Artikel
I
Formatiebesluit W.V.O.
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Hebben goedgevonden en verstaan:
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
In afwijking van artikel 8 van het Formatiebesluit W.V.O. wordt wat de schooljaren 1996-1997 en 1997-1998 betreft de som van de in dat artikel bedoelde aantallen formatieplaatsen van de afzonderlijke personeelscategorieën vermenigvuldigd met de gemiddelde personeelslast van de school.
In afwijking van artikel 4, tweede lid, van het Formatiebesluit W.V.O. bedraagt de opslag wegens formatieve fricties voor de schooljaren 1996-1997 en 1997-1998 1,20%.
De op grond van het Formatiebesluit W.V.O. vastgestelde aantallen formatieplaatsen worden voor het schooljaar 1996-1997 door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen verhoogd voor scholen en scholengemeenschappen waarop wat dat schooljaar betreft artikel II, eerste lid, of artikel IV, eerste lid juncto tweede lid, onder b, van het Besluit van 6 april 1993 (Stb. 209), zoals luidend op 31 juli 1996, toepassing zou hebben gevonden indien het Formatiebesluit scholen v.w.o.-a.v.o.-v.b.o. op 1 augustus 1996 nog van kracht zou zijn geweest, met overeenkomstige toepassing van die artikelen. Bij ministeriële regeling worden nadere voorschriften gegeven voor de toepassing van de eerste volzin.
Voor zover op grond van artikel 26, onderdeel b, van het Formatiebesluit scholen v.w.o.-a.v.o.-v.b.o. ook na 31 juli 1996 aanspraak zou hebben bestaan op extra formatierekeneenheden, blijft die aanspraak in stand volgens de desbetreffende op 31 juli 1996 geldende voorschriften, met dien verstande dat de aanspraak wordt uitgedrukt in een aantal formatieplaatsen. Bij ministeriële regeling worden voorschriften gegeven voor de toepassing van de eerste volzin.
In afwijking van artikel 6, eerste lid, van het Formatiebesluit W.V.O. wordt bij de toepassing van dat artikellid voor het schooljaar 1996-1997 in aanmerking genomen het aantal leerlingen dat op 15 september 1995 als werkelijk schoolgaand is ingeschreven.
In afwijking van artikel 6, derde lid, van het Formatiebesluit W.V.O. wordt bij de toepassing van dat artikellid voor het schooljaar 1996-1997 bij de onderdelen Lt-1 onderscheidenlijk Lt-2 van de in het tweede lid van dat artikel genoemde formule in aanmerking genomen het aantal leerlingen dat op 15 september 1995 onderscheidenlijk 15 september 1994 als werkelijk schoolgaand is ingeschreven.
In afwijking van artikel 6, derde lid, van het Formatiebesluit W.V.O. wordt bij de toepassing van dat artikellid voor het schooljaar 1997-1998 bij onderdeel Lt-2 van de in het tweede lid van dat artikel genoemde formule in aanmerking genomen het aantal leerlingen dat op 15 september 1995 als werkelijk schoolgaand is ingeschreven.
In afwijking van artikel 17 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. worden bij de toepassing van dat artikel voor het jaar 1996 de kenmerken van het gebouw op 15 september 1995 in aanmerking genomen.
In afwijking van artikel 39 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. worden voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 juli 1996 en het schooljaar 1996-1997 in aanmerking genomen het aantal leerlingen dat op 15 september 1995 als werkelijk schoolgaand is ingeschreven en de kenmerken van het gebouw op dat tijdstip.
In afwijking van artikel 53, eerste lid, van het Bekostigingsbesluit W.V.O. worden voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 juli 1996 en het schooljaar 1996-1997 in aanmerking genomen het aantal leerlingen dat op 15 september 1995 als werkelijk schoolgaand ls ingeschreven en de kenmerken van het gebouw op dat tijdstip.
In afwijking van artikel I-Q401, onderdeel i, van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel wordt voor het schooljaar 1996-1997 bij de begripsomschrijving van y uitgegaan van het berekende aantal leerlingen op 15 september 1995.
In afwijking van artikel I-S401, onderdeel c, van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel wordt voor het schooljaar 1996-1997 bij de begripsomschrijving van y uitgegaan van het berekende aantal leerlingen op 15 september 1995.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 1996, met uitzondering van de artikelen I, III en VI tot en met XI. De artikelen I, III en VII tot en met XI treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Laatstbedoeld besluit wordt ten aanzien van de artikelen I en VII tot en met XI niet genomen voordat vier weken zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal. Het in de tweede volzin bedoelde besluit wordt ten aanzien van artikel III niet genomen voordat vier weken zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal en gedurende die termijn niet door of namens een van beide kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het artikel III geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Artikel VI treedt in werking met ingang van 31 juli 1996.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.