Het vaarbekwaamheidsbewijs politie, door het Korps Landelijke Politiediensten afgegeven na 31 maart 1994 voor het besturen van een klein politievaartuig op rivieren, kanalen en meren, wordt erkend voor de niet-bedrijfsmatige vaart op rivieren, kanalen en meren.
Artikel
2
Het vaarbekwaamheidsbewijs politie, door het Korps Landelijke Politiediensten afgegeven na 31 maart 1994 voor het besturen van een klein politievaartuig op alle binnenwateren, wordt erkend voor de niet-bedrijfsmatige vaart op alle binnenwateren.
Artikel
3
Het vaarbekwaamheidsbewijs, afgegeven door het Korps Rijkspolitie van 1 november 1988 tot 1 april 1994, voor het besturen van een klein politievaartuig op rivieren, kanalen en meren, wordt erkend voor de niet-bedrijfsmatige vaart op rivieren, kanalen en meren.
Artikel
4
Het vaarbekwaamheidsbewijs, afgegeven door het Korps Rijkspolitie van 1 november 1988 tot 1 april 1994, voor het besturen van een klein politievaartuig op alle binnenwateren, wordt erkend voor de niet-bedrijfsmatige vaart op alle binnenwateren.
Artikel
5
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 1988.
Artikel
6
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling erkenning vaarbekwaamheidsbewijs politie.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink