Besluit van 15 juli 1994, houdende regels betreffende verdachte dieren

Besluit verdachte dieren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van 25 april 1994, no. J. 946620, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Gelet op Richtlijn nr. 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (PbEG L 315), Richtlijn nr. 92/40/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (PbEG L 167), Richtlijn nr. 92/66/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (PbEG L 260) en Richtlijn nr. 92/119/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van vesiculaire varkensziekte (PbEG 1993, L 62);
Gezien het advies van de Raad voor dierenaangelegenheden (d.d. 21 december 1993), het Landbouwschap (d.d. 23 december 1993), het Produktschap Vee en Vlees (d.d. 16 december 1993), het Produktschap voor Pluimvee en Eieren (d.d. 20 december 1993), het Produktschap voor Vis en Visprodukten (d.d. 5 januari 1994), het Bedrijfschap voor de Pluimveehandel en -industrie (d.d. 20 december 1993), het Bedrijfschap voor de Handel in Vee (d.d. 24 december 1993) en de Stichting voor Gezelschapsdieren (d.d. 23 december 1993);
De Raad van State gehoord (advies van 21 juni 1994, No. W11.94.0257);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 11 juli 1994, no. J. 9411031, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

2

Dieren worden als verdachte dieren aangemerkt, indien:

  • a.

    de aangewezen ambtenaar bij de dieren verschijnselen meent te bespeuren van een besmettelijke dierziekte of

  • b.

    de dieren zich met zieke of verdachte dieren in dezelfde verblijfplaats bevinden of binnen de in artikel 3 genoemde termijn hebben bevonden dan wel binnen deze termijn daarmee in aanraking zijn geweest of

  • c.

    de aangewezen ambtenaar redenen heeft om aan te nemen dat de dieren in de gelegenheid zijn geweest om te worden besmet, en de diersoort voor de desbetreffende besmettelijke dierziekte vatbaar is.

Artikel

3

De in artikel 2, onderdeel b, bedoelde termijn is bij:

  • a.

    runderpest: 21 dagen;

  • b.

    mond- en klauwzeer: 14 dagen;

  • c.

    brucellose bij kleine herkauwers: 4 maanden;

  • d.

    brucellose bij herten en kameelachtigen: 6 maanden;

  • e.

    brucellose bij varkens: 4 maanden;

  • f.

    brucellose bij runderen: 2 jaar;

  • g.

    tuberculose veroorzaakt door M. bovis: 18 maanden;

  • h.

    tuberculose veroorzaakt M. tuberculosis: 2 jaar;

  • i.

    dit onderdeel is nog niet in werking getreden.

  • j.

    klassieke varkenspest: 14 dagen;

  • k.

    Afrikaanse varkenspest: 14 dagen;

  • l.

    rabies: 6 maanden;

  • m.

    dourine: 20 weken;

  • n.

    kwade droes: 3 maanden;

  • o.

    virale paardeëncefalomyelitiden: 7 dagen;

  • p.

    infectieuze anemie: 30 dagen;

  • q.

    miltvuur: 14 dagen;

  • r.

    Afrikaanse paardepest: 14 dagen;

  • s.

    vesiculaire stomatitis: 21 dagen;

  • t.

    bovine spongiforme encefalopathie: 5 jaar;

  • u.

    besmettelijke bovine pleuropneumonie: 4 maanden;

  • v.

    Teschener-ziekte: 40 dagen; (besmettelijke varkensverlamming)

  • w.

    vesiculaire varkensziekte: 28 dagen;

  • x.

    blue tongue: 40 dagen;

  • y.

    pest van de kleine herkauwer: 21 dagen;

  • z.

    Rift Valley koorts: 30 dagen;

  • aa.

    schape- en geitepokken: 21 dagen;

  • bb.

    nodulaire dermatose: 28 dagen;

  • cc.

    enzoötische hemorragische ziekte bij herten: 40 dagen;

  • dd.

    vogelpest (aviaire influenza): 7 dagen;

  • ee.

    pseudo-vogelpest (Newcastle disease): 7 dagen;

  • ff.

    Amerikaans vuilbroed: 1 jaar;

  • gg.

    infectieuze zalmanemie: 21 dagen;

  • hh.

    infectieuze hematopoïetische necrose: 14 dagen;

  • ii.

    virale hemorragische septikemie: 14 dagen;

  • jj.

    bonamiasis veroorzaakt door Bonamia ostreae: 3 maanden;

  • kk.

    marteiliosis veroorzaakt door Marteilia refringens: 1 maand;

  • ll.

    marteiliosis veroorzaakt door Marteilia sidneyi: 3 maanden;

  • mm.

    haplosporidiosis veroorzaakt door Haplosporidium nelsoni of Haplosporidium costale: 3 maanden;

  • nn.

    perkinosis veroorzaakt door Perkinsus marinus of Perkinsus olseni: 3 maanden;

  • oo.

    mikrokytosis veroorzaakt door Mikrokytos mackini of Mikrokytos roughleyi: 3 maanden;

  • pp.

    iridovirosis veroorzaakt door Oyster velar virus: 3 maanden.

  • oo.

    andere besmettelijke dierziekten die ter uitvoering van door de Europese Gemeenschap vastgestelde verplichtingen bestreden moeten worden: de door Onze Minister vastgestelde termijn.

Artikel

4

Dieren die op grond van artikel 2, onderdeel a, als verdachte dieren worden aangemerkt blijven verdacht totdat de aldaar bedoelde verschijnselen hebben opgehouden te bestaan of de aangewezen ambtenaar de overtuiging heeft verkregen, dat de dieren niet aan een besmettelijke dierziekte lijden.

Artikel

5

Artikel

6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verdachte dieren.

Artikel

7

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, P. Bukman
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager