Besluit van 31 oktober 1994, houdende regels voor reclame voor geneesmiddelen

Reclamebesluit geneesmiddelen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 21 maart 1994, GMV/G 94776;
Gelet op:
  • -.

    richtlijn nr. 92/28/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 31 maart 1992 betreffende reclame voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PbEG L 113) en artikel 14 van richtlijn nr. 89/552/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lid-staten inzake de uitoefening van televisieomroep-activiteiten (PbEG L 298), en

Gezien het advies van de Geneesmiddelencommissie (advies van 20 juli 1993, no. 4823);
De Raad van State gehoord (advies van 1 augustus 1994, no. W13.94.0174);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 oktober 1994, GMV/G 943437;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Het is alleen aan degenen die bevoegd zijn tot uitoefening der artsenijbereidkunst, toegestaan reclame-activiteiten te verrichten of daartoe opdracht te verstrekken.

Artikel

3

Reclame voor een geneesmiddel moet het rationele gebruik ervan bevorderen door het objectief voor te stellen zonder de eigenschappen ervan te overdrijven.

§

2

Publieksreclame

Artikel

5

Tot het publiek gerichte reclame is verboden voor:

  • a.

    geneesmiddelen die uitsluitend op recept mogen worden afgeleverd;

  • b.

    geneesmiddelen die door apothekers of apotheekhoudende artsen, of onder hun toezicht, zijn bereid in hun apotheken.

Artikel

6

Tot het publiek gerichte reclame moet zodanig zijn van vorm en inhoud dat daaruit duidelijk blijkt dat het reclame betreft en het product duidelijk als geneesmiddel wordt onderkend.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Tot het publiek gerichte reclame mag geen vermeldingen bevatten:

  • a.

    waaruit zou blijken dat een medisch onderzoek of chirurgische ingreep overbodig is, in het bijzonder door een diagnose aan te bieden of een behandeling per briefwisseling aan te bevelen;

  • b.

    waarbij wordt verwezen naar een aanbeveling door beoefenaars van de wetenschap, beroepsbeoefenaren uit de gezondheidssector of personen die weliswaar geen beoefenaars van de wetenschap of beroepsbeoefenaren uit de gezondheidssector zijn, maar toch door hun reputatie het gebruik van geneesmiddelen zouden kunnen stimuleren;

  • c.

    waarin ten onrechte, op schrikwekkende of bedrieglijke wijze wordt verwezen naar genezenverklaringen;

  • d.

    waarin ten onrechte, op schrikwekkende of bedrieglijke wijze gebruik wordt gemaakt van uitbeeldingen van veranderingen van het menselijk lichaam ten gevolge van ziekte of letsel of van de werking van een geneesmiddel in het menselijk lichaam;

  • e.

    waarin wordt aangegeven dat het om een geregistreerd geneesmiddel gaat;

  • f.

    waarbij ten aanzien van vrij verkrijgbare geneesmiddelen gewezen wordt op de mogelijkheid tot verstrekking daarvan ten laste van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

Artikel

10

Tot het publiek gerichte reclame mag evenmin vermeldingen bevatten:

  • a.

    die suggereren dat de werking van het geneesmiddel niet met bijwerking gepaard gaat en beter is dan of gelijk is aan de werking van een andere behandeling of van een ander geneesmiddel;

  • b.

    die suggereren dat de normale goede gezondheid van een persoon door gebruik van het geneesmiddel kan worden verbeterd;

  • c.

    die suggereren dat de normale goede gezondheid van een persoon kan worden aangetast wanneer het geneesmiddel niet wordt gebruikt;

  • d.

    die suggereren dat de veiligheid of de werkzaamheid van het geneesmiddel te danken is aan het feit dat het om een natuurlijke stof gaat;

  • e.

    die uitsluitend of voornamelijk op kinderen zijn gericht;

  • f.

    die het geneesmiddel gelijkstellen met een voedingsmiddel, een kosmetisch product of andere consumptiegoederen;

  • g.

    die door een beschrijving of een gedetailleerde uitbeelding van de ziektegeschiedenis tot een verkeerde zelfdiagnose kunnen leiden.

Artikel

10a

§

3

Tot beroepsbeoefenaren gerichte reclame

Artikel

11

Artikel

12

§

4

Artsenbezoekers

Artikel

13

§

5

Gunstbetoning

Artikel

14

Artikel

15

Ten aanzien van bijeenkomsten, op kosten, geheel of gedeeltelijk, van één of meer farmaceutische ondernemingen en die belegd worden met het oog op de bevordering van de verkoop van geneesmiddelen, geldt dat de gastvrijheid steeds binnen redelijke perken moet blijven en ondergeschikt moet zijn aan het hoofddoel van de bijeenkomst; zij mag zich niet uitstrekken tot anderen dan de beroepsbeoefenaren.

Artikel

16

Het aannemen van of vragen om diensten of goederen die verboden zijn krachtens artikel 14, eerste lid, of strijdig zijn met artikel 15, is aan personen die bevoegd zijn om geneesmiddelen af te leveren, niet toegestaan.

Artikel

17

De artikelen 14, 15 en 16 laten bestaande maatregelen of handelspraktijken inzake prijzen, marges en kortingen onverlet.

§

6

Monsterverstrekking

Artikel

18

Artikel

19

§

7

Bijzondere voorschriften voor vergunninghouders

Artikel

20

In deze paragraaf wordt onder vergunninghouder verstaan: degene aan wie krachtens artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van de wet, vergunning is verleend tot uitoefening van de artsenijbereidkunst en die als zodanig verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van een geneesmiddel.

Artikel

21

Artikel

22

De vergunninghouder belast de wetenschappelijke voorlichtingsdienst binnen zijn onderneming met de beoordeling van de inhoud van reclame voor geneesmiddelen.

§

8

Slotbepalingen

Artikel

23

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

24

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

25

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

26

Dit besluit wordt aangehaald als: Reclamebesluit geneesmiddelen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager