Artikel
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
-
b.
kamerlid: lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;
-
c.
voorzitter: voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;
-
d.
fractievoorzitter: kamerlid waarvan door de voorzitter is vastgesteld dat dat lid voorzitter is van een fractie, dan wel enig lid is van een fractie.