Artikel
1
Begripsomschrijving
In deze regeling wordt verstaan onder
de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs;
de Wet op het leerlingwezen, zoals deze luidde op 31 juli 1993;
tenzij in deze regeling anders bepaald, het in (mede)gebruik geven en verhuren zoals bedoeld in:
-
1.
de artikelen 100a, 100b en 100c van de WVO;
-
2.
de artikelen 3.20, 3.21 en 3.22 van de WCBO;
-
3.
de artikelen 61 en 62 van het Besluit vormingswerk voor jeugdigen;
-
1.
een school voor v.w.o., als bedoeld in de WVO;
-
2.
een school voor h.a.v.o., als bedoeld in de WVO;
-
3.
een school voor m.a.v.o., als bedoeld in de WVO;
-
4.
een school voor v.b.o., als bedoeld in de WVO;
-
5.
een dagschool voor m.b.o., als bedoeld in de WVO, zoals deze luidde op 31 juli 1993;
-
6.
een school voor m.b.o., als bedoeld in de WVO;
-
7.
een avondschool, een dag-avond-school of cursussen, als bedoeld in de WVO, zoals deze luidde op 31 juli 1993;
-
8.
een school voor v.a.v.o., als bedoeld in de WVO;
-
9.
een streekschool, bekostigd op grond van artikel 75 van de WVO, zoals dit artikel luidde op 31 juli 1993;
-
10.
een school voor b.b.o., als bedoeld in de WCBO;
-
11.
een landelijke orgaan van het leerlingwezen, als bedoeld in de WLW, zoals deze luidde op 31 juli 1993;
-
12.
een landelijke orgaan, als bedoeld in de WCBO;
-
13.
een landelijke organisatie als bedoeld in het Besluit vormingswerk voor jeugdigen;
-
14.
een vormingsinstituut als bedoeld in het Besluit vormingswerk voor jeugdigen;
-
15.
een instituut voor deeltijd vervolg/beroepsonderwijs, als bedoeld in het Besluit proefprojecten deeltijd vervolg/beroepsonderwijs, zoals dat luidde op 31 juli 1993;
-
16.
een instelling voor middenschool of VBaO-experimenten, voorzover een dergelijke instelling in de gehele periode van 1 januari 1993 tot en met 31 juli 1993 op grond van een wettelijk voorschrift bevoegd was tot het in gebruik geven;
het bevoegd gezag of het bestuur van de instelling, bedoeld in artikel 1 onder f1, f2, f3, f4, f6, f8, f10, f12, f13 en f14;
het positieve saldo dat resteert nadat de inkomsten zijn aangewend voor de als gevolg van het in gebruik geven voor rekening van het bevoegd gezag komende lasten.