Wet van 8 juni 1995, houdende regels betreffende de uitvoering van het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens

Uitvoeringswet verdrag chemische wapens

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, mede gelet op artikel 12 van de Grondwet, noodzakelijk is regels te stellen ter uitvoering van het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    verdrag: het op 13 januari 1993 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens (Trb. 1993, 162);

  • b.

    stoffen: chemische elementen en hun verbindingen, zoals zij voorkomen in hun natuurlijke toestand of bij de produktie ontstaan, met inbegrip van de additieven die nodig zijn voor het behoud van de stabiliteit van het produkt en de onzuiverheden ten gevolge van het produktieprocédé;

  • c.

    giftige stoffen: stoffen die door hun fysische of chemische inwerking op levensprocessen van mensen en dieren de dood, tijdelijke functie-aantasting of blijvende schade kunnen veroorzaken;

  • d.

    voorlopers: chemische reagentia die zijn betrokken bij enigerlei stap in de produktie van een giftige stof, ongeacht de wijze van produktie, waartoe mede behoren hoofdbestanddelen van binaire of verscheidene bestanddelen bevattende chemische systemen;

  • e.

    chemische wapens:

    • 1.

      giftige stoffen en hun voorlopers, die niet zijn bestemd voor doeleinden die ingevolge het verdrag zijn toegestaan, tenzij het betreft hoeveelheden die met die doeleinden niet in overeenstemming zijn;

    • 2.

      munitie en andere inzetmiddelen, ontworpen om de dood of andere schade te veroorzaken door de toxische eigenschappen van giftige stoffen, die kunnen vrijkomen als gevolg van het gebruik van zodanige munitie en andere inzetmiddelen;

    • 3.

      uitrusting ontworpen voor gebruik dat rechtstreeks verband houdt met het gebruik van munitie en andere inzetmiddelen;

  • f.

    inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste en vierde lid, van de Wet milieubeheer;

  • g.

    fabriekscomplex, fabriek en eenheid: hetgeen daaronder wordt verstaan in afdeling I, onderdeel 6, van de Verificatiebijlage bij het verdrag;

  • h.

    produceren van stoffen: vormen van stoffen door middel van een chemische reactie;

  • i.

    verwerken van stoffen: toepassen van een fysisch proces, zoals de formulering, extractie en zuivering, waarbij de stoffen niet worden omgezet in andere stoffen;

  • j.

    verbruiken van stoffen: omzetten in andere stoffen door middel van een chemische reactie;

  • k.

    invoer en uitvoer: invoer en uitvoer als bedoeld in artikel 1 van de In- en uitvoerwet;

  • l.

    internationale routine-inspectie: een inspectie als bedoeld in artikel VI, paragrafen 3, 4 en 5, van het verdrag ter verificatie van de naleving daarvan;

  • m.

    internationale uitdagingsinspectie: een inspectie als bedoeld in artikel IX, paragraaf 8, van het verdrag ter verificatie van de naleving daarvan;

  • n.

    internationaal inspectieteam: inspecteurs en inspectie-assistenten, door de Directeur-Generaal van de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens belast met het verrichten van een internationale routine- of uitdagingsinspectie;

  • o.

    begeleidingsteam: de door Onze Minister tot begeleiding van het internationaal inspectieteam aangewezen ambtenaren;

  • p.

    Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;

Hoofdstuk

2

Chemische stoffen en inrichtingen voor het produceren daarvan

§

1

Verboden

Artikel

2

Artikel

3

§

2

Kennisgevingen

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Degene die een inrichting als bedoeld in artikel VI, paragraaf 6, van het verdrag in bedrijf houdt waar bij of krachtens in algemene maatregel van bestuur aangewezen stoffen worden geproduceerd in hoeveelheden, aangegeven bij die maatregel, verstrekt aan Onze Minister de gegevens die zijn aangewezen bij algemene maatregel van bestuur. Tot de aan te wijzen stoffen behoren de stoffen, bedoeld in artikel VI, paragraaf 6, van het verdrag, en de gegevens, bedoeld in de Verificatiebijlage, afdeling IX, paragrafen 4 tot en met 6 van het verdrag.

Artikel

7

Degene die overeenkomstig de artikelen 4 tot en met 6 een kennisgeving heeft gedaan, bewaart de in die artikelen bedoelde gegevens ten minste tot vijf jaar na de indiening van de kennisgeving.

Artikel

8

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld ter uitvoering van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 6.

Hoofdstuk

3

Toezicht

Artikel

9

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is jegens de krachtens artikel 9 aangewezen ambtenaren, alsmede jegens de ambtenaren die zijn belast met de opsporing van overtredingen van het bij of krachtens artikel 2, 3, eerste lid, 4, 5, 6, 7 of 8 bepaalde, niet van toepassing op de ambtenaren, bedoeld in artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet, artikel 18.4 van de Wet milieubeheer en artikel 64 van de Wet milieugevaarlijke stoffen juncto artikel 18.4 van de Wet milieubeheer.

Hoofdstuk

4

Internationale routine- en uitdagingsinspecties

Artikel

12

Artikel

13

Hoofdstuk

5

Overige bepalingen

Artikel

14

De Nederlandse strafwet is van toepassing op de Nederlander die zich buiten Nederland schuldig maakt aan handelen in strijd met het bepaalde bij of krachtens artikel 2 en artikel 3, eerste lid.

Artikel

15

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Hoofdstuk

6

Slotbepalingen

Artikel

16

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

17

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet verdrag chemische wapens.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Economische Zaken, A. van Dok-van Weele
De Minister van Buitenlandse Zaken a.i., H. F. Dijkstal
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager
De Minister van Binnenlandse Zaken, H. F. Dijkstal
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager