Artikel
1
Er is een Adviescommissie gevolgen Invoering Wet rijonderricht motorrijtuigen ten aanzien van Kaderschool Rij-instructeurs te Best.
Besluit:
Er is een Adviescommissie gevolgen Invoering Wet rijonderricht motorrijtuigen ten aanzien van Kaderschool Rij-instructeurs te Best.
De commissie heeft tot taak
vast te stellen of de invoering van de WRM, waarbij van rechtswege de erkenning van de Kaderschool Rij-instructeurs te Best als exameninstituut vervalt, voor de Kaderschool voornoemd nadeel tot gevolg heeft.
advies uit te brengen over de omvang van het onder a genoemde nadeel
te onderzoeken of het nadeel redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de benadeelde behoort te blijven
te onderzoeken of de vergoeding van het nadeel niet of niet voldoende anderszins is verzekerd
advies uit te brengen over de hoogte van de mogelijk uit te keren compensatie en doet, indien daarvoor aanleiding is, voorstellen voor maatregelen of voorzieningen waardoor het nadeel, anders dan door een vergoeding in geld kan worden beperkt of ongedaan gemaakt.
Van de procedureregeling, welke is neergelegd in de Regeling Nadeelcompensatie Rijkswaterstaat van 19 december 1991 RP 108596 A. Staatscourant 251, d.d. 27 december 1991 zijn de artikelen 7, 8 en 9 van overeenkomstige toepassing.
In de Commissie worden benoemd
mr. E. van der Schans, Advocaat te Amsterdam
E. H. Horlings. Registeraccountant, Horlings Brouwer & Horlings te Amsterdam
De heer J. Vaessen, Directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).
De voorzitter en de overige leden hebben stemrecht.
De voorzitter en leden zijn bevoegd zich door deskundigen, door hen aan te wijzen, te doen vergezellen.
De voorzitter en de leden die zitting hebben of hebben gehad in de Adviescommissie, alsmede anderen die vergaderingen van deze commissie bijwonen of hebben bijgewoond dan wel optreden of zijn opgetreden, als deskundigen van de leden van de Adviescommissie en de beschikking krijgen over de gegevens waarvan zij het vertrouwelijk karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, zijn verplicht tot geheimhouding ervan.
Voor de vaststelling van een mogelijk nadeel de financiële resultaten van de Kaderschool Rij-instructeurs over de jaren 1990 tot en met 1994 waarbij 1990 op 100 wordt gesteld. Als inflatiecorrectie geldt het gemiddelde van de consumentenprijsindex werknemers hoog en werknemers laag.
De periode waarover het mogelijk nadeel door de commissie wordt beschouwd loopt over vijf jaren te rekenen van 1 januari na het kalenderjaar waarin de WRM in werking is getreden. Wanneer de commissie het mogelijk nadeel over het eerste kalenderjaar eerder kan vaststellen zal de commissie een tussentijds advies uitbrengen.
De beschikking treedt in werking met ingang van heden.
Afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan:
Voorzitter en leden van deze commissie
Kaderschool Rij-instructeurs
mr. G. J. M. Cartigny, Advocaat te Breda
Algemene Rekenkamer
Directeur-Generaal Rijkswaterstaat
Plaatsvervangend Secretaris-Generaal Verkeer en Waterstaat
mr. G. J. M. M. Tax, Hoofddirectie van de Waterstaat
mr. J. J. van Zanten Jut, Hoofddirectie van de Waterstaat