Besluit van 29 juli 1994, tot vaststelling van de rechtspositie van de leden en plaatsvervangende leden van de Commissie gelijke behandeling

Rechtspositiebesluit Commissie gelijke behandeling

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2 juni 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht nr. 438578/94/6;
De Raad van State gehoord (advies van 12 juli 1994, no. W03.94.0320);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 20 juli 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht nr. 449749/94/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Justitie;

  • b.

    de Commissie: de Commissie gelijke behandeling als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Algemene wet gelijke behandeling;

  • c.

    het lid: degene die door Onze Minister is benoemd tot voorzitter, ondervoorzitter of lid van de Commissie;

  • d.

    het plaatsvervangend lid: degene die door Onze Minister is benoemd tot plaatsvervangend lid van de Commissie.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Aan een lid dat ontslag vraagt met het oog op een uitkering op grond van de Wet uitkering wegens vrijwillig vervroegd uittreden, wordt een zodanig ontslag verleend, indien de directie van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds op een daartoe strekkende aanvraag heeft besloten dat na dat te verlenen ontslag recht bestaat op een uitkering op grond van die wet. Het ontslag, bedoeld in de eerste volzin, gaat niet eerder in dan met ingang van de dag waarop het recht op evengenoemde uitkering bestaat.

Artikel

6

Een lid dat, zonder dat te hebben verzocht, niet wordt herbenoemd, heeft recht op wachtgeld op de voet van de bepalingen van het Rijkswachtgeldbesluit 1959, behoudens wanneer hij een direct ingaand recht heeft op pensioen of op een uitkering wegens vrijwillig vervroegd uittreden.

Artikel

8

Dit besluit wordt aangehaald als: Rechtspositiebesluit Commissie gelijke behandeling.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, A. Kosto
De Minister van Justitie, A. Kosto