Besluit van 23 december 1994, tot vaststelling van het uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag

Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 3 december 1992, nr. WM92-19, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Afdeling Wetgeving Milieubelastingen, gedaan mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 18 december 1992, nr. W06.92.0614);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 21 december 1994, nr. WM94-71M, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Afdeling Wetgeving Milieubelastingen, uitgebracht mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

II

Grondwaterbelasting

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Hoofdstuk

IIA

Belasting op leidingwater

Artikel

4a

De in artikel 11h van de wet bedoelde vrijstelling wordt slechts verleend indien de belastingplichtige in zijn administratie aantekening houdt van de in dat artikel bedoelde buitengewone omstandigheden die zich hebben voorgedaan.

Artikel

4c

Hoofdstuk

III

Afvalstoffenbelasting

Artikel

5

Voor de toepassing van artikel 12, tweede lid, van de wet, wordt de toepassing van stoffen, preparaten of andere producten binnen een inrichting waar afvalstoffen worden gestort, geacht hetzij verband te houden met de bedrijfsvoering van de inrichting, hetzij deel uit te maken van het bedrijfsproces dat leidt tot bewerking, verwerking of definitieve verwijdering van afvalstoffen, indien de stoffen, preparaten of andere producten in de inrichting dienen voor dan wel bestaan uit:

  • a.

    materiaal voor het realiseren en onderhouden van een afrastering;

  • b.

    materiaal voor het realiseren van de onderafdichtingsconstructie, de geohydrologische maatregelen en het controlesysteem zoals verlangd in het Stortbesluit bodembescherming, de Regeling stortplaatsen voor baggerspecie op land, dan wel de Richtlijnen voor baggerspeciestortplaatsen in het beleidsstandpunt «Verwijdering baggerspecie» (kamerstukken II 1993/94, 23 450, nr. 1);

  • c.

    materiaal voor het realiseren van de bovenafdichtingsconstructie zoals verlangd in het Stortbesluit bodembescherming, de Regeling stortplaatsen voor baggerspecie op land, dan wel de Richtlijnen voor baggerspeciestortplaatsen in het beleidsstandpunt «Verwijdering baggerspecie» (kamerstukken II 1993/94, 23 450, nr. 1);

  • d.

    (riool)buizen voor de opvang en afvoer van percolaat en neerslag en materiaal voor installaties voor de behandeling van percolaat en neerslag;

  • e.

    verzamelleidingen voor de opvang en afvoer van stortgas in de egalisatie- of steunlaag en materiaal voor installaties voor de behandeling van stortgas;

  • f.

    het realiseren en in werking houden van nutsvoorzieningen;

  • g.

    het realiseren en in werking houden van installaties voor het be- of verwerken van afvalstoffen;

  • h.

    het operationeel houden van kantoren, van de controle- en registratieposten, van een laboratorium, van werkplaatsen, van het aanwezige rollende materieel en van de wasplaats;

  • i.

    materiaal voor het realiseren en in stand houden van bouwwerken;

  • j.

    materiaal voor het realiseren en in stand houden van een terreinverharding buiten het deel van de stortplaats, al dan niet in compartimenten onderverdeeld, waar tussen een onderafdichtings- en een bovenafdichtingsconstructie, als verlangd in het Stortbesluit bodembescherming, in de Regeling stortplaatsen voor baggerspecie op land, dan wel in de Richtlijnen voor baggerspeciestortplaatsen in het beleidsstandpunt «Verwijdering baggerspecie» (kamerstukken II 1993/94, 23 450, nr. 1), afvalstoffen worden gestort (stortlichaam);

  • k.

    ongediertebestrijding.

Artikel

5b

Voor de toepassing van artikel 5a worden de afvalstoffen niet geperst aangeleverd.

Artikel

5c

Artikel

5d

Artikel

5e

Voor de bepaling van het verschuldigde tarief van de afvalstoffenbelasting over de aangevoerde afvalstoffen, bedoeld in artikel 5a, wordt te allen tijde de inhoud toegepast die op de plaat, bedoeld in artikel 5c, derde lid, is vermeld, onderscheidenlijk die welke op de voet van artikel 5c, zesde lid, op de big bag is aangebracht.

Artikel

6

Hoofdstuk

IV

Brandstoffenbelasting

Artikel

6b

Artikel

6c

Artikel

7

Artikel

7a

Artikel

7b

Hoofdstuk

IVA

Regulerende energiebelasting

Artikel

8a

Artikel

8aa

In de gevallen waarin een voorschotnota wordt uitgereikt of, indien geen voorschotnota wordt uitgereikt, een voorschotbedrag wordt ontvangen, dient bij de berekening van het voorschot naar evenredigheid rekening te worden gehouden met de belastingvermindering, bedoeld in artikel 36j, eerste lid, van de wet.

Artikel

8b

Artikel

8c

Artikel

8ca

Artikel

8e

Artikel

8f

Artikel

8g

Artikel

8h

Artikel

8i

Artikel

8ia

Voor de toepassing van artikel 36t van de wet worden installaties die een samenhangend geheel vormen als één installatie aangemerkt.

Artikel

8j

Hoofdstuk

V

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

9

Voor de toepassing van de vrijstellingen, bedoeld in artikel 8, onderdelen b en c, van de wet, worden de hoeveelheid onttrokken grondwater in de maanden welke voorafgaan aan de datum van inwerkingtreding van de wet alsmede deze maanden zelf buiten aanmerking gelaten. Voor de toepassing van de vrijstelling, bedoeld in artikel 8, onderdeel e, van de wet, worden de onttrekkingen in het gedeelte van het kalenderjaar dat reeds is verstreken voor de inwerkingtreding van de wet buiten aanmerking gelaten.

Artikel

10

Artikel

11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum waarop de bepalingen van de Wet belastingen op milieugrondslag, waarin dit besluit zijn grondslag vindt, in werking treden.

Artikel

12

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën, W. A. F. G. Vermeend
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager