Wet van 19 mei 1994, houdende regels betreffende de instelling van een zelfstandig bestuursorgaan, belast met de materiële en immateriële opvang van asielzoekers

Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de materiële en immateriële opvang van asielzoekers toe te vertrouwen aan een wettelijk ingesteld bestuursorgaan;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

  • b.

    COA: het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, bedoeld in artikel 2;

  • c.

    Kaderwet: de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

  • d.

    opvangcentrum: opvangvoorziening, niet zijnde een woning, hotel of pension, waarin door het COA aan asielzoekers opvang wordt geboden;

  • e.

    opvangvoorziening: een accommodatie waarin door of onder verantwoordelijkheid van het COA onderscheidenlijk door of onder verantwoordelijkheid van het college opvang wordt geboden aan asielzoekers.

§

2

Instelling en taken

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

3a

Artikel

3b

Artikel

3c

Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld over de eisen waaraan opvangvoorzieningen moeten voldoen. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen reguliere opvang, opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen en andere opvang van bijzondere aard.

Artikel

4

Bij de toepassing van artikel 3, tweede en derde lid, doet Onze Minister, voor zover dat gevolgen heeft voor de uitoefening van openbaar gezag door het COA, daarvan mededeling aan beide Kamers der Staten-Generaal.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Het COA heeft een bestuur.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

9a

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

13

Het COA wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuur.

§

3

Informatievoorziening, sturing en toezicht

Artikel

14

§

4

Bekostiging en financieel toezicht

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Onze Minister kan regels stellen met betrekking tot de inrichting van het activiteitenplan en de begroting.

§

5

Slotbepalingen

Artikel

21

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

22

Deze wet wordt aangehaald als: Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, H. d’Ancona
De Minister van Justitie, A. Kosto