raad van toezicht; financiële regeling leden

Artikel 11.6. Taken en bevoegdheden van de raad van toezicht

Artikel 11.7. Verantwoordings- en inlichtingenplicht van de raad van toezicht

Paragraaf 2 Onderwijs

Artikel 11.8. Opleidingen Open Universiteit

Artikel 11.9. Verantwoordelijkheden en rechten hoogleraren

Artikel 11.10. College voor promoties

Artikel 11.11. Opleidingscommissies

Paragraaf 3 Schorsing en vernietiging van besluiten

Artikel 11.12. Schorsing en vernietiging van besluiten examencommissies

Paragraaf 4 Medezeggenschap studenten

Artikel 11.13. Studentenraad

Artikel 11.14. Reglement voor de studentenraad

Artikel 11.15. Adviesbevoegdheid

Artikel 11.16. Geschil instemmingsbevoegdheid

Artikel 11.17. vervallen

Artikel 11.18. vervallen

Artikel 11.19. vervallen

Artikel 11.20. vervallen

Artikel 11.21. vervallen

Artikel 11.22. vervallen

Artikel 11.23. vervallen

Artikel 11.24. vervallen

Artikel 11.25. vervallen

Artikel 11.26. vervallen

Artikel 11.27. vervallen

Artikel 11.28. vervallen

Artikel 11.29. vervallen

Artikel 11.30. vervallen

Hoofdstuk 12 Het bestuur en de inrichting van de academische ziekenhuizen

Artikel 12.1. Reikwijdte

Titel 1 Het bestuur en de inrichting van de academische ziekenhuizen

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 12.2. Algemene bepalingen

Paragraaf 2 De openbare academische ziekenhuizen

Artikel 12.3. Bestuursorganen academisch ziekenhuis, afbakening bevoegdheden raad van bestuur en raad van toezicht

Artikel 12.4. Raad van bestuur, omvang, samenstelling, benoeming en ontslag leden

Artikel 12.5. Rechtspositie leden raad van bestuur

Artikel 12.6. Taken raad van bestuur

Artikel 12.7. Bestuursreglement

Artikel 12.8. Verantwoordingsplicht raad van bestuur

Artikel 12.9. Vertegenwoordiging academisch ziekenhuis

Artikel 12.10. Raad van toezicht, omvang en samenstelling, benoeming en ontslag, financiële regeling leden

Artikel 12.11. Deelneming aan vergaderingen raad van toezicht

Artikel 12.12. Taken raad van toezicht

Artikel 12.13. Verantwoordingsplicht raad van toezicht

Artikel 12.14 [vervallen]

Artikel 12.15. Afdelingen en andere onderdelen

Artikel 12.16. Afdelingshoofden, hoogleraren en ander wetenschappelijk personeel

Artikel 12.17. Stafconvent, taak en samenstelling

Paragraaf 3 De academische ziekenhuizen bij de bijzondere universiteiten

Artikel 12.18. Structuurregeling, inlichtingenplicht, jaarverslag bijzonder academisch ziekenhuis

Titel 2 Het gemeenschappelijk beleidsorgaan

Artikel 12.19. Oprichting en taak gemeenschappelijk beleidsorgaan

Artikel 12.20. Gemeenschappelijke regeling

Artikel 12.21. Bijzondere taak gemeenschappelijk beleidsorgaan

Titel 3 Het gemeenschappelijk uitvoeringsorgaan

Artikel 12.22. Het gemeenschappelijk uitvoeringsorgaan

Titel 4 Overleg bestuur faculteit der geneeskunde en raad van bestuur

Artikel 12.23. Overleg bestuur faculteit der geneeskunde en raad van bestuur

Hoofdstuk 13 Het bestuur en de inrichting van de instellingen voor wetenschappelijk onderzoek

Titel 1 Het bestuur en de inrichting van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Artikel 13.1. Het algemeen bestuur en de algemene vergadering

