Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
erkenning als bedoeld in artikel 17 van de wet;
goedkeuring als bedoeld in artikel 10 van de wet;
vergunning als bedoeld in artikel 10 van de wet.
Besluit
In deze regeling wordt verstaan onder:
erkenning als bedoeld in artikel 17 van de wet;
goedkeuring als bedoeld in artikel 10 van de wet;
vergunning als bedoeld in artikel 10 van de wet.
De aanvrager van een erkenning of, indien de aanvrager een rechtspersoon is, degene die onmiddellijk leiding geeft aan het bedrijf, voldoet aan de eisen met betrekking tot zedelijk gedrag, genoemd in het tweede, derde en vierde lid.
De in het eerste lid bedoelde persoon is niet met toepassing van artikel 37 tot en met 37b of 37d van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking van de regering gesteld.
De in het eerste lid bedoelde persoon is niet binnen de laatste acht jaren bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld wegens overtreding van één of meer bepalingen gesteld bij of krachtens:
de Wet van 9 mei 1890, houdende verbodsbepalingen tegen het dragen van wapenen;
de Vuurwapenwet 1919;
de Wet tot wering van ongewenste handwapenen;
de Wet wapens en munitie;
de artikelen 92 tot en met 110, 115, 116, 121 tot en met 125, 131, 141, 181, 182, 191, 208, 209, 225, 226, 242, 246, 250ter, 282, 285, 287 tot en met 289, 302, 303, 311, 312, 317, 322, 326, 328, 336, 341, 343 tot en met 345, 359, 360, 367, 381, 385a, 385b, 416, 417, 417bis en 437 tot en met 437quater van het Wetboek van Strafrecht, alsmede Titel VII van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht;
de Opiumwet.
De in het eerste lid bedoelde persoon is niet in de laatste acht jaren in een ander land bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld wegens overtreding van een aldaar geldende strafbepaling, vergelijkbaar met een bepaling, genoemd in het derde lid, voor zover die veroordeling hier te lande is geregistreerd.
Op de termijn, genoemd in de aanhef van het derde lid, is artikel 9 van de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag van overeenkomstige toepassing.
Vrijwillige betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht wordt voor de toepassing van het derde lid gelijk gesteld met een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.
De aanvrager van een erkenning of, indien de aanvrager een rechtspersoon is, degene die onmiddellijk leiding geeft aan het bedrijf legt bij zijn aanvraag de gegevens over, genoemd in de bijlage bij deze regeling.
Ter vergoeding van de kosten die voortvloeien uit de behandeling van een aanvraag om goedkeuring is de aanvrager aan het Rijk verschuldigd: € 113.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 1994.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraag erkenning en onkostenvergoeding goedkeuring Wet explosieven voor civiel gebruik.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Met betrekking tot de aanvrager:
naam, adres, postcode, woonplaats en telefoonnummer;
indien de aanvrager een rechtspersoon is: naam, adres, postcode, plaats, telefoonnummer en rechtsvorm van het bedrijf;
naam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer van de vestiging waar de werkzaamheden, waarvoor de erkenning wordt gevraagd, zullen worden uitgeoefend alsmede de activiteiten die gewoonlijk in deze vestiging worden of zullen worden verricht;
handelingen waarvoor de erkenning wordt gevraagd;
explosieven of soort explosieven waarvoor de erkenning wordt gevraagd.