Besluit van 6 oktober 1994, houdende uitvoering van de Wegenverkeerswet 1994

Kentekenreglement

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 15 juni 1993, nr. RV 151906, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op de Wegenverkeerswet 1994;
De Raad van State gehoord (advies van 18 oktober 1993, nr. W09.93.0363);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 30 september 1994, nr. R 183051; Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    wet : Wegenverkeerswet 1994;

  • b.

    voertuig : motorrijtuig of aanhangwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen c en d, van de wet;

  • c.

    bijzonder kenteken: kenteken als bedoeld in artikel 38 van de wet;

  • d.

    erkend bedrijf : natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een erkenning overeenkomstig artikel 62 van de wet is verleend;

  • e.

    bedrijfsvoorraad : te verhandelen, bewaren of te bewerken voertuigen waarvan een erkend bedrijf de eigendom heeft verkregen;

  • f.

    bedrijfsvoorraad deel II: deel II van een kentekenbewijs van een bij ministeriële regeling vastgesteld model, afgegeven aan een erkend bedrijf, ten behoeve van de voertuigen die in bedrijfsvoorraad zijn opgenomen;

  • g.

    bedrijfsvoorraadpas: pas als bedoeld in artikel 48, eerste lid;

  • h.

    handelaarskenteken: kenteken als bedoeld in artikel 3;

  • i.

    vrijwaringsbewijs : bewijs van een bij ministeriële regeling vastgesteld model, blijkens welk aan de verplichtingen van artikel 26, tweede lid, 27, derde lid, 27, achtste lid, onderdeel a, 28, tweede lid, 28a, vierde lid, of 29, eerste lid, is voldaan.

Hoofdstuk

2

Kentekens

Artikel

2

Opgave en inrichting kenteken

Artikel

3

Handelaarskentekens

Aan een erkend bedrijf of aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 42, eerste lid, onderdeel b, kan voor de in artikel 37, derde lid, van de wet bedoelde voertuigen een kenteken worden opgegeven bevattende de lettergroep HA, HF of FH en twee groepen van twee cijfers, mits wordt voldaan aan hoofdstuk 5.

Artikel

4

Bijzondere kentekens

Artikel

5

Kentekenplaat

Hoofdstuk

3

Registratie van kentekens

Artikel

6

De inrichting van het kentekenregister

Artikel

7

Het beheer van het kentekenregister

De dagelijkse leiding van het register berust bij de houder van het kentekenregister.

Artikel

8

Mededeling feiten aan register door autoriteiten

De in artikel 43, eerste lid, van de wet bedoelde autoriteiten doen mededeling aan de houder van het kentekenregister van de hun in de uitoefening van hun functie ter kennis gekomen feiten, ingeval deze feiten aanleiding kunnen zijn om tot wijziging of aanvulling van de in het kentekenregister opgenomen gegevens over te gaan dan wel anderszins van belang kunnen zijn voor de juistheid van deze gegevens.

Artikel

9

Belanghebbenden

Voor de verstrekking van gegevens op grond van artikel 44 van de wet worden belanghebbenden onderscheiden in:

  • a.

    particulieren,

  • b.

    door Onze Minister of, in geval van verstrekking van gegevens omtrent de aangifte van diefstal of verduistering van een voertuig, door Onze Minister en Onze Minister van Justitie gezamenlijk dan wel, in geval van verstrekking van gegevens omtrent de verplichtingen, bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel a, respectievelijk onderdeel b, door Onze Minister en Onze Minister van Financiën, respectievelijk Onze Minister en Onze Minister van Justitie, gezamenlijk aangewezen beroepsbeoefenaren of categorieën van beroepsbeoefenaren,

  • c.

    personen of instanties met een publiekrechtelijke taak, niet zijnde autoriteiten als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de wet, en

  • d.

    door Onze Minister of, in geval van verstrekking van gegevens omtrent de aangifte van diefstal of verduistering van een voertuig, door Onze Minister en Onze Minister van Justitie gezamenlijk aangewezen organisaties die de belangen van de automobielbranche behartigen.

Artikel

10

Aanvraag van gegevens door belanghebbenden

Artikel

11

Verstrekking van gegevens aan belanghebbenden als bedoeld in artikel 9, onderdeel a (particulieren)

Artikel

12

Aan belanghebbenden als bedoeld in artikel 9, onderdeel b, worden de gevraagde gegevens verstrekt, voor zover zij deze gegevens beroepshalve nodig hebben voor het realiseren van rechten en plichten met betrekking tot het desbetreffende voertuig die voor de aanvrager of diens cliënt bestaan of kunnen ontstaan, voortvloeiend uit wettelijk voorschrift of uit overeenkomst, een en ander voor zover bij de aanwijzing, bedoeld in artikel 9, onderdeel b, is bepaald.

Artikel

13

Verstrekking van gegevens aan belanghebbenden als bedoeld in artikel 9, onderdeel c (personen of instanties met een publiekrechtelijke taak)

Aan belanghebbenden als bedoeld in artikel 9, onderdeel c, worden de gevraagde gegevens verstrekt, voor zover zij deze gegevens behoeven voor de uitvoering van hun taak en de persoonlijke levenssfeer van degene op wie de gegevens betrekking hebben daardoor niet onevenredig wordt geschaad.

Artikel

14

Verstrekking van gegevens aan belanghebbenden als bedoeld in artikel 9, onderdeel d (vertegenwoordigers van de automobielbranche)

Artikel

15

Gebruik van gegevens

Artikel

16

Beperkingen aan verstrekking en gebruik van gegevens

Op verzoek van degene van wie gegevens in het kentekenregister zijn opgenomen, wordt in het kentekenregister geregistreerd dat:

  • a.

    hij zijn toestemming onthoudt aan elke verstrekking van op hem betrekking hebbende gegevens aan belanghebbenden als bedoeld in artikel 9, onderdeel a,

  • b.

    op hem betrekking hebbende gegevens door belanghebbenden als bedoeld in artikel 9, onderdeel d, niet gebruikt worden voor de in artikel 15, tweede lid, bedoelde, bij ministeriële regeling aangewezen, doeleinden.

Hoofdstuk

4

Kentekenbewijzen

Artikel

17

Kentekenbewijs

Artikel

18

Ontvangstbewijzen

Artikel

19

Uitzonderingen aanvraageisen

Artikel

19a

Weigering afgifte kentekenbewijs

Artikel

20

Geldigheidsduur van het kentekenbewijs

Artikel

21

Kentekenbewijs in of op motorrijtuig

Vervallen

Artikel

22

Vordering afgifte kentekenbewijs ter inzage

Artikel

23

Rijden met ongeldig of ingevorderd kentekenbewijs

Artikel

24

Staan met ongeldig of ingevorderd kentekenbewijs

Een voertuig mag op de weg staan, wanneer het voor dat voertuig afgegeven kentekenbewijs ongeldig is verklaard voor het rijden over de weg overeenkomstig artikel 38, dan wel is ingevorderd overeenkomstig artikel 60 van de wet.

Artikel

25

Eerste afgifte van een driedelig kentekenbewijs

Artikel

25a

Artikel

26

Wijziging van de tenaamstelling: overdracht tussen particulieren

Artikel

27

Wijziging van de tenaamstelling: overdracht ten behoeve van een bedrijfsvoorraad

Artikel

28

Wijziging van de tenaamstelling: overdracht van een voertuig uit bedrijfsvoorraad

Artikel

28a

Artikel

29

Wijziging van de tenaamstelling: overlijden van een kentekenhouder

Artikel

30

Wijziging van de tenaamstelling: bijzondere procedure

Artikel

31

Verval van de tenaamstelling: overdracht van een voertuig aan een in het buitenland woonachtig of gevestigd persoon

