Artikel
1
De mobiele eenheid bestaat uit basiseenheden, aanhoudingseenheden, eenheden te water en teams van een waterwerper.
Besluiten:
De mobiele eenheid bestaat uit basiseenheden, aanhoudingseenheden, eenheden te water en teams van een waterwerper.
Een basiseenheid kan bestaan uit één of meer groepen, secties, pelotons en compagnies.
De korpsbeheerder draagt er zorg voor dat uit een peloton een groep als bedoeld in artikel 2, kan worden samengesteld die geoefend is in het gebruik van CS-traangas.
De korpsbeheerder draagt er zorg voor dat de leden die ingezet kunnen worden met het in artikel 7, tweede lid, genoemde semi-automatisch vuurwapen zijn uitgerust met een kogelwerend vest en een kogelwerende helm.
De korpsbeheerder draagt er zorg voor dat de leden van de mobiele eenheid van de regio zijn uitgerust met beschermende kleding, overeenkomstig bijlage 1 van de Kledingregeling voor de politie.
De korpsbeheerder draagt zorg voor een voorziening van basiseenheden die op de behoefte in de regio is toegesneden.
Het regionaal politiekorps moet ten minste het in bijlage 1 bij deze regeling bepaalde aantal pelotons of secties voor bijstand beschikbaar hebben.
De aanvraag van de korpsbeheerder voor bijstand van de mobiele eenheid wordt slechts ingewilligd indien hij de mobiele eenheid van zijn regio volledig heeft ingezet.
De korpsbeheerder draagt er zorg voor dat de binnen zijn regio aanwezige eenheden die op basis van bijlage 1 voor de bijstand beschikbaar moeten zijn, binnen anderhalf uur inzetbaar zijn voor vertrek. Indien meer dan één peloton op basis van bijlage 1 voor de bijstand beschikbaar moet zijn, dan moet in ieder geval het eerste peloton binnen anderhalf uur inzetbaar zijn voor vertrek. De overige pelotons of secties moeten binnen vier uur inzetbaar zijn voor vertrek.
Een aanhoudingseenheid kan bestaan uit één of meer groepen of secties of één peloton.
De korpsbeheerder draagt al dan niet tezamen met een of meer korpsbeheerders van andere regionale politiekorpsen zorg voor een voorziening van aanhoudingseenheden.
De regionale politiekorpsen, bedoeld in bijlage 2 bij deze regeling, houden een peloton voor bijstand beschikbaar dat tevens geschikt en in staat is aan boord van of rond een vaartuig op te treden.
De korpsbeheerder draagt er zorg voor dat een peloton als bedoeld in het eerste lid geoefend is om rond of aan boord van een vaartuig op te treden.
De korpsbeheerder draagt er zorg voor dat de leden van een peloton als bedoeld in het eerste lid zijn uitgerust met zwemvesten.
De korpsbeheerder van de regio Rotterdam-Rijnmond draagt er zorg voor dat ten behoeve van de eenheid, bedoeld in het eerste lid, kan worden beschikt over:
twee vaartuigen;
een commando-vaartuig;
een reddingsvaartuig.
De regio's Amsterdam-Amstelland, Rotterdam-Rijnmond en Haaglanden hebben de beschikking over een of meer waterwerpers en een bijbehorend team.
Een team van een waterwerper bestaat uit:
een commandant,
een chauffeur, en
twee kanonniers, waarvan er één plaatsvervangend chauffeur is.
De korpsbeheerder maakt op basis van de organisatiestructuur van de mobiele eenheid voor het grootschalig optreden een verbindingsschema voor het gebruik van de verbindingsmiddelen.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken, in overeenstemming met de Minister van Justitie voor zover het de aanhoudingseenheden betreft, kan nadere regels geven voor:
de uitrusting van de mobiele eenheid,
de voertuigen en de vaartuigen die door de mobiele eenheid worden gebruikt,
de frequenties en aantallen van de verbindingsmiddelen van de mobiele eenheid naar eenheid, voertuig en vaartuig.
Een ambtenaar van politie kan lid worden van de mobiele eenheid indien hij:
drie jaar werkzaam is in de basispolitiezorg,
voldoet aan de door de Minister van Binnenlandse Zaken, in overeenstemming met de Minister van Justitie voor zover het de aanhoudingseenheden betreft, gestelde geschiktheidseisen, en
de basisopleiding mobiele eenheden heeft afgerond.
Voor de volgende functies binnen de mobiele eenheid gelden aanvullende eisen:
een groepscommandant en een commandant als bedoeld in artikel 17, heeft ten minste schaal 8;
een sectiecommandant heeft ten minste schaal 9;
een pelotonscommandant heeft ten minste schaal 10;
een compagniescommandant heeft ten minste schaal 12.
De ambtenaar van politie die deel uitmaakt van de mobiele eenheid, heeft voldaan aan de eindtermen van de door de Minister van Binnenlandse Zaken aan te wijzen vervolgopleiding. Het aanwijzen geschiedt in overeenstemming met de Minister van Justitie voor zover het de vervolgopleiding voor de aanhoudingseenheid betreft.
De korpsbeheerder wijst een ambtenaar aan die wordt belast met de coördinatie van de mobiele eenheid in het regionaal politiekorps.
De korpsbeheerder stelt jaarlijks een beleidsplan voor de mobiele eenheid op waarin wordt aangegeven op welke wijze aan de eisen, bedoeld in deze regeling uitvoering is gegeven.
De korpsbeheerder draagt er zorg voor dat binnen het regionaal politiekorps voldoende opvang wordt gegeven aan de ingezette leden na een optreden van de mobiele eenheid.
De burgemeester maakt, in overeenstemming met de officier van justitie, van elk grootschalig optreden door de mobiele eenheid waarbij ernstige verstoring van de openbare orde is ontstaan, een evaluatierapport op, dat door tussenkomst van de korpsbeheerder aan de ministers wordt toegezonden.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 1994.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling mobiele eenheid.
Deze regeling zal met toelichting worden geplaatst in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad.
Groningen |
2 |
|
Friesland |
1 |
|
Drenthe |
1 |
|
IJsselland |
1 |
|
Twente |
1 |
|
Noord-en Oost-Gelderland |
1 |
|
Gelderland-Midden |
1 |
|
Gelderland-Zuid |
1 |
|
Utrecht |
3 |
|
Noord-Holland-Noord |
1 |
1 |
Zaanstreek-Waterland |
1 |
|
Kennemerland |
1 |
1 |
Amsterdam-Amstelland |
4 |
|
Gooi en Vechtstreek |
1 |
|
Hollands Midden |
1 |
1 |
Haaglanden |
4 |
|
Rotterdam-Rijnmond |
4 |
|
Zuid-Holland-Zuid |
1 |
1 |
Zeeland |
1 |
1 |
Midden- en West-Brabant |
3 |
|
Brabant-Noord |
1 |
1 |
Brabant-Zuid-Oost |
2 |
|
Limburg-Noord |
1 |
|
Limburg-Zuid |
2 |
|
Flevoland |
1 |
|
In de provincie Gelderland wordt in interregionaal verband gezorgd voor |
1 |
De navolgende politieregio's hebben voor bijstand een geoefend peloton mobiele eenheden beschikbaar dat tevens geschikt is om op te treden rond of aan boord van vaartuigen:
Groningen
Gelderland-Midden
Gelderland-Zuid
Kennemerland
Amsterdam-Amstelland
Rotterdam-Rijnmond
Zuid-Holland-Zuid
Zeeland
Limburg-Noord