Besluit van 15 december 1994 houdende regeling inzake de rusttijden van bemanningsleden, de samenstelling van de bemanning en de vaartijden van schepen op binnenwateren

Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 juli 1994, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Afdeling Wetgeving en Juridische Zaken, nr. DGA/AIB/WJZ/94/06022, gedaan mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Mede gelet op de Herziene Rijnvaartakte van 17 oktober 1868 (Trb. 1955, 161 en 1964, 83);
Gezien de adviezen van de Sociaal-Economische Raad (adviezen van 28 juni 1985 en 20 januari 1989) en van de Emancipatieraad (advies van 21 juni 1984);
De Raad van State gehoord (advies van 13 september 1994, no. W12.94.0452);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 december 1994, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Afdeling Wetgeving en Juridische Zaken, nr. DGA/AIB/WJZ/94/09337A, uitgebracht mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Als lijn, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de wet, wordt aangewezen de lijn, vastgesteld bij koninklijk besluit van 2 juni 1982 (Stb. 363).

Hoofdstuk

II

Rusttijden en vaartijden

§

1

Algemeen

Artikel

3

Artikel

4

§

2

Rusttijden van bemanningsleden

Artikel

5

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Artikel

8

Vervallen

§

3

Bepalingen inzake de vaartijden van schepen

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Indien gebruik wordt gemaakt van een tachograaf in de gevallen, bedoeld in de artikelen 9 en 10, bewaart de gezagvoerend schipper de registraties van de tachograaf gedurende ten minste zes maanden na de laatste aantekening daarop in chronologische volgorde aan boord.

Hoofdstuk

III

Bemanning

§

1

Bepalingen inzake de samenstelling van de minimumbemanning

Artikel

12

Artikel

12a

Artikel

12b

Artikel

12c

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Een vrouw, die krachtens arbeidsovereenkomst dan wel publiekrechtelijke aanstelling arbeid verricht, mag geen deel uitmaken van de minimumbemanning gedurende ten minste 14 weken rondom de vermoedelijke datum van haar bevalling, waarvan ten minste 6 weken vóór deze datum en ten minste 7 weken na de feitelijke datum van de bevalling liggen.

Artikel

17

De persoon die belast is met het toezicht op en de verzorging van één of meer zich aan boord bevindende kinderen die de leeftijd van 6 jaar nog niet hebben bereikt, mag geen deel uitmaken van de minimumbemanning, tenzij er maatregelen zijn getroffen waardoor de veiligheid van het kind of de kinderen ook zonder voortdurend toezicht is gewaarborgd.

§

2

Eisen te stellen aan bemanningsleden

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

22

Een ambtenaar als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de wet is bevoegd te eisen, dat binnen een door hem te bepalen termijn een nieuwe geneeskundige verklaring wordt afgegeven, indien hij redelijkerwijs vermoedt dat de houder daarvan niet meer voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 19, eerste lid.

Artikel

23

Hoofdstuk

IV

Controlemiddelen

§

1

Dienstboekje

Artikel

24

§

2

Vaartijdenboek

Artikel

25

De gezagvoerend schipper is verplicht ervoor te zorgen dat aan boord van het schip de volgende documenten aanwezig zijn:

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Hoofdstuk

V

Bepalingen inzake zeeschepen

Artikel

29

Het bij of krachtens de hoofdstukken II, III, met uitzondering van artikel 13, en de bijlage bepaalde, is niet van toepassing op zeeschepen die voldoen aan de bepalingen van Resolutie A.890 (21) van de Internationale Maritieme Organisatie van 25 november 1999 en het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Verdrag betreffende de normen van zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, met Bijlage, (Trb. 1981, 144 en 1992, 109), mits:

Artikel

30

In geval van toepassing van artikel 29 gelden de volgende voorschriften:

  • a.

    de bemanningsleden, bedoeld in artikel 29, onderdeel a, zijn in het bezit van een verklaring als opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage IV, waaruit blijkt dat zij voldoen aan de eisen van vakbekwaamheid, bedoeld in de in de aanhef van artikel 29 bedoelde regelingen;

  • b.

    de in artikel 29, onderdeel b, bedoelde persoon wordt na elke wacht van ten hoogste 14 uur vervangen door een persoon die voldoet aan artikel 18, eerste lid, onderdeel a, onder 1° tot en met 3°;

  • c.

    de gezagvoerend schipper is verplicht ervoor te zorgen dat aan boord van het zeeschip een logboek aanwezig is en, voor zover het logboek daarin niet voorziet, een ander document waarin het aantal bemanningsleden wordt bijgehouden;

  • d.

    in het logboek of andere document, bedoeld in onderdeel c, worden de volgende aantekeningen gemaakt:

    • 1°.

      de namen van de personen die voldoen aan artikel 18, eerste lid, onderdeel a, onder 1° tot en met 3°, alsmede het begin en het einde van hun wacht;

    • 2°.

      het begin, de onderbreking, de voortzetting en het einde van de vaart van het zeeschip, met telkens daarbij de vermelding van datum, tijdstip en plaats, alsmede, voor zover het zeeschip zich op de Rijn, de Lek of de Waal bevindt, van de kilometerraai.

Hoofdstuk

VI

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Vervallen

Artikel

33

Vervallen

Artikel

34

Vervallen

Artikel

36

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.

Lasten en bevelen, dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. P. W. Melkert
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Bijlage

I

bij het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart, bedoeld in artikel 12 van dit besluit

Vervallen

Bijlage

II

Vervallen.

Bijlage

III

bij het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart, bedoeld in artikel 25, onderdeel a, van dit besluit

Vervallen.

Bijlage

bij het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart, bedoeld in artikel 30, onderdeel a, van dit besluit

Model van een officiële verklaring bij diploma's.

OFFICIËLE VERKLARING BIJ HET DIPLOMA

(Stempel van het bevoegde gezag) (Land)

Afgegeven krachtens de bepalingen van het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978

De Regering van (naam) verklaart *

De ondergetekende verklaart

Dat dit Diploma/Diploma nr. ................** is afgegeven aan: .....................................(volledige naam van de betrokkene), die blijk heeft gegeven de vereiste bekwaamheid te bezitten overeenkomstig de bepalingen van Voorschrift ........... van het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978, als ............................... *** uitsluitend onder de volgende beperkingen:

Hier beperkingen, of «geen» invullen, al naar van toepassing is.........................................................

Datum van afgifte van deze officiële verklaring: ....................

(Stempel van het bevoegde gezag) Ondertekening: .................................

(Naam en handtekening van de bevoegde functionaris)

Geboortedatum van de houder van het Diploma  ....................

Handtekening van de houder van het Diploma  ....................

* Eén van deze beide regels gebruiken.

** Doorhalen wat niet van toepassing is.

*** Klasse of categorie van het Diploma volgens het Verdrag invullen.