Besluit van 26 januari 1994, houdende regels betreffende de verlening en uitbetaling van geldelijke steun voor de ontwikkeling van bouwlocaties

Besluit locatiegebonden subsidies

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 juni 1993, nr. MJZ16693021, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gezien het advies van de Rijksplanologische Commissie van 24 juli 1992;
Gezien het advies van de Raad voor de Volkshuisvesting van 8 december 1992, nr. 201;
Gezien het advies van de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening van 9 december 1992;
De Raad van State gehoord (advies van 9 november 1993, nr. W08.93.0373);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 januari 1994, nr. MJZ25194026, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemeen

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    regionaal openbaar lichaam: regionaal openbaar lichaam als bedoeld in de Kaderwet bestuur in verandering;

  • b.

    algemeen bestuur: algemeen bestuur van een regionaal openbaar lichaam;

  • c.

    budgethoudende bestuursorgaan: bestuursorgaan dat ten laste van een op voet van dit besluit toegekend budget subsidie kan verstrekken, en dat is het algemeen bestuur of provinciale staten;

  • d.

    bebouwde kom: aaneengesloten bebouwing als opgenomen in de door het Centraal Bureau voor de Statistiek ontwikkelde woonplaatsindeling 1971;

  • e.

    ontwikkelen van bouwlocaties: op bepaalde plaatsen in onderlinge samenhang bouwen van woningen en andere gebouwen, saneren van de bodem en aanleggen van voorzieningen op het terrein van verkeer en vervoer;

  • f.

    budgetbeherende provincie: provincie die financiële middelen op voet van dit besluit ontvangt;

  • g.

    ontvanger: regionaal openbaar lichaam of budgetbeherende provincie;

  • h.

    uitvoeringscontract: overeenkomst waarin Onze Minister, zowel in de hoedanigheid van bestuursorgaan als in die van vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, een regionaal openbaar lichaam en de provincie waarin het grondgebied van dat openbaar lichaam gelegen is, zich jegens elkaar hebben verbonden tot de daarin neergelegde wijze van ontwikkeling van bouwlocaties op dat grondgebied;

  • i.

    ontwikkelingscontract: overeenkomst waarin Onze Minister, zowel in de hoedanigheid van bestuursorgaan als in die van vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, en een budgetbeherende provincie zich jegens elkaar hebben verbonden tot de daarin neergelegde uitkomsten van het provinciale beleid inzake de ontwikkeling van bouwlocaties;

  • j.

    bouwgemeente: gemeente die een bouwlocatie op haar grondgebied ontwikkelt;

  • k.

    rente: rendement op staatsobligaties met een resterende looptijd van drie tot vijf jaar, als bekendgemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, of, indien dat rendement niet door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt bekendgemaakt, het door De Nederlandsche Bank N.V. aangenomen rendement op zodanige staatsobligaties.

Artikel

2

Artikel

3

Vervallen

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

6a

Een ontwikkelingscontract omvat in elk geval:

  • a.

    het tijdstip waarop de contractperiode begint en het tijdstip waarop deze eindigt, welk laatstbedoelde tijdstip samenvalt met het tijdstip waarop ingevolge de aanhef van artikel 27, eerste lid, uiterlijk kan worden besloten een budget in te trekken of ten nadele van de ontvanger te wijzigen;

  • b.

    een verdeling van de contractperiode in drie tijdvakken, waarbij per tijdvak het aantal woningen wordt aangegeven dat aan de woningvoorraad wordt toegevoegd op grond van het ontwikkelingscontract, met dien verstande dat:

    • 1°.

      het tweede tijdvak begint op 1 januari van een jaar;

    • 2°.

      het derde tijdvak begint op het tijdstip, bedoeld in onderdeel c, en dat als aantal in dat tijdvak aan de woningvoorraad toe te voegen woningen nul wordt aangegeven, en

    • 3°.

      zowel het eerste als het tweede tijdvak ten minste twee vijfde deel uitmaakt van de contractperiode zonder inbegrip van het derde tijdvak;

  • c.

    het beoogde tijdstip van voltooiing van de ontwikkeling van de bouwlocaties;

  • d.

    het aantal binnen de bebouwde kom en het aantal buiten de bebouwde kom aan de woningvoorraad toe te voegen woningen op grond van het ontwikkelingscontract, alsmede de wijzigingen in die aantallen als gevolg van daartoe strekkende afspraken tussen de betrokken budgetbeherende provincie en één of meer andere budgetbeherende provincies;

  • e.

    het totale aantal ten minste aan de woningvoorraad toe te voegen woningen;

  • f.

    de gehanteerde rente, waarvoor wordt uit gegaan van de gemiddelde rente over de vijf kalenderjaren die direct voorafgaan aan het tijdstip van ondertekening van het ontwikkelingscontract, en

  • g.

    hetgeen ingevolge de artikelen 13d, 17, eerste lid, eerste en derde volzin, en 25, eerste lid, derde volzin, daarin dient te worden opgenomen.

Afdeling

2

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Vervallen

Artikel

13a

Vervallen

Hoofdstuk

II

Verhoging van budgetten

Artikel

13b

Artikel

13c

Artikel

13d

Bij verhoging van het budget voor een ontvanger worden van het betrokken uitvoeringscontract of ontwikkelingscontract de bepalingen inzake de aantallen te bouwen woningen en de te ontwikkelen bouwlocaties dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel

14

Onze Minister kent een ingevolge artikel 13b tot stand gekomen verhoging van een budget aan de betrokken ontvanger toe.

Hoofdstuk

III

Bepalingen met betrekking tot verstrekte financiële middelen en subsidies

§

1

Uitbetaling van budgetten

Artikel

15

Vervallen

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Artikel

18

§

1a

De verstrekking van subsidie door provinciale staten

Artikel

18a

Provinciale staten brengen een verordening tot stand, op voet waarvan zij subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, verstrekken en die in elk geval omvat:

  • a.

    regels inzake de wijze van aanvragen van die subsidie;

  • b.

    de bij de aanvraag over te leggen gegevens en bescheiden;

  • c.

    de termijnen voor de beslissing omtrent de aanvraag;

  • d.

    de gronden om die subsidie niet te verstrekken;

  • e.

    de verplichtingen die gelden ingevolge artikel 18b, eerste en tweede lid;

  • f.

    de overige verplichtingen die gelden bij het verstrekken van die subsidie;

  • g.

    regels inzake de berekening van het bedrag van die subsidie;

  • h.

    de termijnen voor en de wijze van uitbrengen van het verslag, bedoeld in artikel 18b, eerste lid, onderdeel c;

  • i.

    de termijnen voor en de wijze van melden van de voltooiing van de ontwikkeling van de bouwlocaties en

  • j.

    de wijze en het tijdstip of de tijdstippen van uitbetalen van die subsidie.

Artikel

18b

§

2

Jaarlijkse verslaglegging over de ontwikkeling van de bouwlocaties

Artikel

19

Het budgethoudende bestuursorgaan brengt jaarlijks voor 1 april, voor het eerst in het tweede kalenderjaar van de contractperiode, op een formulier volgens het model in bijlage II bij dit besluit, aan Onze Minister verslag uit over de voortgang van de ontwikkeling van de in het betrokken uitvoeringscontract genoemde bouwlocaties, respectievelijk van de bouwlocaties, genoemd in dan wel ter uitvoering van het ontwikkelingscontract. In afwijking in zoverre van de eerste volzin wordt, indien in het eindrapport, bedoeld in artikel 26, eerste lid, niet is gemeld dat de ontwikkeling van de bouwlocaties op het grondgebied van de ontvanger is voltooid, het in die volzin bedoelde verslag over het laatste kalenderjaar van de contractperiode uitgebracht binnen vier weken na die voltooiing.

Artikel

20

Artikel

21

Vervallen

§

3

Periodieke rapportage

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

§

4

Naleving van de voorwaarden

Artikel

27

Artikel

27a

§

5

Melding van de voltooiing

Artikel

28

Hoofdstuk

IV

Verdere bepalingen

Artikel

29

Artikel

30

Vervallen

Hoofdstuk

V

Slotbepalingen

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

33

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit locatiegebonden subsidies.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, E. Heerma
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage

I

bij artikel 2 van het Besluit locatiegebonden subsidies

Lijst

van bouwgemeenten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies

In de onderstaande lijst wordt onder "Binnenstedelijke locaties" verstaan: bouwlocaties binnen de bebouwde kom, en wordt onder "Uitleglocaties" verstaan: bouwlocaties buiten de bebouwde kom.

PROVINCIE GRONINGEN

Stadsgewest Groningen

∗ Binnenstedelijke locaties:

– Groningen

∗ Uitleglocaties:

– Groningen (Groningen-Oost, Groningen-Noord-West, Groningen-Zuid-West)

PROVINCIE FRIESLAND

Stadsgewest Leeuwarden

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Leeuwarden

  • Boarnsterhim – Leeuwarderadeel

  • Menaldumadeel

  • Tytsjerksteradiel

  • Littenseradiel

∗ Uitleglocaties:

– Leeuwarden (Hempens/Teerns)

PROVINCIE DRENTHE

Concentratiekern Emmen

∗ Binnenstedelijke locaties:

– Emmen

∗ Uitleglocaties:

– Emmen (Rietlanden, Delftlanden, Erica)

PROVINCIE OVERIJSSEL

Stadsgewest Zwolle

∗ Binnenstedelijke locaties:

– Zwolle

∗ Uitleglocaties:

– Zwolle (Stadshagen)

Stadsgewest Stedendriehoek

∗ Binnenstedelijke locaties:

– Deventer

∗ Uitleglocaties:

– Deventer (Colmschate-Noord)

PROVINCIE GELDERLAND

Stadsgewest Stedendriehoek

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Apeldoorn

  • Zutphen

  • Voorst

∗ Uitleglocaties:

  • Apeldoorn (Osseveld-Oost, Woudhuis, Beemte/Zuidbroek)

  • Zutphen (Leesten-Oost en -West)

PROVINCIE UTRECHT

Stadsgewest Amersfoort

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Amersfoort

  • Baarn

  • Bunschoten

  • Eemnes

  • Leusden

  • Soest

  • Woudenberg

∗ Uitleglocaties:

– Amersfoort (Nieuwland, Vathorst)

PROVINCIE NOORD-HOLLAND

Stadsgewest Alkmaar

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Alkmaar

  • Akersloot

  • Bergen

  • IJmond

  • Graft de Rijp

  • Heerhugowaard

  • Langedijk

  • Heiloo

  • Limmen

  • Schermer

  • Schoorl

  • Warmenhuizen

∗ Uitleglocaties:

  • Alkmaar (Vroonermeer, Daalmeer)

  • Heerhugowaard (Oostertocht, Stad van de Zon, Beveland, Broekhorn)

Stadsgewest Haarlem

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Haarlem

  • Bennebroek

  • Bloemendaal

  • Haarlemmerliede en Spaarnwoude

  • Heemstede

  • Zandvoort

  • Beverwijk

  • Castricum

  • Heemskerk

  • Uitgeest

  • Velsen

∗ Uitleglocaties:

  • Beverwijk (Broekpolder)

  • Heemskerk (Waterakkers/Lunetten)

  • Velsen (Velserbroek)

Stadsgewest Hilversum

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Hilversum

  • Blaricum

  • Bussum

  • 's-Graveland

  • Huizen

  • Laren

  • Muiden

  • Naarden

  • Nederhorst den Berg

  • Weesp

∗ Uitleglocaties:

  • Huizen (Vierde Kwadrant)

  • Weesp (Bloemendalerpolder-150)

PROVINCIE ZUID-HOLLAND

Stadsgewest Leiden/Bollenstreek

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Leiden

  • Alkemade

  • Leiderdorp

  • Oegstgeest

  • Voorschoten

  • Zoeterwoude

  • Hillegom

  • Katwijk

  • Lisse

  • Noordwijk

  • Noordwijkerhout

  • Rijnsburg

  • Sassenheim

  • Valkenburg

  • Voorhout

  • Warmond

∗ Uitleglocaties:

  • Leiderdorp (Vegmo-Ruigekade, Boterhuispolder)

  • Voorhout (Voorhout-Noord)

Stadsgewest Drechtsteden

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Dordrecht

  • Alblasserdam

  • Graafstroom

  • 's-Gravendeel

  • Heerjansdam

  • Hendrik Ido Ambacht

  • Nieuw Lekkerland

  • Papendrecht

  • Sliedrecht

  • Zwijndrecht

∗ Uitleglocaties:

  • Dordrecht (Dordrecht-buitenstad)

  • Alblasserdam (Lange steeg)

  • Hendrik Ido Ambacht (De Volgerlanden)

  • Papendrecht/Sliedrecht (Papendrecht Oostpolder/Sliedrecht Baanhoek West)

PROVINCIE ZEELAND

Stadsgewest Vlisburg

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Middelburg

  • Vlissingen

PROVINCIE NOORD-BRABANT

Stadsgewest Breda

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Breda

  • Etten-Leur

  • Oosterhout

∗ Uitleglocaties:

  • Breda (Haagse Beemden, Westerpark), Nieuw Ginneken (Ypelaar N.O., Bavel), Prinsenbeek, Teteringen

  • Etten-Leur (Hoge Neerstraat, Brandseweg, Schoenmakershoek)

  • Oosterhout (Vrachelen)

Stadsgewest Tilburg

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Tilburg

  • Goirle

  • Waalwijk (niet gelegen in Vinex-stadsgewest)

∗ Uitleglocaties:

  • Tilburg (Reeshof, Drijflanen, Tilburg-Noord-Oost), Udenhout (De Mortel)

  • Goirle (Bakertand)

  • Waalwijk (niet gelegen in Vinex-stadsgewest) (Waalwijk-West)

Stadsgewest 's-Hertogenbosch

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • 's-Hertogenbosch

  • Heusden

  • Vught

∗ Uitleglocaties:

  • 's-Hertogenbosch (Hoogveld II/ Engelen), Empel (Empel-Noord en -Zuid), Rosmalen (Rosmalen-Noord, Elsstraat)

  • Vught (Frederik Hendrik Kazerne, Hoevensestraat)

PROVINCIE LIMBURG

Stadsgewest Heerlen

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Heerlen

  • Brunssum

  • Kerkrade

  • Landgraaf

∗ Uitleglocaties:

– Heerlen (Hoogveld, Heerlerbaan)

Stadsgewest Sittard/Geleen

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Sittard

  • Geleen

∗ Uitleglocaties:

– Sittard (Hoogveld, Sittard-West)

Stadsgewest Venlo

∗ Binnenstedelijke locaties:

  • Venlo

  • Tegelen

∗ Uitleglocaties:

– Venlo (Venlo-stadsrand Zuid-Oost)

Stadsgewest Maastricht

∗ Binnenstedelijke locaties:

– Maastricht

∗ Uitleglocaties:

– Maastricht (Caberg-Lanakerveld)

Bijlage

I A

Vervallen

Bijlage

I B

Vervallen

Bijlage

II

bij artikel 19 van het Besluit locatiegebonden subsidies

Verslag als bedoeld in artikel 19, eerste volzin, van het Besluit locatiegebonden subsidies over het jaar ... (verslagjaar)

Gegevens omtrent de voortgang van de ontwikkeling van de bouwlocaties:

te verstrekken door alle ontvangers:

het geraamde aantal aan de woningvoorraad toe te voegen woningen in elk van de op het verslagjaar eerstvolgende drie kalenderjaren.

te verstrekken door de regionale openbare lichamen waarvan de gemeente Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage of Utrecht deel uitmaakt:

  • -

    het totale aantal woningen dat in het verslagjaar aan de woningvoorraad is toegevoegd, welk aantal gelijk is aan het ter zake aan het Centraal Bureau voor de Statistiek ten behoeve van zijn statistieken verstrekte aantal;

  • -

    het aantal woningen dat in het verslagjaar aan de woningvoorraad is toegevoegd op elk van de bouwlocaties binnen de bebouwde kom, waarop bedrijfsterreinen gelegen zijn die niet meer als zodanig in gebruik zijn (functieveranderingslocaties);

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de sociale-bouwsector waarmee in het verslagjaar de woningvoorraad is uitgebreid op de betrokken in het uitvoeringscontract aangegeven nieuwe bouwlocaties gezamenlijk;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de marktsector waarmee in het verslagjaar de woningvoorraad is uitgebreid op de betrokken in het uitvoeringscontract aangegeven bouwlocaties in en aan de stad gezamenlijk.

te verstrekken door de andere regionale openbare lichamen:

  • -

    het totale aantal woningen dat in het verslagjaar aan de woningvoorraad is toegevoegd, welk aantal gelijk is aan het ter zake aan het Centraal Bureau voor de Statistiek ten behoeve van zijn statistieken verstrekte aantal;

  • -

    het aantal woningen dat in het verslagjaar aan de woningvoorraad is toegevoegd op bouwlocaties buiten de bebouwde kom, uitgesplitst per bouwlocatie;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de sociale-bouwsector waarmee in het verslagjaar de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties buiten de bebouwde kom;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de marktsector waarmee in het verslagjaar de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties binnen de bebouwde kom.

te verstrekken door de budgetbeherende provincies:

  • -

    het totale aantal woningen dat op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, in het verslagjaar aan de woningvoorraad is toegevoegd;

  • -

    het aantal woningen dat op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, in het verslagjaar aan de woningvoorraad is toegevoegd op bouwlocaties binnen de bebouwde kom en op bouwlocaties buiten de bebouwde kom;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, en het aantal woningen in de sociale-bouwsector waarmee op grond van dat ontwikkelingscontract in het verslagjaar de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties buiten de bebouwde kom;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, en het aantal woningen in de marktsector waarmee op grond van dat ontwikkelingscontract in het verslagjaar de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties binnen de bebouwde kom.

Bijlage

II A

Vervallen

Bijlage

II B

Vervallen

Bijlage

III A

bij artikel 22, eerste lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies

Tussenrapport als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies over het tijdvak ... (verslagperiode)

Gegevens omtrent de voortgang van de ontwikkeling van de bouwlocaties:

te verstrekken door alle ontvangers:

de stand van de ontwikkeling van de bouwlocaties aan het einde van de verslagperiode.

te verstrekken door de regionale openbare lichamen waarvan de gemeente Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage of Utrecht deel uitmaakt:

  • -

    het totale aantal woningen dat in de verslagperiode aan de woningvoorraad is toegevoegd, welk aantal gelijk is aan het ter zake aan het Centraal Bureau voor de Statistiek ten behoeve van zijn statistieken verstrekte aantal;

  • -

    het aantal woningen dat in de verslagperiode aan de woningvoorraad is toegevoegd op elk van de bouwlocaties binnen de bebouwde kom, waarop bedrijfsterreinen gelegen zijn die niet meer als zodanig in gebruik zijn (functieveranderingslocaties);

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de sociale-bouwsector waarmee in de verslagperiode de woningvoorraad is uitgebreid op de betrokken in het uitvoeringscontract aangegeven nieuwe bouwlocaties gezamenlijk;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de marktsector waarmee in de verslagperiode de woningvoorraad is uitgebreid op de betrokken in het uitvoeringscontract aangegeven bouwlocaties in en aan de stad gezamenlijk;

  • -

    de bouwlocaties waarvan de grond aan het einde van de verslagperiode bouwrijp is, en het geraamde aantal woningen dat op die grond aan de woningvoorraad wordt toegevoegd.

te verstrekken door de andere regionale openbare lichamen:

  • -

    het totale aantal woningen dat in de verslagperiode aan de woningvoorraad is toegevoegd, welk aantal gelijk is aan het ter zake aan het Centraal Bureau voor de Statistiek ten behoeve van zijn statistieken verstrekte aantal;

  • -

    het aantal woningen dat in de verslagperiode aan de woningvoorraad is toegevoegd op bouwlocaties buiten de bebouwde kom, uitgesplitst per bouwlocatie;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de sociale-bouwsector waarmee in de verslagperiode de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties buiten de bebouwde kom;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de marktsector waarmee in de verslagperiode de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties binnen de bebouwde kom;

  • -

    het geraamde aantal aan de woningvoorraad toe te voegen woningen in elk van de op de verslagperiode eerstvolgende drie kalenderjaren.

te verstrekken door de budgetbeherende provincies:

  • -

    het totale aantal woningen dat op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, in de verslagperiode aan de woningvoorraad is toegevoegd;

  • -

    het aantal woningen dat op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, in de verslagperiode aan de woningvoorraad is toegevoegd op bouwlocaties binnen de bebouwde kom en op bouwlocaties buiten de bebouwde kom;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, en het aantal woningen in de sociale-bouwsector waarmee op grond van dat ontwikkelingscontract in de verslagperiode de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties buiten de bebouwde kom;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, en het aantal woningen in de marktsector waarmee op grond van dat ontwikkelingscontract in de verslagperiode de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties binnen de bebouwde kom;

  • -

    het geraamde aantal aan de woningvoorraad toe te voegen woningen in elk van de op de verslagperiode eerstvolgende drie kalenderjaren.

Financiële gegevens (uitsluitend te verstrekken door de budgetbeherende provincies):

Totaalbedrag over de verslagperiode aan verstrekte subsidie voor de ontwikkeling van bouwlocaties (op voet van de provinciale verordening, bedoeld in artikel 18a van het Besluit locatiegebonden subsidies, van ....... (datum)):

gemeente ..... bouwlocatie ..... €

gemeente ..... bouwlocatie ..... €

enz.

Totaal: –

_______________________

Totaalbedrag over de verslagperiode aan teruggevorderde subsidie voor de ontwikkeling van bouwlocaties (verstrekt op voet van de provinciale verordening, bedoeld in artikel 18a van het Besluit locatiegebonden subsidies van ....... (datum)):

gemeente ..... bouwlocatie ..... €

gemeente ..... bouwlocatie ..... €

enz.

Totaal: +

_______________________

Eindsaldo verslagperiode:

Overige gegevens (door alle ontvangers te verstrekken):

Bijlage

III B

bij de artikelen 26, eerste lid, en 28, eerste lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies

Eindrapport als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies/melding van voltooiing als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van dat besluit

Verslagperiode:

Gegevens omtrent de voortgang van de ontwikkeling van de bouwlocaties:

te verstrekken door de regionale openbare lichamen waarvan de gemeente Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage of Utrecht deel uitmaakt:

  • -

    de ontwikkelde bouwlocaties;

  • -

    het totale aantal woningen dat aan de woningvoorraad is toegevoegd, welk aantal gelijk is aan het ter zake aan het Centraal Bureau voor de Statistiek ten behoeve van zijn statistieken verstrekte aantal;

  • -

    het aantal woningen dat aan de woningvoorraad is toegevoegd op elk van de bouwlocaties binnen de bebouwde kom, waarop bedrijfsterreinen gelegen zijn die niet meer als zodanig in gebruik zijn (functieveranderingslocaties);

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de sociale-bouwsector waarmee de woningvoorraad is uitgebreid op de betrokken in het uitvoeringscontract aangegeven nieuwe bouwlocaties gezamenlijk;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de marktsector waarmee de woningvoorraad is uitgebreid op de betrokken in het uitvoeringscontract aangegeven bouwlocaties in en aan de stad gezamenlijk.

te verstrekken door de andere regionale openbare lichamen:

  • -

    de ontwikkelde bouwlocaties;

  • -

    het totale aantal woningen dat aan de woningvoorraad is toegevoegd, welk aantal gelijk is aan het ter zake aan het Centraal Bureau voor de Statistiek ten behoeve van zijn statistieken verstrekte aantal;

  • -

    het aantal woningen dat aan de woningvoorraad is toegevoegd op bouwlocaties buiten de bebouwde kom, uitgesplitst per bouwlocatie;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de sociale-bouwsector waarmee de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties buiten de bebouwde kom;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de marktsector waarmee de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties binnen de bebouwde kom.

te verstrekken door de budgetbeherende provincies:

  • -

    het totale aantal woningen dat op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, aan de woningvoorraad is toegevoegd;

  • -

    het aantal woningen dat op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, aan de woningvoorraad is toegevoegd op bouwlocaties binnen de bebouwde kom en op bouwlocaties buiten de bebouwde kom;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, en het aantal woningen in de sociale-bouwsector waarmee op grond van dat ontwikkelingscontract de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties buiten de bebouwde kom;

  • -

    het totale aantal woningen waarmee op grond van het ontwikkelingscontract, bedoeld in het Besluit locatiegebonden subsidies, en het aantal woningen in de marktsector waarmee op grond van dat ontwikkelingscontract, de woningvoorraad is uitgebreid op bouwlocaties binnen de bebouwde kom.

Financiële gegevens (uitsluitend te verstrekken door de budgetbeherende provincies):

In de verslagperiode ontvangen jaarbedragen: +

________________________

Beschikbaar budget in de verslagperiode:

Totaalbedrag over de verslagperiode aan verstrekte subsidie voor de ontwikkeling van bouwlocaties (op voet van de provinciale verordening, bedoeld in artikel 18a van het Besluit locatiegebonden subsidies, van ....... (datum)):

gemeente ..... bouwlocatie ..... €

gemeente ..... bouwlocatie ..... €

enz.

Totaal: -

________________________

Totaalbedrag over de verslagperiode aan teruggevorderde subsidie voor de ontwikkeling van bouwlocaties (verstrekt op voet van de provinciale verordening, bedoeld in artikel 18a van het Besluit locatiegebonden subsidies van ....... (datum)):

gemeente ..... bouwlocatie ..... €

gemeente ..... bouwlocatie ..... €

enz.

Totaal: +

________________________

Eindsaldo contractperiode:

Overige gegevens (door alle ontvangers te verstrekken):

De uiteenzetting, bedoeld in artikel 22, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit locatiegebonden subsidies (met gebruikmaking van de handleiding voor het ter zake te voeren beleid).

Bijlage

IV A

bij artikel 22, derde lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies

Protocol voor accountantsverklaringen in het kader van het Besluit locatiegebonden subsidies

Specifiek van toepassing zijnde regelgeving:

  • -

    Besluit locatiegebonden subsidies

Richtlijnen:

1. De accountantsverklaring wordt afgegeven met als doel de vaststelling van de rechtmatige naleving van de voorschriften gesteld bij de ingevolge het Besluit locatiegebonden subsidies toegekende budgetten en de deugdelijkheid van de verstrekte gegevens.

2. De accountant controleert daartoe aan de hand van het tussenrapport, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies, het eindrapport, bedoeld in artikel 26, eerste lid , van dat besluit, of de melding, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van dat besluit, in elk geval of:

  • a.

    rechtsgeldig door het budgethoudende bestuursorgaan is besloten tot het verstrekken van subsidie op voet van dat besluit;

  • b.

    de opgave van genomen besluiten tot het verstrekken van subsidie voor het ontwikkelen van bouwlocaties ten laste van het budget en tot intrekking daarvan juist en volledig is;

  • c.

    dat rapport of die melding een getrouwe en deugdelijke weergave bevat van de ontvangsten, en van de bestedingen ten laste van het budget;

  • d.

    uit dat rapport of die melding blijkt dat de in het uitvoeringscontract of het ontwikkelingscontract afgesproken prestaties zijn gerealiseerd;

  • e.

    de uiteenzetting, bedoeld in artikel 22, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit locatiegebonden subsidies, voor zover hij dat kan beoordelen overeenkomstig dat onderdeel is opgesteld en in dat rapport of die melding is opgenomen.

2a. De onderdelen a, b en c van richtlijn 2 gelden niet voor de regionale openbare lichamen.

3. Er wordt een rapport van bevindingen bij de accountantsverklaring opgesteld, waarin de accountant in ieder geval zijn oordeel geeft over het door het budgethoudende bestuursorgaan gevoerde beleid op het terrein van misbruik en oneigenlijk gebruik. Ook worden afwijkingen ten opzichte van en overige bevindingen bij het onder punt 2 vermelde daarin tot uitdrukking gebracht. Indien de rechtmatigheid niet voldoende gewaarborgd is, geeft hij daarin tevens een oordeel over de mate waarin de financiële processen op orde zijn.

4. Een goedkeurende accountantsverklaring wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage IV B opgenomen model. Een accountantsverklaring kan slechts goedkeurend zijn, voor zover naar het oordeel van de accountant fouten met betrekking tot de ten laste van het budget aangegane verplichtingen het percentage van één, uitgedrukt in geldeenheden, niet overschrijden alsmede de afgesproken prestaties onder de gestelde voorwaarden zijn geleverd en de getrouwheid van het rapport of de melding is vastgesteld. Dit percentage kan bij ministeriële regeling worden gewijzigd. De accountant wordt hierbij de vrijheid gelaten een zodanige combinatie van controlemaatregelen te kiezen dat hij in staat is zich een gefundeerd oordeel te vormen. Om deze reden is dan ook geen norm gesteld voor de (statistische) betrouwbaarheid van zijn uitspraken.

5. Een accountantsverklaring die niet goedkeurend is, sluit zo veel mogelijk aan op de indeling die in het in bijlage IV B opgenomen model is gegeven, en wordt ingericht met inachtneming van de door het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants vastgestelde gedrags- en beroepsregels voor registeraccountants, dan wel van de door de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten vastgestelde gedrags- en beroepsregels voor accountants-administratieconsulenten.

Bijlage

IV B

bij artikel 22, derde lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies

Model van een goedkeurende accountantsverklaring bij het tussenrapport, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies, het eindrapport, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van dat besluit of de melding, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van dat besluit 1 In het model van een goedkeurende accountantsverklaring voor regionale openbare lichamen wordt de tekst, beginnend met «Op grond van» en eindigend met «juist zijn», vervangen door de volgende tekst: Op grond van deze controle zijn wij van oordeel dat de verstrekte gegevens omtrent de in het uitvoeringscontract afgesproken prestaties juist zijn.

Wij hebben het tussenrapport, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies/het eindrapport, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies/de melding, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van het Besluit locatiegebonden subsidies van de ontvanger (naam) van (datum) gecontroleerd met inachtneming van het protocol, opgenomen onder bijlage IV A bij dat besluit.

Op grond van deze controle zijn wij van oordeel dat:

  • a.

    (juiste weergave) de in het rapport/de melding opgenomen gegevens omtrent

    • -

      het toegekende budget en

    • -

      de besluiten tot het ontwikkelen van bouwlocaties ten laste van dat toegekende budget

    juist en volledig zijn weergegeven.

  • b.

    (rechtmatigheid) bij die besluiten de in het Besluit locatiegebonden subsidies gestelde voorwaarden zijn nageleefd en

  • c.

    (prestaties) de verstrekte gegevens omtrent de in het uitvoeringscontract of het ontwikkelingscontract afgesproken prestaties juist zijn.

Deze verklaring wordt afgegeven ten behoeve van het dagelijks bestuur of gedeputeerde staten van (aanduiding ontvanger).

(plaatsnaam, datum)

(naam accountant en ondertekening)