Artikel 13.2. Het reglement

Titel 2 Het bestuur en de inrichting van de Koninklijke Bibliotheek

Artikel 13.3. Het algemeen bestuur

Artikel 13.4. Verantwoordingsplicht algemeen bestuur

Artikel 13.5. Bibliothecaris

Artikel 13.6. Reglement

Titel 3 Overige bepalingen

Artikel 13.7 [vervallen]

Artikel 13.8. Openbaarheid

Artikel 13.9. Schorsing en vernietiging van besluiten

Artikel 13.10. (vervallen)

Artikel 13.11. (vervallen)

Hoofdstuk 14 Beroep op de administratieve rechter

Artikel 14.1. Beroep op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Artikel 14.2. Intreden gevolgen van toekenning van rechten na beroep

Hoofdstuk 15 Inhouding bekostiging, schadevergoeding en strafbepalingen

Artikel 15.1. Inhouding bekostiging

Artikel 15.2. Schadevergoeding niet-gerechtigde deelname onderwijs

Artikel 15.3. Geldboete niet-gerechtigde deelname onderwijs

Artikel 15.4. Geldboete niet-nakoming identificatieplicht

Artikel 15.5. Geldboete ten onrechte afgegeven getuigschriften

Artikel 15.6. Geldboete niet-gerechtigde verlening titels

Artikel 15.7. Karakter strafbare feiten

Hoofdstuk 16 Overgangs-, invoerings- en slotbepalingen

Titel 1 Intrekking wetten en besluiten

Artikel 16.1. Intrekking wetten en besluiten

Titel 2 Voorzieningen voor onbepaalde tijd

Artikel 16.2. Getuigschriften, titulatuur

Artikel 16.3. Handhaving voorschriften oude stijl

Artikel 16.4. Aanspraken gewezen personeel instellingen hoger onderwijs

Artikel 16.5. [vervallen]

Artikel 16.6. Overgangsbepaling Abp-wet

Artikel 16.6a. Overgangsrecht studieadvies en verwijzing in postpropedeutische fase

Artikel 16.7. Voorbereidende perioden kuo

Artikel 16.8. Doctoraten Internationaal Instituut voor Sociale Studiën

Titel 3 Tijdelijke handhaving voorschriften oude stijl

Artikel 16.9. Afwijkende vooropleidingseisen

Artikel 16.9a. Overgangsrecht selectieprocedure bij opleidingen met een toelatingsbeperking

Artikel 16.9b. Aanvullende afstudeersteun voor tempobeursstudenten

Artikel 16.10. Tijdelijke regeling lerarenopleidingen en bevoegdheden van docenten

Artikel 16.10a Tijdelijke garanties voor door academische ziekenhuizen ten behoeve van de educatieve voorziening over te nemen personeel

Titel 4 Voorschriften i.v.m. invoering wet

Paragraaf 1 Voorschriften betreffende de instellingen voor hoger onderwijs

Artikel 16.11. Overgangsrecht hogescholen

Artikel 16.12. Overgangsrecht met betrekking tot gemeente van vestiging universiteiten

Artikel 16.13. Tijdelijke handhaving erkenningen WEO

Artikel 16.14. Overgangsrecht aangewezen onderwijs

Artikel 16.15. Indeling bestaand onderwijs in Centraal register opleidingen hoger onderwijs; handhaving vooropleidingseisen

Artikel 16.15a. Tijdelijke handhaving titel drs. bij opleidingen op het gebied van het recht

Artikel 16.16. Overgangsvoorziening opleidingen tweede fase

Artikel 16.17. Eerste onderwijs- en examenregeling

Artikel 16.18. Staatsexamens

Artikel 16.19. Omzetting eerder afgelegde examenonderdelen in studiepunten

Artikel 16.20. Overgangsrecht aanvang studiejaar hoger beroepsonderwijs

Artikel 16.21. Eerste toepassing capaciteitsbeperking

Artikel 16.22. Tijdelijke regeling arbeidsmarktfixus

Artikel 16.23. Tijdelijke handhaving regeling overleg en rechtspositieregelingen

Artikel 16.24. Opleidingen godgeleerdheid, opleidingen gericht op een godsdienstig of levensbeschouwelijk ambt

Artikel 16.25. Start HOOP-cyclus

Artikel 16.26. Eerste toepassing bekostigingsbepalingen; afwijkende bekostiging

Artikel 16.27. Opheffing PAO-organen

Artikel 16.28. Overgangssamenstelling college van beroep voor het hoger onderwijs

Artikel 16.29. Tijdelijke voorziening reglement van orde

Artikel 16.30. Tijdelijke handhaving procesrecht colleges van beroep

Artikel 16.31. Verhoging college- en examengeld

Artikel 16.32. Extraneusinschrijving bij lerarenopleidingen

Artikel 16.33. Tijdelijke handhaving Reglement CRIHO

Artikel 16.34. Vervallen

Artikel 16.35. Vervallen

Artikel 16.36. Vervallen

Artikel 16.37. Vervallen

Paragraaf 2 Voorschriften betreffende de onderzoekinstellingen

Artikel 16.38. Voortbestaan rechtspersoon KNAW

Artikel 16.39. Tijdelijke handhaving reglement KNAW

Artikel 16.40. Voorziening in reglement KNAW door minister

Artikel 16.41. Overgangssamenstelling bestuur KNAW

Artikel 16.42. Overgangsvoorziening besluiten KNAW

Artikel 16.42a. Overgangsregeling registergoederen KNAW

Artikel 16.42b. Vrijstelling overdrachtsbelasting KNAW

Artikel 16.43. Omzetting dienstcommissies KNAW en KB

Artikel 16.44. Tijdelijke voorziening in reglement KB

Artikel 16.45. Voorziening in reglement KB door minister

Artikel 16.46. Overgangssamenstelling bestuur

Artikel 16.47. Overgangsvoorziening besluiten KB

Artikel 16.48. Overgangsregeling zittend personeel KB

Artikel 16.49. Overgangsregeling lasten, plichten, rechten, goederen KB

Artikel 16.50. Vrijstelling overdrachtsbelasting KB

Paragraaf 3 Aanhangige beroepen

Artikel 16.51. Aanhangige beroepen

Titel 5 [vervallen]

Artikel 16.52. vervallen

Artikel 16.53. vervallen

Artikel 16.54. vervallen

Artikel 16.55. vervallen

Artikel 16.56. vervallen

Artikel 16.57. vervallen

Artikel 16.58. vervallen

Artikel 16.59. vervallen

Artikel 16.60. vervallen

Artikel 16.61. vervallen

Artikel 16.62. vervallen

Artikel 16.63. vervallen

Artikel 16.64. vervallen

Artikel 16.65. vervallen

Artikel 16.66. vervallen

Artikel 16.67. vervallen

Artikel 16.68. vervallen

Artikel 16.69. vervallen

Artikel 16.70. vervallen

Artikel 16.71. vervallen

Artikel 16.72. vervallen

Artikel 16.73. vervallen

Artikel 16.74. vervallen

Artikel 16.75. vervallen

Artikel 16.76. Wvervallen

Artikel 16.77. vervallen

Artikel 16.78. vervallen

Artikel 16.79. vervallen

Artikel 16.80. vervallen

Artikel 16.81. vervallen

Artikel 16.82. vervallen

Artikel 16.83. vervallen

Titel 6 Evaluatie, inwerkingtreding, citeertitel

Artikel 16.84. Evaluatie

Artikel 16.85. Inwerkingtreding

Artikel 16.86. Citeertitel

Bijlage. De bekostigde instellingen voor hoger onderwijs, bedoeld in artikel 1.8, eerste lid

Bijlage

behorende bij de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

In deze bijlage zijn in de onderdelen a tot en met h opgenomen de bekostigde instellingen voor hoger onderwijs, bedoeld in artikel 1.8, eerste lid, en zijn in onderdeel i opgenomen de academische ziekenhuizen, bedoeld in artikel 1.13, eerste lid.

