Besluit van 5 september 1994, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel A8 van de Algemene burgerlijke pensioenwet en in daarmee overeenkomende bepalingen in andere pensioenwetten

Aanpassingsregeling pensioenen 1993

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 8 juli 1994, nr. AB94/410, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidszaken Overheid, afdeling Uitkeringen en Pensioenen, gedaan mede namens Onze Minister van Defensie;
Gelet op de artikelen A8 van de Algemene burgerlijke pensioenwet en de Spoorwegpensioenwet; de artikelen 105 en 157 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers; artikel L1 van de Algemene militaire pensioenwet en daarmee overeenkomende bepalingen van de vroegere militaire pensioenwetten; artikel 8 van de Wet aanpassing pensioenvoorzieningen Bijstandkorps alsmede artikel 30g van de Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956;
De Raad van State gehoord (advies van 1 augustus 1994, no. WO4.940432);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 30 augustus 1994, nr. AB94/1278, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidszaken Overheid, afdeling Uitkeringen en Pensioenen, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Defensie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene burgerlijke pensioenwet

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    pensioen: een pensioen dat is toegekend krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet dan wel een pensioen of uitkering als bedoeld in artikel T3 van die wet, met inbegrip van de wettelijke verhogingen en aanvullingen, uitgezonderd de verhogingen krachtens de artikelen 66, 102 en 148 van de pensioenwet 1922, zoals die wet luidde op 31 december 1956, en uitgezonderd de toeslagen krachtens de artikelen F7c, F9a, H3a, H7a, H9a en H9b van de Algemene burgerlijke pensioenwet;

  • b.

    middelsom: de middelsom van berekeningsgrondslagen, bedoeld in artikel F6 van de Algemene burgerlijke pensioenwet, of wat daarmee overeenkomt, doch indien een pensioen is afgeleid van een ander pensioen, wordt onder middelsom verstaan de middelsom waarnaar dat andere pensioen is berekend;

  • c.

    pensioengrondslag: de pensioengrondslag, bedoeld in artikel F7a, tweede lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet; indien een pensioen is afgeleid van een ander pensioen, wordt onder pensioengrondslag verstaan de pensioengrondslag waarnaar dat andere pensioen is berekend;

  • d.

    aangepaste middelsom: de middelsom zoals die laatstelijk is aangepast overeenkomstig de Aanpassingsregeling pensioenen 1992.

Aanpassing middelsommen en pensioenen

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Bedragen in de Algemene burgerlijke pensioenwet

Artikel

5

Hoofdstuk

2

Spoorwegpensioenwet

Begripsomschrijvingen

Artikel

6

Aanpassing middelsommen en pensioenen

Artikel

7

De aanpassing van de middelsommen en van de pensioenen geschiedt overeenkomstig de artikelen 2 tot en met 4, met inachtneming van de bedragen, genoemd in artikel 8.

Bedragen in Spoorwegpensioenwet

Artikel

8

Hoofdstuk

3

Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers

Begripsomschrijvingen

Artikel

9

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    pensioen: een pensioen dat is toegekend krachtens de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers dan wel een pensioen of uitkering als bedoeld in artikel 37 en 82 van die wet, benevens een pensioen dat is toegekend krachtens een provinciale of gemeentelijke verordening als bedoeld in de vijfde afdeling van die wet;

  • b.

    berekeningsgrondslag: het bedrag waarnaar een pensioen wordt berekend, doch indien een pensioen wordt afgeleid van een ander pensioen, wordt onder berekeningsgrondslag verstaan het bedrag waarnaar dat andere pensioen wordt berekend;

  • c.

    aangepaste berekeningsgrondslag: de berekeningsgrondslag zoals die laatstelijk is aangepast overeenkomstig de Aanpassingsregeling pensioenen 1992.

Aanpassing berekeningsgrondslagen en pensioenen

Artikel

10

Artikel

11

Bedragen in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers

Artikel

12

Hoofdstuk

4

Nieuw-Guinea pensioenen

Begripsomschrijvingen

Artikel

13

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    pensioen: een pensioen dat is toegekend dat wel mede toegekend krachtens de Wet van 25 mei 1962, houdende instelling van een Bijstandkorps van burgerlijke rijksambtenaren dat bestemd is voor dienst in Nederlands-Nieuw-Guinea (Stb. 196);

  • b.

    pensioenuitkering: een pensioen vermeerderd met de aanpassingstoeslag, bedoeld in artikel 21, vierde lid, van de Aanpassingsregeling pensioenen 1976 en met de bijzondere uitkering, bedoeld in artikel 31 van die regeling, zoals laatstelijk vastgesteld overeenkomstig de Aanpassingsregeling pensioenen 1992.

Aanpassing van aanpassingstoeslagen en bijzondere uitkeringen

Artikel

14

Met ingang van 1 april 1993 worden de aanpassingstoeslagen en bijzondere uitkeringen, bedoeld in artikel 13, onderdeel b, op de voor of op die datum ingegane pensioenen nader aangepast zodanig, dat de pensioenuitkeringen worden verhoogd met 1,8 procent.

Artikel

15

De aanpassingstoeslag en de bijzondere uitkering, bedoeld in artikel 13, onderdeel b, op een pensioen dat is of wordt toegekend op of na 1 april 1993 worden met ingang van de ingangsdatum van dat pensioen vastgesteld overeenkomstig artikel 14.

Hoofdstuk

5

Indonesische pensioenen

Begripsomschrijving

Artikel

16

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    pensioen: een pensioen, weduwenpensioen, wezenonderstand of uitkering als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c of d, van de Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956 dan wel een krachtens het tweede lid van dat artikel daarmee gelijkgestelde uitkering;

  • b.

    aanpassingstoeslag: de aanpassingstoeslag, zoals geregeld in de in onderdeel a genoemde wet;

  • c.

    pensioenuitkering: een pensioen vermeerderd met de bij of krachtens de in onderdeel a genoemde wet verleende toeslagen, uitgezonderd de aanvulling op de invaliditeitstoeslag, bedoeld in artikel 3a van die wet, zoals laatstelijk vastgesteld overeenkomstig de Aanpassingsregeling pensioenen 1992.

Aanpassing van aanpassingstoeslagen

Artikel

17

Met ingang van 1 april 1993 worden de aanpassingstoeslagen op de voor of op die datum ingegane pensioenen zodanig nader aangepast, dat de pensioenuitkeringen worden verhoogd met 1,8 procent.

Artikel

18

De aanpassingstoeslag op een pensioen toegekend op of na 1 april 1993 wordt met ingang van de ingangsdatum van dat pensioen vastgesteld overeenkomstig artikel 17.

Hoofdstuk

6

Algemene militaire pensioenwet

Begripsomschrijvingen

Artikel

19

In de hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    pensioen: een pensioen of uitkering toegekend krachtens of op de voet van de Algemene militaire pensioenwet of een vroegere militaire pensioenwet in de zin van die wet, met inbegrip van de wettelijke verhogingen en aanvullingen, uitgezonderd de pensioenverhogingen krachtens de artikelen 22 van de Pensioenwet voor de zeemacht 1922 en van de Pensioenwet voor de landmacht 1922 dan wel krachtens de artikelen 25 en 28 van de Militaire weduwenwet 1922, zoals die wetten luidden op 31 december 1956, en uitgezonderd de toeslagen krachtens de artikelen F7a, F11a, H1, elfde en veertiende lid, en H4, vijfde en zevende lid, van de Algemene militaire pensioenwet;

  • b.

    grondslagperiode: het inkomenstijdvak dat voor de vaststelling van de in onderdeel c omschreven berekeningsgrondslag in aanmerking is genomen;

  • c.

    berekeningsgrondslag:

    • 1°.

      voor pensioenen waarvan de grondslagperiode eindigt voor 1 april 1993: de berekeningsgrondslag van die pensioenen, zoals laatstelijk aangepast overeenkomstig de Aanpassingsregeling pensioenen 1992;

    • 2°.

      voor pensioenen waarvan de grondslagperiode aanvangt voor 1 april 1993 en eindigt na 31 maart 1993: de pensioen- of berekeningsgrondslag in de zin van de Algemene militaire pensioenwet, doch indien een pensioen is afgeleid van een ander pensioen, wordt ten aanzien van dat pensioen onder pensioen- of berekeningsgrondslag verstaan de pensioen- of berekeningsgrondslag van dat andere pensioen;

    • 3°.

      voor pensioenen die geheel of gedeeltelijk zijn of worden berekenend met toepassing van artikel F10b van de Algemene militaire pensioenwet: de bedragen die ingevolge dat artikel zijn afgeleid van pensioengrondslagen, bedoeld onder 1° of 2°.

Aanpassing berekeningsgrondslagen en pensioenen

Artikel

20

Artikel

21

Een pensioen of gedeelte van een pensioen wordt met ingang van 1 april 1993 of zoveel later als het pensioen is ingegaan aangepast in evenredigheid aan de wijziging van de berekeningsgrondslag ingevolge artikel 22.

Bedragen in de Algemene militaire pensioenwet

Artikel

22

Hoofdstuk

7

Slotbepalingen

Artikel

23

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 1993.

Artikel

24

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanpassingsregeling pensioenen 1993.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken, H. F. Dijkstal
De Staatssecretaris van Defensie, J. C. Gmelich Meijling
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Bijlage

P

De middelsom uit de berekeningsgrondslag voor de jaren 1991 en 1992 wordt vermenigvuldigd met de factor 1,0227.

Bijlage

R

De middelsom uit de berekeningsgrondslag voor het jaar 1992 wordt vermenigvuldigd met de factor 1,0073.