Besluit van 7 juli 1994, houdende regelen ter zake van het houden en huisvesten van varkens

Varkensbesluit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 23 december 1993, No. J. 9319898, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Gelet op richtlijn 91/630/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van varkens (Pb EG 1991, L 340) en op de artikelen 35, 38, 39, 45 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Gezien de adviezen van de Raad voor Dierenaangelegenheden, het Landbouwschap, de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, het Produktschap Vee en Vlees en de Bond van Verenigingen voor Kunstmatige Inseminatie van Varkens;
De Raad van State gehoord (advies van 20 mei 1994, No. W11.94.0003);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 30 juni 1994, No. J. 949686, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • b.

    varken: varken dat kennelijk wordt gehouden voor de fokkerij of voor de mesterij;

  • c.

    beer: geslachtsrijp varken van het mannelijk geslacht dat kennelijk bestemd is voor de fokkerij;

  • d.

    volwassen beer: beer van 18 maanden of ouder;

  • e.

    gelt: geslachtsrijp varken van het vrouwelijk geslacht, kennelijk bestemd voor de fokkerij, dat nog niet heeft geworpen;

  • f.

    gebruiksvarken: varken met een leeftijd van ten minste tien weken tot aan het moment waarop het wordt geslacht dan wel een beer of gelt is geworden;

  • g.

    big: varken vanaf zijn geboorte tot aan het spenen;

  • h.

    spenen: blijvend onttrekken van biggen aan een zogende zeug;

  • i.

    zeug: varken van het vrouwelijk geslacht, kennelijk bestemd voor de fokkerij, na de worp van haar eerste biggen;

  • j.

    zogende zeug: zeug tot aan het spenen van de biggen;

  • k.

    gespeend varken: gespeend varken met een leeftijd tot 10 weken;

  • l.

    stal: ruimte bestemd voor het houden van één of meer varkens;

  • m.

    richtlijn 91/630/EEG: richtlijn nr. 91/630/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van varkens (Pb EG L 340);

  • n.

    bijlage: bijlage bij richtlijn 91/630/EEG;

  • o.

    derde land: land waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie niet van toepassing is.

§

2

Houden en huisvesten van varkens

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

2b

Artikel

2c

Artikel

3

Met ingang van 1 januari 1996 worden zeugen en gelten niet aangebonden gehouden.

Artikel

4

Artikel

4a

Onverminderd het in hoofdstuk II, onder I, van de bijlage bepaalde, bedraagt in een stal bestemd voor een beer, de voor de beer beschikbare oppervlakte tenminste:

  • a.

    voor een beer jonger dan 12 maanden: 4 m2;

  • b.

    voor een beer van 12 maanden of ouder en jonger dan 18 maanden: 5 m2;

  • c.

    ingeval de stal tevens voor het dekken wordt gebruikt: 7 m2.

Artikel

5

Artikel

6

Een vloer of een gedeelte daarvan, voorzien van gierdoorlatende openingen, wordt als dicht beschouwd indien:

  • a.

    het totaal aan gierdoorlatende openingen niet meer bedraagt dan 5% van de totale oppervlakte van het dichte deel van de vloer, en

  • b.

    de breedte van gierdoorlatende spleten ten hoogste 10 mm en de doorsnede van ronde gierdoorlatende openingen ten hoogste 20 mm bedraagt.

Artikel

7

Onverminderd artikel 3 en punt 8 van hoofdstuk I van de bijlage heeft in een stal waarin gelten of zeugen zonder biggen aangebonden of in voerligboxen worden gehouden elk varken de beschikking over een vrije ruimte met een lengte van tenminste 2 meter.

Artikel

8

Artikel

9

Onverminderd hoofdstuk I, punt 16, alsmede hoofdstuk II, onder I, onder II, punt 2, en onder III, punt 1, van de bijlage is het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een beer of een zogende zeug met biggen voorzien van strooisel bestaande uit stro, hooi, houtkrullen, zaagsel, compost, turf of een mengsel daarvan, dan wel, in geval van een zogende zeug met biggen, bedekt met een rubber mat.

Artikel

10

Van voldoende daglicht of kunstlicht als bedoeld in punt 5 van hoofdstuk I van de bijlage is sprake indien de verlichting in de stal verticaal op dierhoogte gemeten ten minste 12 lux bedraagt.

Artikel

11

Onverminderd punt 13 van hoofdstuk I van de bijlage bedraagt de lengte van de rechte trog tenminste 0,30 m per geslachtsrijp varken indien de varkens worden gehouden in groepen die niet ad libitum of door middel van een automatisch voedersysteem worden gevoederd.

§

3

De verzorging van varkens

Artikel

12

De verzorging van varkens geschiedt overeenkomstig artikel 13 van dit besluit en hoofdstuk I, de punten 4, eerste, tweede en laatste zin, 6, eerste, tweede en laatste zin, 7, 9, eerste zin, 10, 12, 13, eerste zin, 15 voor zover betreffend het onderhoud van voeder- en drinkinstallaties, 16, en hoofdstuk II, onder II, punt 1 van de bijlage.

Artikel

13

Onverminderd punt 16 van hoofdstuk I van de bijlage wordt aan zeugen zonder biggen enig ruwvoer verstrekt.

§

4

Ingrepen bij varkens

Artikel

14

Vervallen

§

5

Scheiden van het ouderdier

Artikel

16

Het spenen van biggen geschiedt overeenkomstig hoofdstuk II, onder III, punt 5, van de bijlage.

Artikel

16a

Vervallen

Artikel

16b

Vervallen

Artikel

16c

Vervallen

Artikel

16d

Vervallen

§

6

Overige bepalingen

Artikel

17

Onverminderd het overigens ten aanzien van de invoer bepaalde geschiedt de invoer van varkens die vanuit een derde land via Nederland voor het eerst op het grondgebied van de Europese Gemeenschappen worden gebracht, slechts indien de varkens vergezeld gaan van een geldig, door de bevoegde autoriteit van dat derde land afgegeven, volledig ingevuld en gedagtekend certificaat als bedoeld in artikel 8 van richtlijn 91/630/EEG.

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

19a

Met ingang van 1 januari 2000 is artikel 19 vanaf het tijdstip waarop registratie van de kennisgeving van overgang van een varkensrecht als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Wet herstructurering varkenshouderij, of een gedeelte daarvan, overeenkomstig de artikelen 18 en 19, onderscheidenlijk 20, van die wet heeft plaatsgevonden, niet van toepassing op een stal als bedoeld in artikel 19:

Artikel

20

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

21

Dit besluit kan worden aangehaald als: Varkensbesluit.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het staatsblad worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. D. Gabor
De Minister van Justitie, A. Kosto