Wet van 7 juli 1994, houdende vaststelling van de Wet explosieven voor civiel gebruik

Wet explosieven voor civiel gebruik

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is uitvoering te geven aan richtlijn nr. 93/15/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PbEG L 121);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemeen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • b.

    korpschef: korpschef als bedoeld in artikel 24 van de Politiewet 1993;

  • c.

    richtlijn: richtlijn nr. 93/15/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PbEG L 121);

  • d.

    explosieven: alle stoffen en voorwerpen die in de "United Nations Recommendations on the transport of dangerous goods" - dat wil zeggen de door de Commissie van Deskundigen inzake het Vervoer van Gevaarlijke Stoffen van de Verenigde Naties vastgestelde aanbevelingen, zoals die door die organisatie zijn gepubliceerd en zoals die op de datum van aanneming van de richtlijn zijn gewijzigd (ST/SG/AC.10/1/REV.7; United Nations, New York, 1991) - als dusdanig worden omschreven en aldaar zijn ingedeeld in klasse 1;

  • e.

    in de handel brengen: voor de eerste keer, al dan niet tegen betaling, beschikbaar stellen van explosieven met het oogmerk om deze in een lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte op de markt te distribueren of te gebruiken;

  • f.

    veiligheid: voorkoming van ongevallen of, indien zulks onmogelijk is, beperken van de gevolgen daarvan;

  • g.

    beveiliging: voorkoming van het illegale gebruik van explosieven;

  • h.

    overbrenging: materiële verplaatsing van explosieven binnen de gebieden waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is of andere gebieden waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is, met uitzondering van verplaatsingen die binnen dezelfde inrichting worden uitgevoerd;

  • i.

    onderneming uit de sector explosieven: elke natuurlijke of rechtspersoon die houder is van een erkenning als bedoeld in artikel 17;

  • j.

    CE-markering: aanduiding, weergegeven in bijlage IV bij de richtlijn.

Hoofdstuk

II

In de handel brengen van explosieven

§

1

Algemeen

Artikel

3

Artikel

4

Explosieven worden in elk geval vermoed aan de in artikel 3, eerste lid, onder a, bedoelde fundamentele veiligheidseisen te voldoen, indien zij in overeenstemming zijn met:

  • a.

    de ter uitvoering van artikel 4, eerste lid, van de richtlijn opgestelde geharmoniseerde normen, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen zijn bekendgemaakt;

  • b.

    de normen die overeenkomstig de onder a bedoelde geharmoniseerde normen in Nederland zijn vastgesteld en waarvan de referentienummers door Onze Minister in de Staatscourant zijn bekendgemaakt, of

  • c.

    de normen die overeenkomstig de onder a bedoelde geharmoniseerde normen in een andere lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn vastgesteld en waarvan de referentienummers in die lid-staat zijn bekendgemaakt.

§

2

Keuringsinstellingen

Artikel

5

Artikel

6

Als instellingen die bevoegd zijn tot het verrichten van onderzoek, controles en beoordelingen, zoals omschreven in de in artikel 7, eerste lid, bedoelde procedures, worden mede aangemerkt instellingen die in het kader van de richtlijn door andere lid-staten van de Europese Unie of andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn aangemeld en waarvan de namen door de Commissie van de Europese Gemeenschappen zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

§

3

Typekeuring alsmede controle op explosieven en fabricageprocessen

Artikel

7

§

4

Explosieven met conformiteitsgebrek

Artikel

8

Artikel

9

Onze Minister neemt eveneens maatregelen als bedoeld in artikel 8 met betrekking tot explosieven waarop de CE-markering is aangebracht en die overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt, indien deze explosieven naar zijn oordeel de veiligheid in gevaar kunnen brengen.

Hoofdstuk

III

Overbrenging van explosieven

§

1

Vergunningen en goedkeuring

Artikel

10

Het is verboden aan te vangen met de overbrenging van explosieven zonder dat aan de verkrijger van deze explosieven daartoe vergunning is verleend en, indien de desbetreffende overbrenging in een ander land dan Nederland eindigt, zonder dat voor die overbrenging toestemming is verleend.

Artikel

11

Artikel

12

Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders met betrekking tot overbrenging bijzondere beveiligingseisen gelden:

  • a.

    bevat een vergunning als bedoeld in artikel 10 de in artikel 9, zevende lid, eerste alinea, van de richtlijn bedoelde gegevens en

  • b.

    dient voordat wordt aangevangen met een overbrenging waarvoor vergunning is verleend, aan burgemeester en wethouders van die overbrenging kennisgeving te worden gedaan.

Artikel

13

Artikel

14

De houder van een in Nederland afgegeven vergunning of van een in een andere lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte afgegeven vergunning voor het overbrengen alsmede de houder van een afgegeven toestemming voor de overbrenging van explosieven die eindigt in een andere staat, zijn verplicht deze explosieven tot aan de plaats waar de overbrenging eindigt, onderscheidenlijk het verlaten van het grondgebied van Nederland, te doen vergezellen van de vergunning, onderscheidenlijk het bewijs van toestemming.

Artikel

15

§

2

Gegevensverstrekking

Artikel

16

Degenen voor wie de explosieven bestemd zijn of ondernemingen uit de sector explosieven zenden op verzoek van burgemeester en wethouders van gemeenten waarin overbrengingen van explosieven eindigen onderscheidenlijk, indien het een overbrenging als bedoeld in artikel 13 betreft, op verzoek van Onze Minister van Economische Zaken, de bevoegde autoriteit van de lid-staat van de Europese Unie of de andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte waar de overbrengingen aanvangen onderscheidenlijk de bevoegde autoriteit van de lid-staat over welk grondgebied de overbrenging plaatsvindt de te hunner beschikking staande relevante gegevens toe over de overbrengingen.

§

3

Erkenning

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Een erkenning kan worden ingetrokken, indien:

  • a.

    niet wordt voldaan aan artikel 21;

  • b.

    blijkt dat aan de houder van een erkenning of, indien deze een rechtspersoon is, degene die onmiddellijk leiding geeft aan het bedrijf, het onder zich hebben van explosieven niet langer kan worden toevertrouwd, of

  • c.

    de houder van de erkenning gedurende ten minste een jaar de handelingen waarop de erkenning betrekking heeft, niet langer heeft verricht.

§

4

Registratie van explosieven

Artikel

21

Hoofdstuk

IV

Bestuursrechtelijke handhaving

Artikel

22

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast:

    • a.

      de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren;

    • b.

      de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren;

    • c.

      de bij besluit van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, aangewezen ambtenaren van de Rijksverkeersinspectie;

    • d.

      de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane.

  • 2.

    Van een besluit als bedoeld in het eerste lid, onder b en c, wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Vervallen

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

Vervallen

Artikel

30

Vervallen

Artikel

31

In gevallen waarin geen ander bestuursorgaan bevoegd is, is Onze Minister bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde verplichtingen.

Hoofdstuk

V

Overige bepalingen

Artikel

32

De afgifte van een goedkeuring, vergunning of erkenning kan afhankelijk worden gesteld van de betaling van een onkostenvergoeding overeenkomstig de door Onze Minister te stellen regels. De vergoeding komt toe aan onderscheidenlijk het Rijk, de betrokken gemeente en de betrokken regio, indien het in de eerste volzin bedoelde document door Onze Minister, burgemeester en wethouders of de korpschef wordt afgegeven.

Artikel

33

Voor zover bij of krachtens deze wet wordt verwezen naar de richtlijn of naar een bijlage daarvan, treedt voor de toepassing van de desbetreffende bepaling een wijziging van de richtlijn of van een bijlage daarvan in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven.

Hoofdstuk

VI

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

34

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

35

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

36

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.

Artikel

37

Deze wet wordt aangehaald als: Wet explosieven voor civiel gebruik.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. G. M. Alders
De Minister van Justitie, A. Kosto