Besluit van 30 oktober 1995, tot wijziging van het Besluit locatiegebonden subsidies (uitbreiding met bepalingen inzake de aan provincies toe te kennen budgetten voor locatiegebonden subsidies)

Wijzigingsbesluit Besluit locatiegebonden subsidies

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 maart 1995, nr. MJZ02395037, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gezien het advies van de Rijksplanologische Commissie van 3 februari 1995, nr. RPC 2;
De Raad van State gehoord (advies van 15 september 1995, nr. W08.95.0126);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 oktober 1995, nr. MJZ 95015583, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving.

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

I

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

II

Een vóór de inwerkingtreding van dit besluit gesloten overeenkomst, strekkende tot de ontwikkeling van bouwlocaties in de zin van het Besluit locatiegebonden subsidies in budgetbeherende provincies in de zin van genoemd besluit, staat gelijk aan een ontwikkelingscontract in de zin van genoemd besluit, indien die overeenkomst tot stand is gekomen op een gelijke wijze als voor de totstandkoming van een zodanig ontwikkelingscontract in artikel 4 van genoemd besluit is bepaald, en die overeenkomst datgene omvat wat een zodanig ontwikkelingscontract ingevolge artikel 6a van genoemd besluit dient te omvatten.

Artikel

III

Een vóór de inwerkingtreding van dit besluit tot stand gekomen verordening van provinciale staten, die regels bevat inzake de verlening van geldelijke steun vanwege de provincie voor de ontwikkeling van bouwlocaties in de zin van het Besluit locatiegebonden subsidies, staat gelijk aan een verordening als bedoeld in artikel 18a van genoemd besluit, indien die verordening datgene omvat wat een zodanige verordening ingevolge genoemd artikel 18a dient te omvatten.

Artikel

V

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, D. K. J. Tommel
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager