Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 4 oktober 1993, No. J. 9315353, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Gelet op
Richtlijn nr. 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (
PbEG L 315),
Richtlijn nr. 92/40/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (
PbEG L 167),
Richtlijn nr. 92/66/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (
PbEG L 260),
Richtlijn nr. 92/119/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van vesiculaire varkensziekte (
PbEG 1993, L 62),
Richtlijn nr. 92/117/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 inzake maatregelen voor de bescherming tegen bepaalde zoönoses en bepaalde zoönoseverwekkers bij dieren en in produkten van dierlijke oorsprong teneinde door voedsel overgedragen infecties en vergiftigingen te voorkomen (
PbEG 1993, L 62),
Richtlijn nr. 93/53/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1993 tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten (
PbEG L 175),
Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (
PbEG L 224) en
Richtlijn nr. 92/65/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van
Richtlijn nr. 90/425/EEG geldt (
PbEG L 268);
Gezien het advies van de Raad voor dierenaangelegenheden, het Landbouwschap, het Produktschap voor Pluimvee en Eieren, het Produktschap voor Vis en Visprodukten en het Bedrijfschap voor de Pluimveehandel en -industrie;
De Raad van State gehoord (advies van 30 november 1993, No. W11.93.0661.);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 1 februari 1994, No. J. 9320678, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;