Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2.
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2.
De ambtenaar, werkzaam bij het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat van het ministerie van Verkeer en Waterstaat die daadwerkelijk is belast met handhaving van wet- en regelgeving, is aangewezen tot buitengewoon opsporingsambtenaar.
De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de feiten strafbaar gesteld bij of krachtens
de wetten, genoemd in artikel 1a van de Wet op de economische delicten;
de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterstaatswet 1900, de Wet op de waterhuishouding, de Scheepvaartverkeerswet, de Ontgrondingenwet en;
andere wetten, indien en voor zover hij in een concreet opsporingsonderzoek door een officier van Justitie daarmee wordt belast, voor de duur van dat onderzoek.
De buitengewoon opsporingsambtenaar is tevens bevoegd tot het opsporen van de feiten strafbaar gesteld bij of krachtens het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze strafbare feiten verband houden met de opsporing van strafbare feiten op basis van de in het eerste lid genoemde wetten.
De Directeur-Generaal Rijkswaterstaat brengt jaarlijks, vóór 1 april, over het voorafgaande jaar, aan de Minister van Justitie verslag uit over:
het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat op 31 december van het voorafgaande jaar;
de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte opsporingsactiviteiten;
de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar daarvoor zijn geslaagd.
De regeling houdende aanwijzing opsporingsambtenaren Ontgrondingenwet van 13 maart 1972 (Stcrt. 1972, nr. 54) wordt ingetrokken.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na publikatie van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 8 november 2005.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren Rijkswaterstaat 1995.
Dit besluit wordt in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad geplaatst.