Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet van 8 april 1994 met nummer 14721/(21)5;
Besluit:
§
1:
Definities
Artikel
1
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
geheel gedehydrateerde melk:
de vaste of poedervormige waar met uitsluitend koemelkbestanddelen, rechtstreeks verkregen door het onttrekken van water aan:
1º
koemelk;
2º
geheel of gedeeltelijk afgeroomde koemelk;
3º
room; of
4º
een mengsel van de onder 1°, 2° en 3° bedoelde waren;
met een watergehalte van ten hoogste 5 gewichtsprocent in het eindprodukt;
b.
gedeeltelijk gedehydrateerde melk:
de vloeibare waar met uitsluitend koemelkbestanddelen, rechtstreeks verkregen door het gedeeltelijk onttrekken van water aan:
1º
koemelk;
2º
geheel of gedeeltelijk afgeroomde koemelk; of
3º
een mengsel van de onder 1° en 2° bedoelde waren;
waaraan room en geheel gedehydrateerde melk al dan niet zijn toegevoegd, waarbij de hoeveelheid toegevoegde geheel gedehydrateerde melk in het eindprodukt niet meer bedraagt dan 25% van het totale gehalte aan van de melk afkomstige droge stof;
c.
saccharose:
halfwitte suiker, witte suiker of geraffineerde witte suiker.
2
Deze regeling is niet van toepassing op:
a.
een waar bestemd voor uitvoer naar een land dat niet behoort tot de Europese Gemeenschap en geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; en
b.
dieetwaren en waren die speciaal zijn bereid voor zuigelingen en jonge kinderen.
§
2:
Aanduiding
Artikel
2
1
De aanduiding geëvaporeerde volle melk mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk met:
a.
een vetgehalte van ten minste 7,5 gewichtsprocent; en
b.
een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 25 gewichtsprocent.
2
Onverminderd het eerste lid mag de aanduiding koffiemelk uitsluitend worden gebezigd voor de in dat lid bedoelde waar.
3
De aanduiding geëvaporeerde magere melk mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk met:
a.
een vetgehalte van ten hoogste 1 gewichtsprocent; en
b.
een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 20 gewichtsprocent.
4
De aanduiding geëvaporeerde gedeeltelijk afgeroomde melk mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk, niet bestemd voor de detailhandel, met:
a.
een vetgehalte van meer dan 1 gewichtsprocent en minder dan 7,5 gewichtsprocent;
b.
een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 20 gewichtsprocent.
5
De aanduiding geëvaporeerde gedeeltelijk afgeroomde melk mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk, bestemd voor de detailhandel, met:
a.
een vetgehalte van ten minste 4 en ten hoogste 4,5 gewichtsprocent;
b.
een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 24 gewichtsprocent.
6
Onverminderd het vijfde lid mogen uitsluitend voor de in dat lid bedoelde waren worden gebezigd de aanduiding:
a.
geëvaporeerde halfvolle melk; of
b.
halfvolle koffiemelk.
7
De aanduiding geëvaporeerde melk met hoog vetgehalte mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk met:
a.
een vetgehalte van ten minste 15 gewichtsprocent; en
b.
een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 26,5 gewichtsprocent.
Artikel
3
1
De aanduiding gecondenseerde volle melk met suiker mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk, niet bestemd voor de detailhandel, met:
a.
toegevoegd saccharose;
b.
een vetgehalte van ten minste 8 gewichtsprocent; en
c.
een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 28 gewichtsprocent.
2
De aanduiding gecondenseerde volle melk met-suiker mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk, bestemd voor de detailhandel, met:
a.
toegevoegd saccharose;
b.
een vetgehalte van ten minste 9 gewichtsprocent; en
c.
een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 31 gewichtsprocent.
3
De aanduiding gecondenseerde magere melk met suiker mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk met:
a.
toegevoegd saccharose;
b.
een vetgehalte van ten hoogste 1 gewichtsprocent; en
c.
een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 24 gewichtsprocent.
4
De aanduiding gecondenseerde gedeeltelijk afgeroomde melk met suiker mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk, niet bestemd voor de detailhandel, met:
a.
toegevoegd saccharose;
b.
een vetgehalte van ten minste 1 gewichtsprocent en minder dan 8 gewichtsprocent; en
c.
een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van meer dan 24 gewichtsprocent.
5
De aanduiding gecondenseerde gedeeltelijk afgeroomde melk met suiker mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk, bestemd voor de detailhandel, met:
a.
toegevoegd saccharose;
b.
een vetgehalte van ten minste 4 en ten hoogste 4,5 gewichtsprocent; en
c.
een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van meer dan 28 gewichtsprocent.
6
Onverminderd het vijfde lid mogen mag de aanduiding gecondenseerde halfvolle melk met suiker uitsluitend worden gebezigd voor de in dat lid bedoelde waar.
Artikel
4
1
De aanduiding vette melkpoeder mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor geheel gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 42 gewichtsprocent.
2
De aanduiding volle melkpoeder mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor geheel gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 26 gewichtsprocent.
3
De aanduiding gedeeltelijk afgeroomde melkpoeder mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor geheel gedehydrateerde melk met een vetgehalte van meer dan 1,5 doch minder dan 26 gewichtsprocent.
4
Onverminderd het vijfde lid mag de aanduiding halfvolle melkpoeder uitsluitend worden gebezigd voor de in dat lid bedoelde waar, bestemd voor de detailhandel, met een vetgehalte van ten minste 14% en ten hoogste 16%.
5
De aanduiding magere melkpoeder mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor geheel gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten hoogste 1,5 gewichtsprocent.
6
De in het eerste, tweede en derde lid bedoelde aanduiding wordt aangevuld met de vermelding instant, voor zover E 322 is toegevoegd.
§
3:
Levensmiddelenadditieven en lactose
Artikel
5
Vervallen
Artikel
6
Vervallen
Artikel
7
1
Bij de bereiding van de in artikel 3 bedoelde waren wordt uitsluitend gebruik gemaakt van:
lactose tot een hoeveelheid van niet meer dan 0,02 gewichtsprocent, al dan niet met toegevoegd tricalciumfosfaat dat niet meer dan 10% van de toegevoegde lactose mag uitmaken.
2
De in artikel 3 bedoelde waren zijn verduurzaamd door toevoeging van saccharose.
Artikel
8
Vervallen
Artikel
9
De in deze regeling bedoelde waren bevatten per 100 g van melk afkomstige vetvrije droge stof niet meer lactaten dan 300 mg.
Onverminderd het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen worden de volgende vermeldingen gebezigd op de verpakking, de recipiënt of het etiket van in deze regeling bedoelde waren, die als zodanig zijn bestemd voor de eindverbruiker:
a.
voor zover het andere waren betreft dan geëvaporeerde magere melk, gecondenseerde magere melk met suiker en magere melkpoeder: het gewichtspercentage melkvet van het eindprodukt;
b.
voor zover het betreft de in artikel 2 bedoelde waren: het percentage van melk afkomstige vetvrije droge stof;
een aanbeveling met betrekking tot de wijze van verdunning of reconstitutie; en
2º
met uitzondering van magere melkpoeder, een vermelding van het vetgehalte van de waar na verdunning of reconstitutie.
2
De in het eerste lid, onder a en b, bedoelde vermeldingen, worden zodanig aangebracht dat zij zich bevinden in het zelfde gezichtsveld als de aanduiding.
In afwijking van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen is het toegestaan op de verpakking, het recipiënt of het etiket van een in deze regeling bedoelde waar, niet bestemd voor de eindverbruiker, slechts te bezigen:
a.
de bij deze regeling voorgeschreven aanduiding;
b.
1º
de netto-hoeveelheid in g of kg;
2º
gegevens omtrent de producent, verpakker of verkoper; en
voor zover de waar is ingevoerd uit een land dat niet behoort tot de Europese Unie en geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; en
c.
de naam van het land van oorsprong.
2
In afwijking van het eerste lid, onder b, 1° en c, is het toegestaan de daar bedoelde vermeldingen slechts te bezigen in de begeleidende handelsdocumenten.
§
5:
Slotbepalingen
Artikel
14
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.
Artikel
15
Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling Gedehydrateerde melk.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.Borst-Eilers