Besluit van 14 januari 1994, tot vaststelling van het landbouwkwaliteitsbesluit rauwe melk en zuivelbereiding

Landbouwkwaliteitsbesluit rauwe melk en zuivelbereiding

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 4 oktober 1993, nr. J.9310374, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en Onze Minister van Economische Zaken;
Gelet op richtlijn nr.92/46/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en produkten op basis van melk (PbEG L 268) en richtlijn nr.92/47/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1992 houdende vaststelling van de voorschriften voor het toestaan van tijdelijke en beperkte afwijkingen op de specifieke communautaire gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van melk en produkten op basis van melk (PbEG L 268) en de artikelen 2, 3, 4, 8, 9, 11, 12 eerste lid, en 19 van de Landbouwkwaliteitswet;
Gezien het advies van:
-. het Produktschap voor Zuivel van 27 augustus 1993,
-. het Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ) van 24 augustus 1993,
-. de Koninklijke Nederlandse Zuivelbond FNZ van 25 augustus 1993,
-. de Vereeniging voor Zuivelindustrie en Melkhygiëne (VVZM) van 25 augustus 1993,
-. het Gemeenschappelijk Zuivelsekretariaat (GEMZU) van 25 augustus 1993;
De Raad van State gehoord (advies van 22 december 1993, nr. W11.93.0713);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 3 januari 1994, nr. J. 9320972, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

De voorzitter van de in artikel 7 genoemde controle-instelling heeft geen belang bij de produktie van rauwe melk en de bereiding van of de handel in rauwe melk, warmtebehandelde consumptiemelk en produkten op basis van melk.

Artikel

9

Artikel

10

Onze Minister oefent de hem in voorgaande artikelen toegekende bevoegdheden uit in overeenstemming met Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, voor zover het daarbij de volksgezondheid betreft.

Artikel

12

Artikel

13

Dit besluit wordt aangehaald als "Landbouwkwaliteitsbesluit rauwe melk en zuivelbereiding".

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. D. Gabor
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, H. J. Simons
De Minister van Economische Zaken, J. E. Andriessen
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin