Artikel
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
-
b.
aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering: de overeenkomst van verzekering van het risico van inkomensderving ten gevolge van arbeidsongeschiktheid, waaruit, in aanvulling op een wettelijk geregelde loongerelateerde arbeidsongeschiktheidsuitkering, een aan het laatstverdiende loon gerelateerd recht op uitkering kan voortvloeien, met uitzondering van de overeenkomst van verzekering van uitsluitend het risico van inkomensderving ten gevolge van arbeidsongeschiktheid voor zover deze inkomensderving uitgaat boven 70% van het maximumdagloon als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering;
-
c.
verzekeraar: een verzekeraar:
-
1°.
die in het bezit is van de ingevolge artikel 24, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 vereiste vergunning of heeft voldaan aan de ingevolge de artikelen 37 of 38 van die wet vereiste procedure met betrekking tot een bijkantoor in Nederland; of
-
2°.
die heeft voldaan aan de vereiste procedure als bedoeld in de artikelen 111, eerste lid, onderdelen a tot en met c, of tweede lid, 113, eerste of vierde lid, 116, eerste lid, onderdelen a tot en met c, of derde lid, of 118, tweede of vijfde lid, van genoemde wet indien het de aldaar bedoelde dienstverrichting naar Nederland betreft;
-
1°.
-
d.
pensioenfonds:
-
1°.
een pensioenfonds als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b of onderdeel c, van de Pensioen- en spaarfondsenwet, met uitzondering van een pensioenfonds dat uitsluitend toezeggingen als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel c, van de Pensioen- en spaarfondsenwet uitvoert, en met uitzondering van een pensioenfonds als bedoeld in artikel 1, zesde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet;
-
2°.
de door Onze Minister aangewezen rechtspersoon die fungeert als pensioenfonds voor werknemers in de zin van de Wet sociale werkvoorziening;
-
1°.
-
e.
werknemer: een werknemer als bedoeld in de artikelen 3, 4, 5, 7, 7a en 7b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering alsmede de persoon die op grond van artikel 81 van die wet is toegelaten tot de vrijwillige verzekering;
-
f.
werkgever: een werkgever als bedoeld in de artikelen 8, 9, 10 en 11 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
-
g.
Pensioen- & Verzekeringskamer: de Pensioen- & Verzekeringskamer, bedoeld in artikel 2 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993;
-
h.
Vereveningsinstantie: de Vereveningsinstantie, bedoeld in artikel 6.