Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
Overeenkomst van 20 maart 1958 betreffende het aannemen van eenvormige goedkeuringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorrijtuigen (Trb. 1959, 83);
richtlijn nr. 70/220/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen (PbEG L 76);
richtlijn nr. 72/306/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 augustus 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de verontreiniging door dieselmotoren, bestemd voor het aandrijven van voertuigen (PbEG L 190);
richtlijn nr. 83/351/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1983 tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door uitlaatgassen van motoren met elektrische ontsteking in motorvoertuigen (PbEG L 197);
richtlijn nr. 88/76/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 1987 tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door uitlaatgassen van motoren en motorvoertuigen (PbEG L 36);
richtlijn nr. 88/77/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 1987 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de emissie van gasvormige verontreinigingen door dieselmotoren, bestemd voor het aandrijven van voertuigen (PbEG L 36);
richtlijn nr. 91/441/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1991 tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen (PbEG L 242);
richtlijn nr. 93/59/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1993 tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen (PbEG L 186);
richtlijn nr. 94/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG (PbEG L 100);
richtlijn nr. 96/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 januari 1996 tot wijziging van Richtlijn 88/77/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door dieselmotoren bestemd voor het aandrijven van voertuigen (PbEG L 40);
richtlijn nr. 96/44/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 juli 1996 houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 70/220/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen (PbEG L 210);
richtlijn nr. 96/69/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 oktober 1996 tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen (PbEG L 282);
richtlijn nr. 97/20/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 april 1997 (PbEG L 125) houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 72/306/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de verontreiniging door dieselmotoren, bestemd voor het aandrijven van voertuigen;
richtlijn 97/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1997 betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee- of drie wielen;
richtlijn nr. 98/77/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 oktober 1998 (PbEG L 286) houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 70/220/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen;
richtlijn nr. 98/69/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1998 (PbEG L 350) met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG van de Raad;
richtlijn nr. 1999/102/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 1999 (PbEG L 334) houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 70/220/EEG van de Raad betreffende maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen;
proef van type I voor de controle van uitlaatemissies na een koude start als bedoeld in bijlage III van richtlijn 70/220.
richtlijn nr. 1999/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 december 1999 (PbEG 2000, L 44) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking en tot wijziging van Richtlijn 88/77/EEG van de Raad;
richtlijn nr. 2001/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 januari 2001 (PbEG 2001, L 35) tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG van de Raad betreffende maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen;
richtlijn nr. 2001/27/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 april 2001 (PbEG 2001, L 107) houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 88/77/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of op vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking;
richtlijn nr. 2001/100/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 december 2001 (PbEG 2002, L 16) tot wijziging van richtlijn nr. 70/220/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen;
richtlijn nr. 2002/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 juli 2002 betreffende de verlaging van het niveau van verontreiniging door uitlaatgassen van motorvoertuigen op twee of drie wielen en tot wijziging van richtlijn nr. 97/24/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen (PbEG L 252);
motorrijtuig met de volgende kenmerken:
-
1°.
maximale zithoogte: 700 mm;
-
2°.
maximale vrije hoogte: 280 mm;
-
3°.
maximale brandstoftank: 4 l;
-
4°.
minimale totale overbrengingsverhouding in de hoogste versnelling: 7,5, bepaald volgens primaire verhouding x overbrengingsverhouding x eindaandrijvingsverhouding;
motorrijtuig met de volgende kenmerken:
-
1°.
minimale zithoogte: 900 mm;
-
2°.
minimale vrije hoogte: 310 mm;
-
3°.
minimale totale overbrengingsverhouding in de hoogste versnelling: 6,0, bepaald volgens primaire verhouding x overbrengingsverhouding x eindaandrijvingsverhouding;
richtlijn nr. 2002/80/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 oktober 2002 (PbEG L 291) tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 70/220/EEG van de Raad betreffende maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen;
richtlijn nr. 2003/76/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 augustus 2003 (PbEU L 206) tot wijziging van richtlijn nr. 70/220/EEG van de Raad betreffende maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen;
richtlijn nr. 2003/77/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 augustus 2003 (PbEU L 211) tot wijziging van de richtlijnen nr. 97/24/EG en nr. 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen;
richtlijn nr. 2005/21/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 maart 2005 (PbEU L61) tot aanpassing aan de technische vooruitgang van richtlijn nr. 72/306/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de verontreiniging door dieselmotoren, bestemd voor het aandrijven van voertuigen;
richtlijn 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 september 2005 inzake typegoedkeuring van zware bedrijfsvoertuigen en motoren voor wat betreft hun emissies (Euro IV en V) (PbEU L 275);
richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn) (Pb EU L 263);
Regulation No. 115, concerning uniform provisions for the approval of specific LPG retrofit systems to be installed in motorvehicles for the use of LPG in their propulsion system, and for the approval of specific CNG retrofit systems to be installed in motorvehicles for the use of CNG in their propulsion system.