Regeling bezwarenadviescommissie personele aangelegenheden Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De Minister van Binnenlandse Zaken,
Overwegende dat het wenselijk is ten behoeve van beslissingen op bezwaren inzake personele aangelegenheden bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken een adviescommissie als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht in te stellen;
Gehoord de Bijzondere Commissie als bedoeld in artikel 113 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en de Overlegcommissie Binnenlandse Veiligheidsdienst als bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 27 mei 1986, houdende vaststelling van aanvullende regels ten aanzien van de rechtspositie van de ambtenaren bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst (Stb. 310);

Besluit:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    het ministerie: het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • c.

    medewerker:

    • a.

      degene die werkzaam is of is geweest bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • b.

      de ambtenaar die door Nederland in het kader van de personele dan wel onderlinge samenwerking met de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba aan één van die landen beschikbaar is gesteld;

    • c.

      degene die in dienst van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkzaam is bij het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen of het Kabinet van de Gouverneur van Aruba.

  • d.

    de Bijzondere Commissie: de commissie als bedoeld in artikel 113 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

§

2

De commissie

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

De commissie stelt een reglement omtrent haar werkwijze vast. Het reglement behoeft de goedkeuring van de minister.

Artikel

7

Aan de leden en plaatsvervangende leden wordt een vacatiegeld toegekend op grond van het Vacatiegeldenbesluit 1988.

§

3

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

8

Over een bezwaar tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dat is ingediend voor 1 januari 1995, adviseert de commissie indien de belanghebbende op 1 januari 1995 nog niet is gehoord.

Artikel

9

Dit besluit wordt aangehaald als: Regeling bezwarenadviescommissie personele aangelegenheden Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel

10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1995.

De Minister van Binnenlandse Zaken, H.F. Dijkstal