Regeling van 7 juli 1994

Reglement van Orde voor de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal

Hoofdstuk

I

De Voorzitter en de griffiers

Artikel

1

De plichten van de Voorzitter zijn voornamelijk het leiden van de werkzaamheden der Vergadering; het handhaven der orde bij de beraadslagingen; het zorgen dat geen spreker in zijn rede gestoord wordt; het tot de orde roepen van een spreker, die zich beledigende uitdrukkingen veroorlooft; het tot de behandeling van het onderwerp terugroepen van een spreker, die daarvan afwijkt; het nauwgezet inachtnemen en doen naleven van het Reglement van Orde; het aan alle leden behoorlijk gelegenheid geven om hun bedenkingen voor te dragen; het juist stellen der door de Vergadering te beslissen vraagpunten; het aankondigen van de uitkomst der stemmingen en het uitvoeren der besluiten, door de Vergadering genomen.

Artikel

2

De Voorzitter mag gedurende de beraadslagingen slechts het woord nemen om de juiste stand van het geschilpunt aan te wijzen, of om de beraadslagingen, bij afdwaling, tot het juiste punt terug te brengen. Indien hij over het in overweging zijnde onderwerp het woord wil voeren, verlaat hij de voorzittersstoel, en neemt die zetel pas weer in nadat hij zijn rede geëindigd heeft.

Artikel

3

Het voorzitterschap wordt gedurende die rede alsmede bij afwezigheid of onstentenis van de Voorzitter waargenomen volgens de regels, welke het Reglement van Orde van de Eerste Kamer stelt voor de plaatsvervanging van de Voorzitter van die Kamer.

Artikel

4

Het griffierschap der Vergadering wordt door de Griffiers der beide Kamers vervuld.

Artikel

5

De bij de Vergadering ingekomen stukken worden ter griffie van de Eerste Kamer bewaard.

Hoofdstuk

II

Het houden van de vergaderingen

Artikel

6

De Voorzitter belegt de vergadering, ter beraadslaging en besluitvorming over een of meer aan de Vergadering voorbehouden zaken, zo dikwijls hij het nodig oordeelt, of dit door elf leden, schriftelijk, met opgave van de redenen, is verzocht.

Artikel

7

Ieder lid tekent naar volgorde van binnenkomst zijn naam op een lijst. Zodra deze lijst door de meerderheid van de zitting hebbende leden is getekend, geeft de Griffier haar aan de Voorzitter over, die alsdan de vergadering dadelijk opent; de bedoelde lijst blijft ter tafel van de Griffier liggen, ter tekening door de later komende leden.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Niemand voert meer dan twee malen over hetzelfde onderwerp het woord, tenzij de Vergadering hem hiertoe verlof verleent.

Artikel

14

Artikel

15

De Voorzitter geeft het woord aan de ministers en staatssecretarissen en aan de personen, bedoeld in artikel 69, derde lid, van de Grondwet, zo dikwijls de ministers of staatssecretarissen dit wensen, echter niet voordat de spreker die aan het woord is zijn rede geëindigd heeft.

Artikel

16

Artikel

18

Artikel

19

Indien bij hoofdelijke oproeping blijkt, dat de helft of minder dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is, schorst de Voorzitter de vergadering voor enige tijd. Blijken bij heropening weer voldoende leden tegenwoordig te zijn, dan wordt de vergadering voortgezet. De Voorzitter kan, indien bij de bovengenoemde hoofdelijke oproeping onvoldoende leden aanwezig blijken, de vergadering evenwel ook dadelijk sluiten en tegen een later tijdstip een nieuwe vergadering bijeenroepen.

Artikel

20

Artikel

21

De beraadslaging over een voorstel is tweeledig; zij beperkt zich in de eerste plaats tot het onderwerp in het algemeen, daarna tot de afzonderlijke artikelen en de beweegreden van het voorstel.

Artikel

22

Bij de beschouwingen over het onderwerp in het algemeen komen uitsluitend de algemene strekking en het geheel van het voorstel in aanmerking. De Vergadering kan mede tot een afzonderlijke beraadslaging over elke der hoofdafdelingen van het voorstel besluiten.

Artikel

23

Artikel

24

De Voorzitter onderwerpt de voorgestelde wijzigingen gelijktijdig met het artikel of het onderdeel, waarop zij betrekking hebben, aan de beraadslaging.

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Het staat aan geen voorsteller van een wijziging vrij, zijn voorstel in te trekken, nadat de beraadslaging gesloten is, behalve ingeval de aanneming of verwerping van een voorgestelde wijziging andere voorgestelde wijzigingen vanzelf doet vervallen, waarover, bij geschil, de Vergadering beslist.

Artikel

29

Artikel

30

Artikel

31

Veranderingen van het volgnummer der artikelen, nodig geworden door wijzigingen bij de beraadslaging in een wetsontwerp of voorstel gebracht, zomede veranderingen in de aanhaling van het nummer der artikelen of onderdelen, welke het gevolg daarvan zijn, worden door de Voorzitter daarin gebracht.

Hoofdstuk

III

Beraadslaging met gesloten deuren

Artikel

32

Overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de Grondwet worden de deuren gesloten, wanneer een tiende deel van het aantal aanwezige leden het vordert of de Voorzitter het nodig oordeelt. Vervolgens wordt door de Vergadering beslist of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd en besloten.

Artikel

33

De Vergadering met gesloten deuren beraadslagende, kan op voorstel van de Voorzitter of van een der leden, omtrent het aldaar behandelde geheimhouding opleggen.

Artikel

34

De geheimhouding wordt door alle leden en ambtenaren in acht genomen, totdat zij op gelijke wijze wordt opgeheven.

Artikel

35

De notulen van de vergaderingen met gesloten deuren worden afzonderlijk gehouden.

Hoofdstuk

IV

Kennisgevingen

Artikel

36

Artikel

37

Wanneer de Vergadering een voorstel van wet of Rijkswet verwerpt geeft de Voorzitter daarvan eveneens kennis aan de Koning met het volgende formulier: Aan de Koning, De Staten-Generaal in Verenigde Vergadering bijeen hebben het voorstel verworpen.

Hoofdstuk

V

Het verzenden van voorstellen naar één of meer Commissies

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

Een commissie kan één of meer leden van de Vergadering, die lid noch plaatsvervangend lid zijn van de commissie, op hun verzoek toestemming verlenen een commissievergadering bij te wonen. In dat geval is zulk een lid bevoegd aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel

43

Elke commissie wordt bijgestaan door een van de Griffiers van de Verenigde Vergadering of door een door hen aangewezen plaatsvervangende griffier van de Eerste of Tweede Kamer.

Hoofdstuk

VI

Voorstellen van wet of van Rijkswet aanhangig gemaakt door een of meer leden

Artikel

45

De Vergadering kan besluiten aan een commissie opdracht te geven te overwegen of en, zo ja, in welke zin omtrent een bepaald, binnen haar bevoegdheid liggend, onderwerp een voorstel van wet of van Rijkswet zal worden ingediend.

Artikel

46

Artikel

47

Artikel

48

Het staat de initiatiefnemer vrij zijn voorstel te wijzigen of in te trekken, zolang over dat voorstel nog niet is beslist.

Hoofdstuk

VII

Behartiging van aangelegenheden van het Koninkrijk

Artikel

49

De Voorzitter geeft aan de Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse Antillen en van Aruba en de bijzondere gedelegeerden gelegenheid de hun bij het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden toegekende bevoegdheden uit te oefenen.

Artikel

50

De Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse Antillen en van Aruba en de bijzondere gedelegeerden hebben in de Vergadering, aan aangelegenheden van het Koninkrijk gewijd, aan hen door de Voorzitter toegewezen zitplaatsen.

Artikel

51

De Voorzitter geeft aan de Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse Antillen en van Aruba en de bijzondere gedelegeerden het woord zodra en zo vaak zij zulks verlangen, echter niet vóórdat de spreker, die aan het woord is, zijn rede heeft geëindigd.

Artikel

52

De betrokken commissie is bevoegd, voorzover het betreft de behandeling van een Rijkswet, door tussenkomst van de Voorzitter, de Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse Antillen en van Aruba en de bijzondere gedelegeerden om voorlichting te verzoeken, alsook de voorlichting te aanvaarden, welke dezen eigener beweging verstrekken.

Hoofdstuk

VIII

Vergaderingen waarin niet beraadslaagd of besloten wordt

Artikel

53

Artikel

54

In deze vergaderingen als bedoeld in het eerste lid van artikel 53 bestaat de taak van de Voorzitter voornamelijk uit het desgewenst benoemen van een commissie van in- en uitgeleide van degene, die de Vergadering zal toespreken, uit het leiden van de Vergadering en het handhaven van de orde. De Voorzitter kan een lid, dat zulk een vergadering verstoort, uitsluiten van de verdere bijwoning der vergadering.

Hoofdstuk

IX

Het drukken van de stukken

Artikel

55

Hoofdstuk

X

Toehoorders

Artikel

56

Alle tekenen van goed- of afkeuring van de zijde der toehoorders zijn verboden. De Voorzitter zorgt, door gepaste maatregelen, voor de naleving van deze bepaling en voor de bewaring van behoorlijke stilte. Hij kan, bij inbreuk daarop een of meer of alle toehoorders doen vertrekken.

Slotbepaling

Artikel

57

In alle gevallen waarin dit Reglement niet voorziet, kan de Voorzitter, na het advies te hebben ingewonnen van de Voorzitter van de Tweede Kamer, het Reglement van Orde van de Eerste of de Tweede Kamer van overeenkomstige toepassing verklaren. Deze beslissing van de Voorzitter wordt terstond aan de leden en de Regering medegedeeld.