Besluit van 4 juli 2001, houdende nadere regels inzake de ambtshandelingen van gerechtsdeurwaarders en de tarieven (Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders)

Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 23 mei 2001, nr. 5099743/01/6;
De Raad van State gehoord (advies van 21 juni 2001, nr. W03.01.0251);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 2 juli 2001, nr. 5105381/01/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Vaste schuldenaarstarieven

Artikel

1

De schuldenaarstarieven, vastgesteld bij of krachtens dit besluit dienen mede tot dekking van de rechtstreeks met de ambtshandeling samenhangende voorbereidende, uitvoerende en afrondende werkzaamheden die voor een goede verrichting van die ambtshandeling noodzakelijk zijn.

Artikel

2

Onverminderd de artikelen 5 tot en met 11 en 14, bedragen de kosten, bedoeld in de artikelen 240 en 434a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, voor het exploot van:

  • a.

    dagvaarding, oproeping of aanzegging die het geding inleidt: € 65,18;

  • b.

    betekening van een titel: € 62,73;

  • c.

    betekening van een verzoekschrift met oproeping om in rechte te verschijnen of van een aanzegging, anders dan bedoeld in dit artikel: € 51,56;

  • d.

    betekening, anders dan bedoeld in dit artikel: € 55,18;

  • e.

    beslag op roerende zaken, niet zijnde registergoederen, anders dan bedoeld in een van de volgende onderdelen, of van nadere aanduiding van de in beslag genomen roerende zaken: € 85,73;

  • f.

    beslag op roerende zaken, niet zijnde registergoederen, die zich bevinden op een zodanige plaats dat voor de toegang daartoe de medewerking van een derde nodig is: € 115,12;

  • g.

    beslag op rechten aan toonder of order, op effecten op naam of op overige rechten, anders dan bedoeld in dit artikel: € 169,65;

  • h.

    beslag op aandelen op naam in Nederlandse naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid: € 186,21;

  • i.

    beslag op aandelen aan toonder of van beslag onder derden, anders dan beslag op periodieke betalingen: € 136,60;

  • j.

    beslag onder derden op periodieke betalingen, anders dan beslag als bedoeld onder k: € 97,24;

  • k.

    beslag als bedoeld in artikel 479b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: € 83,03;

  • l.

    beslag onder de schuldeiser zelf, ongeacht het beslagobject: € 113,74;

  • m.

    executie tot afgifte van roerende zaken, niet zijnde registergoederen: € 197,88;

  • n.

    beslag tot verkrijging van afgifte of levering van roerende zaken, niet zijnde registergoederen: € 85,10;

  • o.

    beslag op onroerende zaken of op in Nederland te boek gestelde luchtvaartuigen: € 117,78;

  • p.

    opheffing van beslag op onroerende zaken of de verklaring, bedoeld in artikel 575, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: € 42,02;

  • q.

    beslag op schepen of niet in Nederland te boek gestelde luchtvaartuigen: € 259,61;

  • r.

    gerechtelijke inbewaringgeving: € 176,66;

  • s.

    het aanslaan van biljetten houdende aankondiging van openbare verkoop: € 64,48;

  • t.

    executoriale openbare verkoop van roerende zaken: € 225,67;

  • u.

    aanzegging van de overname van de executie van onroerende zaken: € 60,59;

  • v.

    gedwongen ontruiming van onroerende zaken: € 168,60;

  • w.

    tenuitvoerlegging van lijfsdwang: € 195,96.

Artikel

3

Onverminderd de artikelen 9, 10 en 11, bedragen de kosten, bedoeld in artikel 434a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, van inning, verdere tenuitvoerlegging en verdeling van de opbrengst van beslag op vorderingen tot periodieke betalingen, per maand waarin de gerechtsdeurwaarder een betaling van de derde int:

  • a.

    in geval van enkelvoudig derdenbeslag: € 8,30;

  • b.

    in geval van twee samenlopende derdenbeslagen: € 13,22; en

  • c.

    voor ieder daarop volgend samenlopend derdenbeslag: € 4,92 per beslag.

Artikel

4

Artikel

5

Indien de gerechtsdeurwaarder met betrekking tot dezelfde roerende zaken de ambtshandelingen, bedoeld in artikel 2, onder m en n, verricht, worden de kosten van de ambtshandeling, vastgesteld in artikel 2, onder m, verminderd met € 15,91.

Artikel

6

Indien de gerechtsdeurwaarder zich op grond van een wettelijk voorschrift voor de goede verrichting van de ambtshandeling laat bijstaan door een of meer getuigen, worden de kosten van de ambtshandeling:

Artikel

7

Indien uit het exploot blijkt dat de uitvoering ter plaatse van de ambtshandeling:

  • a.

    bedoeld in artikel 2, onder e, f, g, h en n, langer dan anderhalf uur heeft geduurd, of

  • b.

    bedoeld in artikel 2, onder m, q, r, t, v en w, langer dan drie uur heeft geduurd, worden de kosten verhoogd met € 15,91 voor iedere 15 minuten dat de uitvoering ter plaatse van de ambtshandeling langer dan anderhalf uur, respectievelijk drie uur heeft geduurd, en worden de kosten, vastgesteld bij of krachtens artikel 6, verhoogd met € 9,42 voor iedere 15 minuten dat de bijstand door de getuige daarbij langer dan anderhalf uur, respectievelijk drie uur heeft geduurd.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

De kosten worden verhoogd met een percentage dat overeenkomt met het percentage, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet op de Omzetbelasting 1968, indien de opdrachtgever de hem in rekening gebrachte omzetbelasting niet op grond van genoemde wet kan verrekenen en zulks nadrukkelijk verklaart, en de gerechtsdeurwaarder aan de voet van het exploot verklaart dat de kosten in verband daarmee zijn verhoogd.

Artikel

11

Deze paragraaf blijft buiten toepassing ten aanzien van:

  • a.

    de ambtshandeling waartoe de opdrachtgever in de gegeven omstandigheden, waaronder zijn belangen, die van de schuldenaar en hetgeen in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is, naar het oordeel van de rechter in redelijkheid niet had kunnen besluiten, en

  • b.

    het exploot waarbij een gebrek in een eerder exploot is hersteld.

§

2

Voorschotten

Artikel

12

Artikel

13

Indien aan de opdrachtgever een toevoeging als bedoeld in artikel 24 van de Wet op de Rechtsbijstand is verleend, vraagt de gerechtsdeurwaarder de opdrachtgever bij wijze van voorschot geen bedrag dat hoger is dan het bedrag dat op grond van de artikelen 9 en 10 wordt vastgesteld. Het bedrag, bedoeld in artikel 9, wordt gebaseerd op de kosten die naar zijn oordeel voor de goede verrichting van de ambtshandeling noodzakelijk zullen zijn.

§

3

Slot- en overgangsbepalingen

Artikel

14

Artikel

15

Het Deurwaardersreglement wordt ingetrokken.

Artikel

16

Wijzigt het Besluit tarieven in strafzaken.

Artikel

18

Dit besluit, treedt in werking op het tijdstip waarop de artikelen 2, 21 en 89 van de Gerechtsdeurwaarderswet in werking treden, met uitzondering van artikel 14, dat in werking treedt met ingang van het tijdstip waarop artikel 31, onderdeel L, van hoofdstuk 5 van het bij koninklijke boodschap van 20 juni 2001 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van de wetgeving aan de herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg (Kamerstukken II 2000/2001, 27 824, nrs. 1–3), nadat het tot wet is verheven, in werking treedt.

Artikel

19

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Justitie, N. A. Kalsbeek
De Minister van Justitie, A. H. Korthals