Artikel

32

Verval van de tenaamstelling: overdracht van een voertuig uit bedrijfsvoorraad aan een in het buitenland woonachtig of gevestigd persoon

Artikel

33

Verval van de tenaamstelling: voorgoed buiten Nederland brengen van een voertuig

Artikel

34

Aanvraag en afgifte nieuw deel I

Artikel

35

Aanwijzing deel I in verband met tarieven

Artikel

36

Vervangende kentekenbewijzen

Artikel

37

Ongeldigverklaring en inlevering

Artikel

38

Ongeldigverklaring voor het rijden over de weg

Artikel

39

Invordering kentekenbewijs

Artikel

40

Verval van de tenaamstelling in het kentekenregister

Hoofdstuk

5

Handelaarskentekenbewijzen

Artikel

41

Basis handelaarskentekenbewijzen

Voor voertuigen als bedoeld in artikel 37, derde lid, van de wet, geldt het vereiste dat een kenteken voor een bepaald voertuig dient te zijn opgegeven niet, mits dat voertuig een kenteken voert als bedoeld in artikel 3, dat behoort bij een ingevolge artikel 42 afgegeven handelaarskentekenbewijs waarvan gebruik wordt gemaakt overeenkomstig de in dit hoofdstuk bedoelde voorschriften.

Artikel

42

Aanvraag

Artikel

43

Weigering afgifte

Onverminderd artikel 42 wordt de afgifte van handelaarskentekenbewijzen geweigerd indien een of meer aan de aanvrager afgegeven handelaarskentekenbewijzen op grond van artikel 45, eerste lid, onderdeel d, ongeldig zijn verklaard binnen een direct aan de datum van indiening van de aanvraag voorafgaande periode van zes maanden.

Artikel

44

Gebruik

Artikel

45

Ongeldigverklaring

Hoofdstuk

6

Erkenningsregeling bedrijfsvoorraad

Artikel

46

Onderwerp erkenning

Artikel

47

Aanvraag

Artikel

48

Bedrijfsvoorraadpassen en formulieren

Artikel

49

Intrekking erkenning

Hoofdstuk

7

Schorsing

Artikel

50

Aanvraag schorsing

Artikel

51

Einde schorsing

Indien de schorsing eindigt ingevolge artikel 68 van de wet, wordt bij de Dienst Wegverkeer, onder overlegging van deel II van het kentekenbewijs, het overschrijvingsbewijs alsmede een bij ministeriële regeling aangewezen legitimatiebewijs, een nieuw deel II aangevraagd.

Artikel

52

Gebruik van de weg zonder einde schorsing

Een schorsing eindigt niet door gebruik van de weg indien:

  • a.

    het voertuig waarvan de geldigheid van het kentekenbewijs is geschorst een kenteken voert als bedoeld in artikel 3, dat behoort bij een ingevolge artikel 42 afgegeven handelaarskentekenbewijs dat voldoet aan hoofdstuk 5 en waarvan gebruik wordt gemaakt overeenkomstig de in dat hoofdstuk bedoelde voorschriften, dan wel

  • b.

    artikel 23, eerste lid, van toepassing is.

Hoofdstuk

8

Strafbepalingen

Artikel

53

Overtreding van de artikelen

Hoofdstuk

9

Overgangsbepalingen

Artikel

54

Artikel

55

Artikel

56

Vervallen

Artikel

57

Artikel

58

Voor de toepassing van dit besluit wordt een op basis van het Reglement kentekenregistratie afgegeven kopie deel III gelijkgesteld met een overschrijvingsbewijs tot het tijdstip dat het kopie deel III is vervangen door een zodanig bewijs.

Hoofdstuk

10

Slotbepalingen

Artikel

59

Intrekking RKR

Het Reglement kentekenregistratie wordt ingetrokken met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

60

Inwerkingtreding

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

61

Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Kentekenreglement.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager