Wet van 16 november 1995, houdende het opnieuw vaststellen van de Wet toezicht effectenverkeer in verband met de uitvoering van de richtlijn betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten en van de richtlijn betreffende de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen

Wet toezicht effectenverkeer 1995

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet toezicht effectenverkeer te wijzigen ter uitvoering van richtlijn nr. 93/6/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 maart 1993 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen (PbEG L 141) alsmede van richtlijn nr. 93/22/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten (PbEG L 141), en dat het wenselijk is in verband hiermee alsmede in verband met enige noodzakelijke andere aanpassingen van die wet, de Wet toezicht effectenverkeer opnieuw vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Inleidende bepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt - voor zover niet anders is bepaald - verstaan onder:

  • a.

    effecten:

    • 1°.

      aandeelbewijzen, schuldbrieven, winst- en oprichtersbewijzen, optiebewijzen, warrants, en soortgelijke waardepapieren;

    • 2°.

      rechten van deelgenootschap, opties, rechten op overdracht op termijn van goederen, inschrijvingen in aandelen- en schuldregisters, en soortgelijke, al dan niet voorwaardelijke, rechten;

    • 3°.

      certificaten van waarden als hiervoor bedoeld;

    • 4°.

      recepissen van waarden als hiervoor bedoeld;

  • b.

    vervallen;

  • c.

    vervallen;

  • d.

    vervallen;

  • e.

    effectenbeurs: een markt die aan regels is onderworpen en die bestemd is voor het bijeenbrengen van vraag en aanbod van effecten;

  • f.

    vervallen;

  • g.

    vervallen;

  • h.

    vervallen;

  • i.

    vervallen;

  • j.

    vervallen;

  • k.

    vervallen;

  • l.

    vervallen;

  • m.

    vervallen;

  • n.

    Onze Minister: Onze Minister van Financiën;

  • o.

    openbaar bod: een door middel van een openbare mededeling gedaan aanbod als bedoeld in artikel 217, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek buiten een besloten kring, op effecten, dan wel een uitnodiging tot het doen van een aanbod, buiten een besloten kring, op effecten, waarbij de bieder het oogmerk heeft deze effecten te verwerven;

  • p.

    bieder: een natuurlijk persoon, rechtspersoon of vennootschap, dan wel enig naar buitenlands recht daarmee vergelijkbaar lichaam of samenwerkingsverband, door wie of namens wie al dan niet tezamen met een of meer andere natuurlijke personen, rechtspersonen, vennootschappen of daarmee vergelijkbare lichamen of samenwerkingsverbanden een openbaar bod wordt voorbereid of uitgebracht, dan wel is uitgebracht;

  • q.

    vervallen.

Artikel

2

Geen effecten in de zin van deze wet zijn:

  • a.

    waarden die uitsluitend het karakter van betaalmiddel dragen;

  • b.

    appartementsrechten.

Artikel

2a

Vervallen

Hoofdstuk

II

Uitgifte van effecten

Artikel

3

Vervallen

Artikel

3a

Vervallen

Artikel

3b

Vervallen

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Vervallen

Artikel

5a

Vervallen

Artikel

6

Vervallen

Hoofdstuk

II A

Openbaar bod op effecten

Artikel

6a

Vervallen

Artikel

6b

Vervallen

Artikel

6c

Vervallen

Hoofdstuk

III

Effecteninstellingen

§

1

Vereisten voor een vergunning

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

§

2

Regels voor vergunninghouders

Artikel

11

Vervallen

Artikel

11a

Vervallen

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

Artikel

15a

Vervallen

Artikel

15b

Vervallen

§

3

Gekwalificeerde deelnemingen in effecteninstellingen

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Hoofdstuk

III A

Financiële instellingen, niet zijnde vergunningplichtige effecteninstellingen

Artikel

18a

Vervallen

Artikel

18b

Vervallen

Hoofdstuk

IV

Intrekkingsbepalingen

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

Hoofdstuk

V

Register

Artikel

20a

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

Hoofdstuk

VI

Effectenbeurzen

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Vervallen

Artikel

26

Vervallen

Artikel

26A

Vervallen

Hoofdstuk

VII

Bijzondere bepalingen

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Artikel

28a

Vervallen

Artikel

28b

Vervallen

Artikel

28c

Vervallen

Hoofdstuk

VIII

Controle, uitvoering en samenwerking

Artikel

29

Artikel

29a

Vervallen

Artikel

30

Vervallen

Artikel

31

Artikel

32

Vervallen

Artikel

33

Vervallen

Artikel

33a

Vervallen

Artikel

33b

Vervallen

Artikel

33c

Vervallen

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Vervallen

Artikel

36

Vervallen

Artikel

37

Vervallen

Artikel

38

Vervallen

Artikel

39

Vervallen

Hoofdstuk

IX

Overdracht van toezicht

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

Vervallen

Hoofdstuk

X

Beroep

Artikel

43

Vervallen

Artikel

44

Hoofdstuk

XI

Betrekkingen met derde landen

Artikel

45

Vervallen

Hoofdstuk

XII

Marktmisbruik

§

1

Algemeen

Artikel

45a

Vervallen

Artikel

45b

Vervallen

Artikel

45c

Vervallen

Artikel

45d

Vervallen

§

2

Verbodsbepalingen

Artikel

46

Vervallen

Artikel

46a

Vervallen

Artikel

46b

Vervallen

§

3

Openbaarmakings- en meldingsverplichtingen

Artikel

47

Vervallen

Artikel

47a

Vervallen

Artikel

47b

Vervallen

Artikel

47c

Vervallen

Artikel

47d

Vervallen

Artikel

47e

Vervallen

Artikel

47f

Vervallen

§

4

Aanvullende toezichtsbevoegdheden

Artikel

48

Vervallen

Hoofdstuk

XIIA

Onderzoek door onze minister

Artikel

48a

Hoofdstuk

XII B

Dwangsom en bestuurlijke boete

Artikel

48b

Artikel

48c

Artikel

48d

Artikel

48e

Degene jegens wie door Onze Minister een handeling is verricht waaraan hij in redelijkheid de gevolgtrekking kan verbinden dat hem wegens een overtreding een boete zal worden opgelegd, is niet verplicht ter zake daarvan enige verklaring af te leggen. Hij wordt hiervan in kennis gesteld alvorens hem mondeling om informatie wordt gevraagd.

Artikel

48f

Artikel

48g

Artikel

48h

Artikel

48i

Artikel

48j

Artikel

48k

Artikel

48l

De werkzaamheden in verband met het opleggen van een dwangsom of van een boete worden verricht door personen die niet betrokken zijn geweest bij het vaststellen van de overtreding en het daaraan voorafgaande onderzoek.

Artikel

48m

Hoofdstuk

XIIC

Openbaarmaking van overtredingen

Artikel

48n

Artikel

48o

Degene jegens wie door Onze Minister een handeling is verricht waaraan hij in redelijkheid de gevolgtrekking kan verbinden dat Onze Minister zijn handelen of nalaten op grond van artikel 48n ter openbare kennis zal brengen, is niet verplicht ter zake daarvan enige verklaring af te leggen. Hij wordt hiervan in kennis gesteld alvorens hem mondeling om informatie wordt gevraagd.

Artikel

48p

Artikel

48q

De beschikking om op grond van artikel 48n een feit ter openbare kennis te brengen vermeldt in ieder geval:

  • het feit dat ter openbare kennis wordt gebracht;

  • de wijze waarop het feit ter openbare kennis wordt gebracht; en

  • de termijn waarna het feit ter openbare kennis wordt gebracht.

Artikel

48r

Tenzij de bevordering van de naleving van deze wet geen uitstel toelaat, wordt de werking van de beschikking om op grond van artikel 48n een feit ter openbare kennis te brengen opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.

Artikel

48s

In afwijking van artikel 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht treedt de beschikking in werking op de dag waarop het feit ter openbare kennis is gebracht zonder dat de werking voor de duur van de beroepstermijn of, indien beroep is ingesteld, van het beroep wordt opgeschort, indien van de betrokkene geen adres bekend is en het adres ook niet met een redelijke inspanning kan worden verkregen.

Artikel

48t

Artikel

48u

Artikel

48v

De werkzaamheden in verband met het op grond van artikel 48n ter openbare kennis brengen van een feit worden verricht door personen die niet betrokken zijn geweest bij het vaststellen van het feit en het daaraan voorafgaande onderzoek.

Hoofdstuk

XIII

Wijziging van andere wetten

Artikel

49

Vervallen

Artikel

50

Vervallen

Artikel

51

Vervallen

Artikel

52

Vervallen

Artikel

53

Vervallen

Artikel

54

Vervallen

Artikel

55

Vervallen

Artikel

56

Vervallen

Artikel

57

Vervallen

Artikel

58

Vervallen

Hoofdstuk

XIV

Slotbepalingen

Artikel

59

Vervallen

Artikel

60

Vervallen

Artikel

61

Vervallen

Artikel

62

Vervallen

Artikel

63

Vervallen

Artikel

64

Vervallen

Artikel

65

Vervallen

Artikel

66

Vervallen

Artikel

67

Deze wet wordt aangehaald als: Wet toezicht effectenverkeer 1995.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Financiën, G. Zalm
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Bijlage

bedoeld in artikel 48d, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995

Artikel 1

Voor de overtredingen genoemd in tabel 1 en tabel 2, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van Hoofdstuk XII B van deze wet, zijn de boetebedragen vastgesteld als volgt:

1.

€ 453

2.

€ 907

2a.

€ 1 815

3.

€ 5 445

4.

€ 21 781

5.

€ 87 125

Artikel 2

1. Indien een boete wordt opgelegd voor het overtreden van een bepaling als genoemd in tabel 1 1In tabel 1 zijn die bepalingen genoemd die zich uitsluitend richten tot vergunninghoudende effecteninstellingen c.q. erkende effectenbeurzen (natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen). In tabel 2 zijn die bepalingen opgesomd die zich in beginsel tot een ieder (al dan niet instellingen/beurzen) richten., is bij de vaststelling van de hoogte van deze boete de volgende categorie-indeling naar eigen vermogen van toepassing met de daarbij behorende factor 2Onder eigen vermogen wordt in dit verband verstaan:– ingeval van rechtspersonen en vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid, voor zover dezen een jaarrekening opstellen: het eigen vermogen zoals dat blijkt uit de jaarrekening;– in geval van vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid, voor zover dezen geen jaarrekening opstellen: het privévermogen van de gezamenlijke vennoten, zoals dat blijkt uit hun laatste aangifte voor de vermogensbelasting; en– in geval van natuurlijke personen (eenmanszaken): het privévermogen zoals dat blijkt uit zijn laatste aangifte voor de vermogensbelasting.:

Categorie-indeling normgeadresseerden

Categorie I: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van minder dan € 136 100; Factor: 1;

Categorie II: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van ten minste € 136 100 maar minder dan € 272 300; Factor: 2;

Categorie III: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van ten minste € 272 300 maar minder dan € 453 800; Factor: 3;

Categorie IV: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van ten minste € 453 800 maar minder dan € 4 538 000; Factor: 4;

Categorie V: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschapppen met een eigen vermogen van ten minste € 4 538 000; Factor: 5.

2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, bedoeld in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor behorende bij de categorie naar eigen vermogen, bedoeld in het eerste lid.

3. Indien de gegevens omtrent het eigen vermogen niet aan Onze Minister beschikbaar zijn gesteld, kan Onze Minister aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door hem te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

4. Indien een boete wordt opgelegd voor het overtreden van artikel 18b, tweede lid, is in afwijking van het eerste lid de volgende categorie-indeling met de daarbij behorende factoren van toepassing:

5. Voor de toepassing van het tweede en derde lid wordt voor instellingen als bedoeld in het vierde lid, onder a, c en d, onder «eigen vermogen» verstaan «balanstotaal».

Artikel 3

Op grond van artikel 48f, tweede lid, behoeft de betrokkene niet in de gelegenheid te worden gesteld om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd, indien het een overtreding betreft waarvoor tariefnummer 1 of 2 is vastgesteld.

Tabel 1

Overtreding van voorschriften, gesteld bij artikel:

Tariefnummer:

6, tweede lid

3

7, derde lid

4

7, zevende lid

3

11a, eerste lid

1

11a, tweede lid

1

12, tweede lid

4

12, vierde lid

4

13, eerste lid, tweede volzin

1

13, vijfde lid

1

13, zesde lid, eerste volzin

1

13, zevende lid

4

13, negende lid

1

14, eerste lid

1

14, vierde lid

4

15, tweede lid

2

15a, eerste lid

1

15a, tweede lid

1

15b, eerste lid

1

15b, tweede lid

1

15b, vierde lid

1

16, twaalfde lid

2

18b, tweede lid

3

19, derde lid

3

21, zesde lid

1

22, derde lid

3

23

3

24, eerste lid

3

24, derde lid

3

28, derde lid

4

28a, tweede lid

4

28a, vierde lid

4

28c, vierde lid

3

29, tweede lid

3

29, derde lid, voor zover het betreft het voorschrift van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht

3

36, tweede lid

3

37, tweede lid

3

39, derde lid

3

 46a, eerste lid

5

 47, eerste lid, eerste volzin

5

 47, eerste lid, tweede volzin

3

 47, tweede lid

3

 47, vijfde lid

5

 47, zevende lid

2a

 47a, eerste lid

4

 47c, eerste lid

4

 47d, derde lid

3

 47e, eerste lid

4

 47e, derde lid

3

 47e, vierde lid

3

 47e, vijfde lid

4

 47f

2a

 48, eerste lid

3

 48, tweede lid, tweede volzin

3

Tabel 2

Overtreding van voorschriften, gesteld bij artikel:

Tariefnummer:

3, eerste lid

5

3, vierde lid

5

4, tweede lid

3

5, eerste lid, tweede volzin, aanhef en onderdelen b en c

4

5, derde lid

3

5a, eerste lid

4

5a, vierde lid

3

6a, eerste lid

5

6b

5

6c, tweede lid

4

7, eerste lid

5

10, tweede lid

3

11a, derde lid

3

11a, vierde lid

3

11a, vijfde lid

3

16, eerste lid

3

16, zevende lid

3

16, achtste lid

3

16, tiende lid

3

16, elfde lid

3

18, tweede lid

3

22, eerste lid

4

22, vijfde lid

3

26a, eerste lid

3

26a, vijfde lid

3

26a, zesde lid

3

26a, negende lid

3

28, zesde lid, onder a

3

28c, tweede lid

3

28c, derde lid

3

29, tweede lid

3

29, derde lid, voor zover het betreft het voorschrift van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en het voorschrift inzage te verlenen in zakelijke gegevens en bescheiden

3

29a, tweede en vierde volzin

3

36, tweede lid

3

37, tweede lid

3

 46, eerste lid

5

 46, derde lid

5

 46, negende lid

4

 46a, tweede lid

5

 46b, eerste lid

5

 47e, zesde lid

4

26, vijfde lid, prospectusverordening

4

30 prospectusverordening

4

34 prospectusverordening

4