Gehoord de Commissie voor georganiseerd overleg in politie-ambtenarenzaken, afdeling Korps landelijke politiediensten;
Besluit:
Artikel
1
In deze beschikking wordt verstaan onder:
Korpschef:
de korpschef van het Korps landelijke politiediensten;
Divisiechefs:
de chefs van de divisies Mobiliteit, Centrale Recherche Informatie, Koninklijke en Diplomatieke beveiliging, Ondersteuning, Logistiek en I.T.-organisatie i.o. van het Korps landelijke politiediensten.
Chefs stafafdelingen:
de chefs van de stafafdelingen Personeel & Organisatie, Financiële Economische Bedrijfsvoering en Strategie management ondersteuning.
Artikel
2
1
De korpschef is gemachtigd tot het namens de Minister van Justitie uitoefenen van het beheer bedoeld in artikel 38, derde lid van de Politiewet 1993 alsmede de tot het uitoefenen van de taken en bevoegdheden ten aanzien van de persoonsregistraties en politieregisters die bij het Korps landelijke politiediensten worden gevoerd, behoudens hetgeen is aangegeven in de bij deze beschikking behorende bijlage.
2
De onder 1. bedoelde bevoegdheden met betrekking tot het beheer kunnen niet worden uitgeoefend ten aanzien van de korpschef zelf, zijn plaatsvervanger, de divisiechefs en de chefs van de centrale stafafdelingen.
3
De korpschef kan ten aanzien van de onder 1., bedoelde bevoegdheden ondermandaat verlenen aan ambtenaren behorend tot het Korps landelijke politiediensten. Dit ondermandaat wordt schriftelijk verleend en aan de Minister van Justitie ter kennis gebracht.
Artikel
3
Behoudens bij civiele procedures, is de korpschef bevoegd de minister van Justitie in rechte te vertegenwoordigen ten aanzien van besluiten genomen op grond van de bevoegdheden die in gevolge dit besluit aan hem zijn gemandateerd.
Artikel
4
De korpschef legt periodiek verantwoording af over het door hem op grond van artikel 2 en 3 bedoelde beheer. Ter uitvoering van dit artikel worden nadere regels gesteld.
Artikel
5
Op het moment van inwerkingtreding van dit besluit nog bestaande machtigingen tot het namens de minister van Justitie uitoefenen van de in artikel 2 en 3 bedoelde bevoegdheden, worden hierbij ingetrokken.
Artikel
6
Dit besluit kan worden aangehaald als: Mandaatbesluit Korps landelijke politiediensten. Het treedt in werking met ingang van 1 april 1994. Het zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad.