Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag

Hoofdstuk

II

Grondwaterbelasting

Artikel

2

Vervallen

Artikel

3

Vervallen

Hoofdstuk

III

Belasting op leidingwater

Artikel

4

Artikel

5

In het verzoek om teruggaaf, bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de wet, worden de volgende gegevens vermeld:

  • a.

    het tijdvak waarover teruggaaf wordt verzocht;

  • b.

    naam en adres van de verbruiker;

  • c.

    BSN of RSIN van de verbruiker;

  • d.

    naam en adres van de leveranciers;

  • e.

    de hoeveelheid leidingwater waarvoor teruggaaf wordt verzocht per leverancier;

  • f.

    de periode van levering van het leidingwater, en

  • g.

    het bedrag aan belasting dat wordt teruggevraagd.

Artikel

6

De administratie van de belastingplichtige, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet, is zodanig ingericht dat daarin op overzichtelijke wijze de gegevens zijn opgenomen met betrekking tot:

  • a.

    de hoeveelheid leidingwater die is geleverd;

  • b.

    de opbouw van de voorschotbedragen;

  • c.

    de herleiding van de voorschotbedragen naar de hoeveelheden leidingwater;

  • d.

    de belasting begrepen in voorschotnota's en voorschotbedragen;

  • e.

    de belasting begrepen in eindfacturen;

  • f.

    de belasting begrepen in facturen;

  • g.

    het aantal aansluitingen voor leidingwater;

  • h.

    de periode van aansluiting;

  • i.

    het aantal malen dat de bovengrens is toegepast;

  • j.

    de evenredige toedeling van de bovengrens bij afwijkende verbruiksperioden;

  • k.

    het eigen verbruik;

  • l.

    de contracten ten aanzien van de onbemeterde aansluitingen;

  • m.

    de toepassing van de regeling, bedoeld in artikel 14, derde lid, van de wet;

  • n.

    de toepassing van de vrijstelling, bedoeld in artikel 19 van de wet.

Hoofdstuk

IV

Afvalstoffenbelasting

Artikel

7

Artikel

8

De houder van de inrichting waaraan afvalstoffen ter verwijdering worden afgegeven die naar Nederland zijn overgebracht als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van de wet, neemt in zijn administratie een afschrift op van de kennisgeving, bedoeld in artikel 4 van EVOA.

Artikel

8a

Bij een aanvraag, als bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de wet, geschiedt de vaststelling van de juistheid van de identiteit van de aanvrager door middel van eHerkenning op basis van minimaal betrouwbaarheidsniveau 2.

Artikel

8b

Hoofdstuk

V

Kolenbelasting

Artikel

9

Een plaats waar geen kolen worden vervaardigd, maar die dient voor de opslag van kolen, kan uitsluitend als inrichting worden aangemerkt, indien de hoeveelheid kolen die aldaar gemiddeld over een jaar voorhanden is, meer bedraagt dan 20.000 kilogram.

Artikel

10

Het verzoek om een vergunning voor een inrichting, bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de wet, bevat de volgende gegevens:

  • a.

    een omschrijving van de aard van het bedrijf waaruit onder meer moet blijken of de vergunning mede wordt gevraagd voor de vervaardiging van kolen of uitsluitend voor de opslag van kolen;

  • b.

    een omschrijving van de administratie en de administratieve organisatie met betrekking tot de als inrichting aan te merken plaats, alsmede het adres waar de administratie wordt gehouden;

  • c.

    de hoeveelheid kolen die naar verwachting in de inrichting per jaar zal worden vervaardigd dan wel gemiddeld over een jaar voorhanden zal zijn;

  • d.

    het adres en de kadastrale aanduiding van de als inrichting aan te wijzen plaats, en

  • e.

    de persoon op wiens naam de vergunning dient te worden gesteld.

Artikel

11

De verklaring, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van het besluit, bevat de volgende gegevens:

  • a.

    in het geval van uitslag, de naam, het adres en het vergunningnummer van de vergunninghouder van de inrichting;

  • b.

    in het geval van invoer, de naam en het adres van degene die de kolen levert;

  • c.

    de naam en het adres van de gebruiker;

  • d.

    de hoeveelheid kolen waarvoor vrijstelling wordt verleend;

  • e.

    de plaats van levering van de kolen;

  • f.

    de datum van levering van de kolen, en

  • g.

    het kalenderjaar waarop de verklaring betrekking heeft.

Artikel

12

Hoofdstuk

VI

Energiebelasting

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Artikel

16

Artikel

16a

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

De verklaring, bedoeld in artikel 20, eerste lid, van het besluit, wordt ondertekend en bevat de volgende gegevens:

  • a.

    de dagtekening;

  • b.

    naam en adres van de verbruiker; en

  • c.

    naam en adres van de leverancier.

Artikel

19a

Vervallen

Artikel

19b

Vervallen

Artikel

20

Artikel

20a

Artikel

20b

De verklaring, bedoeld in artikel 21d, eerste lid, van het besluit, wordt door de verbruiker ondertekend en bevat ten minste:

  • a.

    de dagtekening;

  • b.

    naam en adres van de verbruiker;

  • c.

    naam en adres van de leverancier;

  • d.

    de EAN-code van de aansluiting waarop de verklaring betrekking heeft;

  • e.

    de verklaring dat de elektriciteit uitsluitend wordt aangewend in een walstroominstallatie die geheel of nagenoeg geheel bestemd is voor schepen niet zijnde particuliere pleziervaartuigen als bedoeld in artikel 70a, derde lid, van de wet;

  • f.

    de verklaring dat de walstroominstallatie beschikt over een zelfstandige aansluiting en dat deze walstroominstallatie geen deel uitmaakt van een meer omvattende onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, of dat de walstroominstallatie beschikt over een comptabele meetinrichting als bedoeld in artikel a18a van het besluit.

Artikel

21

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

Hoofdstuk

VII

Vliegbelasting

Artikel

30

Vervallen

Artikel

31

Vervallen

Hoofdstuk

VIII

Verpakkingenbelasting

Artikel

32

Vervallen

Artikel

32a

Vervallen

Artikel

32b

Vervallen

Hoofdstuk

IX

Algemene bepaling

Artikel

33

De administratie van degene die verzoekt om teruggaaf van belasting, bedoeld in artikel 92, eerste lid, van de wet, is zodanig ingericht dat daarin op overzichtelijke wijze alle voor de vaststelling van het bedrag van de teruggaaf van belang zijnde gegevens zijn opgenomen.

Artikel

33a

Indien een verzoek om teruggaaf langs elektronische weg wordt ingediend, worden de bij het verzoek over te leggen bescheiden niet bij het verzoek overgelegd, maar desgevraagd aan de inspecteur verstrekt.

Hoofdstuk

X

Slotbepalingen

Artikel

35

Deze regeling wordt aangehaald als:

Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag.

De Staatssecretaris van Financiën, W.A.F.G.Vermeend

Bijlage

bij de Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag

Vervallen