Besluit van 8 juni 1994, houdende regels ter uitvoering van artikel 572, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering

Besluit tenuitvoerlegging geldboeten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 24 december 1993, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 418792/93/6;
De Raad van State gehoord (advies van 3 mei 1994, nr. W03.93.0861);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 26 mei 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 440005/94/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Het Centraal Justitieel Incassobureau

Artikel

1

Artikel

2

Het Centraal Justitieel Incassobureau verricht de werkzaamheden die Onze Minister van Veiligheid en Justitie of het openbaar ministerie van hem in verband met de uitoefening van hun in artikel 1 genoemde taken verlangen.

§

2

De plaats, wijze en termijn van betaling

Artikel

3

Artikel

3a

Artikel

3b

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Een ieder die betrokken is bij de inning en incasso van een opgelegde geldboete verstrekt het Centraal Justitieel Incassobureau en het openbaar ministerie de gegevens die zij behoeven in verband met de uitoefening van hun in artikel 1 bedoelde taken.

§

3

De verantwoording van de gelden

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

De korpschef doet op de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie te bepalen wijze jaarlijks opgave van de uitvoering van de in artikel 8, derde lid, bedoelde voorschriften en van de met het oog op de toepassing van dit besluit verrichte accountantscontrole. Voor de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaren wordt de in de eerste zin bedoelde opgave gedaan door de betrokken korpschefs, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van het Besluit OM-afdoening of het betrokken lichaam of de betrokken persoon, bedoeld in artikel 4.1, onderdeel b, van het Besluit OM-afdoening.

§

3a

De administratiekosten en de kosten van verhaal

Artikel

9b

Artikel

9c

De kosten van het verhaal van een opgelegde geldboete worden op gelijke voet als de geldboete verhaald op degene aan wie deze geldboete is opgelegd. Onder de kosten van verhaal zijn begrepen de invorderingskosten. De kosten van verhaal, voor zover zij niet betreffen de invorderingskosten, worden berekend overeenkomstig de bij het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders vastgestelde tarieven. De omvang van de invorderingskosten wordt bepaald bij ministeriële regeling.

§

4

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

11

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

12

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tenuitvoerlegging geldboeten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, A. Kosto
De Minister van Justitie, A. Kosto