De namen van rechtspersonen in deze bijlage worden weergegeven zoals zij luiden op 31 juli 1993 wat betreft het hoger beroepsonderwijs en 31 augustus 1993 wat betreft de overige.1Ten behoeve van deze tekstplaatsing is de bijlage bijgewerkt naar de toestand op 31 december 1999.

  • a.

    De openbare universiteiten te Leiden, Groningen, Amsterdam, Utrecht, Delft, Wageningen, Eindhoven, Enschede, Rotterdam en Maastricht.

  • b.

    De bijzondere universiteit te:

    • -

      Amsterdam, uitgaande van de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs;

    • -

      Nijmegen, uitgaande van de Stichting Katholieke Universiteit;

    • -

      Tilburg, uitgaande van de Stichting Katholieke Universiteit Brabant.

  • c.

    De rechtspersoonlijkheid bezittende openbare hogescholen te Leeuwarden en Velp.

  • d.

    (vacant)

  • e.

    (vacant)

  • f.

    De openbare hogeschool uitgaande van een openbaar lichaam als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen te Emmen, uitgaande van het Openbaar Lichaam Hogeschool Drenthe.

  • g.

    De bijzondere hogeschool te:

    • -

      Alkmaar, uitgaande van de Stichting voor Hoger Beroepsonderwijs Noordelijk Noord-Holland;

    • -

      Amsterdam, uitgaande van de Stichting Hogeschool van Amsterdam;

    • -

      Amsterdam, uitgaande van de Stichting HES Amsterdam;

    • -

      Amsterdam, uitgaande van de Stichting voor de Protestants Christelijke en de Rooms-Katholieke lerarenopleiding voor het Basisonderwijs in Noord-Holland;

    • -

      Amsterdam, uitgaande van de Stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten;

    • -

      Amsterdam, uitgaande van de Vereniging Gerrit Rietveld Academie, Hogeschool voor Beeldende Kunst en Vormgeving;

    • -

      Arnhem, uitgaande van de Stichting Kunstonderwijs Oost-Nederland;

    • -

      Arnhem, uitgaande van de Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen;

    • -

      Breda, uitgaande van de Stichting Hogeschool Brabant;

    • -

      Breda, uitgaande van de Stichting Nationale Hogeschool voor Toerisme en Verkeer;

    • -

      Delft, uitgaande van de Stichting Agrarische Hogeschool van het Koninklijk Nederlands Landbouw Committee;

    • -

      Deventer, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Oost-Nederland;

    • -

      Diemen, uitgaande van de Stichting voor Protestants-Christelijk en Rooms-Katholiek Hoger Onderwijs te Amsterdam;

    • -

      Doetinchem, uitgaande van de Stichting Iselinge;

    • -

      Driebergen, uitgaande van de Stichting Hogeschool "de Horst";

    • -

      Dronten, uitgaande van de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond;

    • -

      Ede, uitgaande van de Stichting Christelijke Kweekschool op de Veluwe;

    • -

      Ede, uitgaande van de Stichting voor Protestants Christelijk Hoger Beroepsonderwijs op Gereformeerde grondslag;

    • -

      Eindhoven, aan te duiden als de Fontys Hogeschool Eindhoven, uitgaande van de Stichting Fontys;

    • -

      Eindhoven, aan te duiden als de Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool Nederland, uitgaande van de Stichting Fontys;

    • -

      Eindhoven, aan te duiden als de Fontys Pedagogische Hogeschool Eindhoven, uitgaande van de Stichting Fontys;

    • -

      Eindhoven, uitgaande van de Stichting The Design Academy;

    • -

      Enschede, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Oost-Nederland;

    • -

      Gouda, uitgaande van de Stichting voor Christelijk Hoger Onderwijs op Reformatorische grondslag "De Driestar";

    • -

      's-Gravenhage, uitgaande van de Stichting Haagse Hogeschool;

    • -

      's-Gravenhage, uitgaande van de Stichting Hotelschool Den Haag, Hogeschool voor Bedrijfskunde;

    • -

      's-Gravenhage, uitgaande van de Stichting Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans;

    • -

      Groningen, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Groningen;

    • -

      Haarlem, uitgaande van de Stichting Hogeschool Haarlem;

    • -

      Heerlen, uitgaande van de Hogeschool Limburg/Maastricht;

    • -

      Helmond, uitgaande van de Stichting"De Kempel";

    • -

      Hengelo, uitgaande van de Stichting Onderwijs Centrum Twente;

    • -

      's-Hertogenbosch, uitgaande van de Stichting Hoger Beroepsonderwijs 's-Hertogenbosch;

    • -

      's-Hertogenbosch, uitgaande van de Stichting Agrarische Hogeschool Den Bosch van de Katholieke Nederlandse Boeren en Tuinders Bond;

    • -

      's-Hertogenbosch, uitgaande van de Stichting Fontys;

    • -

      Kampen, uitgaande van de Stichting voor Christelijke Hoger Kunstonderwijs;

    • -

      Leeuwarden, uitgaande van de Stichting Noordelijke Hogeschool Leeuwarden;

    • -

      Leeuwarden, uitgaande van de Stichting Christelijke Hoger (beroeps-)onderwijs in Noord-Nederland;

    • -

      Leiden, uitgaande van de Stichting Leidse Hogeschool voor Beroepsonderwijs;

    • -

      Maastricht, uitgaande van de Stichting Hogeschool Limburg/Maastricht;

    • -

      Roermond, uitgaande van de Stichting Fontys;

    • -

      Rotterdam, uitgaande van de Stichting Hogeschool Rotterdam

    • -

      Rotterdam, uitgaande van de Stichting Christelijk Hoger Beroepsonderwijs Zuid-Holland;

    • -

      Rotterdam, uitgaande van de Stichting Hogeschool voor Economische Studies Rotterdam;

    • -

      Rotterdam, uitgaande van de Stichting Hogeschool voor Muziek en Theater Rotterdam;

    • -

      Rijswijk, uitgaande van de Stichting Katholiek Hoger Beroepsonderwijs Zuid-Holland;

    • -

      Sittard, uitgaande van de Stichting Fontys;

    • -

      Tilburg, uitgaande van de Stichting Fontys;

    • -

      Utrecht, uitgaande van de Stichting Hogeschool van Utrecht;

    • -

      Utrecht, uitgaande van de Stichting Hogeschool voor de Kunsten

    • -

      Utrecht, uitgaande van de Stichting Hogeschool Domstad;

    • -

      Utrecht, uitgaande van de Stichting Protestants Christelijk Hoger Beroepsonderwijs Utrecht;

    • -

      Venlo, uitgaande van de Stichting Fontys;

    • -

      Vlissingen, uitgaande van de Stichting Hogeschool Zeeland;

    • -

      Wageningen, uitgaande van de Stichting Hogeschool Diedenoort;

    • -

      Wageningen, uitgaande van de Stichting "STOAS";

    • -

      Zeist, uitgaande van de Stichting Hogeschool Helicon, onderwijs vanuit antroposofie;

    • -

      Zwolle, uitgaande van de Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim;

    • -

      Zwolle, uitgaande van de Stichting voor Gereformeerd Hoger Beroepsonderwijs;

    • -

      Zwolle, uitgaande van de Stichting Katholieke Opleiding tot Leraren in het Basisonderwijs.

  • h.

    de Open Universiteit te Heerlen.

  • i.
    • 1.

      De rechtspersoonlijkheid bezittende academische ziekenhuizen bij de openbare universiteiten te:

      • -

        Leiden,

      • -

        Groningen,

      • -

        Amsterdam,

      • -

        Utrecht,

      • -

        Rotterdam,

      • -

        Maastricht.

    • 2.

      De academische ziekenhuizen bij de bijzondere universiteiten te Amsterdam en Nijmegen.