Besluit van 23 november 1995, houdende regels met betrekking tot het op of in de bodem of in het oppervlaktewater gebruiken van bouwstoffen

Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 1 november 1993, nr. MJZ01n93028, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Gelet op richtlijn nr. 89/106/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lid-staten inzake de voor de bouw bestemde produkten (PbEG 1989, L 40), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 93/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juli 1993 (PbEG L 220);
Gezien het advies van de Centrale raad voor de milieuhygiëne van 9 januari 1992, nr. B-92/26, het advies van de Raad van de Waterstaat van 28 november 1991 en de adviezen van de Technische commissie bodembescherming nrs. TCB A89/13 en TCB A91/02 van april 1989 en juli 1991;
De Raad van State gehoord (advies van 1 juli 1994, nr. W08.93.0727);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 november 1995, nr. MJZ 95024090, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Hoofdstuk

2

Het gebruiken van bouwstoffen op of in de bodem

§

1

Algemeen

Artikel

4

§

2

Het gebruiken van schone grond op of in de bodem

Artikel

5

§

3

Het gebruiken van andere bouwstoffen dan schone grond op of in de bodem

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Het is verboden op of in de bodem een bouwstof te gebruiken, indien daarbij niet wordt voldaan aan de regels die bij of krachtens deze paragraaf met betrekking tot het gebruiken van die bouwstof zijn gesteld.

Artikel

9

Artikel

9a

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Behoudens in een geval als bedoeld in artikel 14, vijfde lid, kan het bevoegd gezag ten aanzien van het aanbrengen, het onderhoud en de controle van een isolerende bovenafdichting als bedoeld in artikel 14, eerste lid, onder d en e, nadere eisen stellen. Degene tot wie een nadere eis wordt gericht, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel

16

Hoofdstuk

3

Het gebruiken van bouwstoffen in oppervlaktewater

§

1

Algemeen

Artikel

17

§

2

Het gebruiken van schone grond in oppervlaktewater

Artikel

19

§

3

Het gebruiken van andere bouwstoffen dan schone grond in oppervlaktewater

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

22a

Tenzij het gaat om bouwstoffen waarvan op grond van kennis of organoleptische waarneming niet kan of redelijkerwijs niet zou kunnen worden aangenomen dat die bouwstoffen voldoen aan de samenstellings- en immissiewaarden, zoals aangegeven in bijlage 2, is artikel 22 niet van toepassing op:

  • a.

    het in oppervlaktewater gebruiken van gezaagde natuursteenproducten of metselmortel;

  • b.

    het zonder bewerking opnieuw in oppervlaktewater gebruiken van vormgegeven bouwstoffen van beton, keramiek, natuursteen, alsmede bakstenen;

  • c.

    het opnieuw warm in situ in oppervlaktewater gebruiken van asfalt in wegverhardingen, indien overeenkomstig de CROW-rapport 04-08, «Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt» wordt aangetoond dat het materiaal niet teerhoudend is;

  • d.

    het binnen een project in oppervlaktewater zonder bewerking en onder dezelfde condities opnieuw gebruiken van categorie 1-bouwstoffen, mits wordt aangetoond dat de bouwstof voldoet aan de samenstellings- en immissiewaarden, zoals aangegeven in bijlage 2 op grond van:

    • 1°.

      algemene informatie of

    • 2°.

      gegevens omtrent samenstelling en immissie die bij of krachtens het eerste tot en met zesde lid van artikel 22 of vooruitlopend daarop onder de vigeur van het IPO- interimbeleid «Werken met secundaire grondstoffen» zijn bepaald in het kader van het eerdere gebruiken in een werk.

Artikel

23

Ten aanzien van degene die een bouwstof gebruikt in oppervlaktewater, is artikel 10 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in het eerste lid, onder a, en in het tweede lid van dat artikel in plaats van "de bodem" wordt gelezen: de bodem onder oppervlaktewater.

Artikel

24

Grond die behoort tot de categorie 1-bouwstoffen, wordt in oppervlaktewater slechts gebruikt in een hoeveelheid van ten minste 50 m3 aaneensluitend in een werk.

Artikel

25

Artikel

26

Hoofdstuk

4

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

28

Artikel

30

Tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip waarop dit artikel vervalt, wordt in afwijking van artikel 1, eerste lid, onder u, onder "deskundig bedrijf" verstaan: een bedrijf dat of een dienst die aantoonbare ervaring en deskundigheid heeft met het verrichten van een bij of krachtens dit besluit voorgeschreven werkzaamheid.

Artikel

31

Een artikel van dit besluit of onderdeel daarvan is niet van toepassing op het gebruiken van een bouwstof in een werk, indien die bouwstof in dat werk is aangebracht uiterlijk zes maanden na het tijdstip waarop dat artikel of artikelonderdeel ingevolge artikel 32 in werking treedt.

Artikel

32

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1998 danwel met ingang van een ander, bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dit tijdstip kan voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan en voor verschillende, bij het koninklijk besluit aan te wijzen bouwstoffen of categorieën van bouwstoffen, die op een bij het koninklijk besluit aan te geven wijze worden gebruikt, verschillend worden gesteld.

Artikel

33

Dit besluit wordt aangehaald als: Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Margaretha de Boer
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Bijlage

1

Bijlage 1 behorende bij de artikelen:

van het Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming

Tabel 1. Samenstellingswaarden voor schone grond

ANORGANISCHE STOFFEN

1. Metalen

arseen (As)

CAS-nr. 7440-38-2

29

barium (Ba)

CAS-nr. 7440-39-3

200

cadmium (Cd)

CAS-nr. 7440-43-9

0,8

chroom (Cr)

CAS-nr. 7440-47-3

100

kobalt (Co)

CAS-nr. 7440-48-2

20

koper (Cu)

CAS-nr. 7440-50-8

36

kwik (Hg)

CAS-nr. 7439-97-6

0,3

lood (Pb)

CAS-nr. 7439-92-1

85

molybdeen (Mo)

CAS-nr. 7439-98-7

10

nikkel (Ni)

CAS-nr. 7440-02-0

35

zink (Zn)

CAS-nr. 7440-66-5

140

2. Overige anorganische stoffen

bromide

CAS-nr. n.v.t.

gebruik op plaatsen waar een direct contact is of mogelijk is met brak oppervlaktewater met een chloride-gehalte van meer dan 5000 mg/l of zeewater

20

geen

chloride

CAS-nr. n.v.t.

gebruik op plaatsen waar een direct contact is of mogelijk is met brak oppervlaktewater met een chloride-gehalte van meer dan 5000 mg/l of zeewater

200

geen

cyanide (vrij)

CAS-nr. n.v.t.

1

cyanide-complex

CAS-nr. n.v.t.

5

fluoride

CAS-nr. n.v.t.

175+13 Lu

ORGANISCHE STOFFEN

3. Aromatische stoffen

benzeen

CAS-nr. 71-43-2

0,05

ethylbenzeen

CAS-nr. 100-41-4

0,05

tolueen

CAS-nr. 108-88-3

0,05

xylenen (som),

zijnde de som van o-xyleen, m-xyleen en p-xyleen.

CAS-nr. 95-47-6; 108-38-3; 106-42-3

0,1

styreen (Vinylbenzeen)

CAS-nr. 100-42-5

0,3

fenol

CAS-nr. 108-95-2

0,05

cresolen,

zijnde de som van o-cresol (=o-methylfenol), m-cresol (=m-methylcresol) en p-cresol (=p-methylfenol).

CAS-nr. 95-48-7; 108-39-4; 106-44-5

0,05

o-dihydroxybenzeen (Catechol)

CAS-nr. 120-80-9

0,05

4. Polycylische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s)

PAK’s totaal (som 10),

zijnde de som van antraceen, benzo(a)antraceen, benzo(k)fluoranteen, benzo(a)pyreen, chryseen, fenantreen, fluoranteen, indeno(1,2,3-cd)pyreen, naftaleen en benzo(ghi)peryleen.

CAS-nr. 91-20-3; 85-01-8; 120-12-7; 206-44-0; 56-55-3; 218-01-9; 207-08-9; 50-32-8; 191-24-2; 193-39-5

1 (1)Geen correctie, dat wil zeggen geen omrekening van de samenstellingswaarde van de standaardgrond naar de samenstellingswaarde voor de te beoordelen grond, voor minder dan 10% organische stof.

5. Gechloreerde koolwaterstoffen

a. (vluchtige) chloorkoolwaterstoffen

dichloormethaan

CAS-nr. 75-09-2

0,4

1,1-dichloorethaan

CAS-nr. 75-34-3

0,02

1,2-dichloorethaan

CAS-nr. 107-06-2

0,02

1,1-dichlooretheen

CAS-nr. 75-34-4

0,1

1,2-dichlooretheen (som van cis en trans)

CAS-nr. 156-59-2; 156-60-5

0,2

trichloormethaan

CAS-nr. 67-66-3

0,02

1,1,1-trichloorethaan

CAS-nr. 79-01-6

0,07

1,1,2-trichloorethaan

CAS-nr. 79-00-5

0,4

trichlooretheen (Tri)

CAS-nr. 79-01-6

0,1

tetrachloormethaan (Tetra)

CAS-nr. 56-23-5

0,4

tetrachlooretheen (Per)

CAS-nr. 127-18-4

0,01

b. chloorbenzenen

chloorbenzenen (som),

zijnde de som van monochloorbenzeen, dichloorbenzenen (som), trichloorbenzenen (som), tetrachloorbenzenen (som), pentachloorbenzeen en hexachloorbenzeen.

CAS-nr. 108-90-7; 95-50-1; 541-73-1; 106-46-7; 87-61-6; 120-82-1; 108-70-3; 634-66-2; 634-990-2; 95-94-3; 608-93-5; 188-74-1

0,03

c. chloorfenolen

chloorfenolen (som),

zijnde de som van monochloorfenolen (som), dichloorfenolen (som), trichloorfenolen (som), tetrachloorfenolen (som) en pentachloorfenol).

CAS-nr. 95-57-8; 108-43-0; 106-48-9; 576-24-9; 120-83-2; 583-78-8; 87-65-0; 95-77-2; 591-35-5; 15950-66-0; 933-78-8; 933-75-5; 95-95-4; 88-06-2; 609-19-8; 4901-51-3; 935-95-5; 58-90-2; 87-86-5

0,01

d. polychloorbifenylen (PCB’s)

PCB's,

zijnde de som van PCB 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180.

CAS-nr. 7012-37-5; 35693-99-3; 37680-37-2; 31508-00-6; 35065-28-2; 35065-27-1; 35065-29-3

0,02

e. overige gechloreerde koolwaterstoffen

chlooranilinen (som),

zijnde de som van monochlooranilinen (som) en dichlooranilinen (som).

CAS-nr. 95-51-2; 108-42-9; 106-47-8; 608-27-5; 554-00-7; 95-82-9; 608-31-1; 95-76-1; 626-43-7

0,005

EOX(2)De bepaling van EOX dient gezien te worden als een trigger voor de eventuele aanwezigheid van gehalogeneerde verbindingen. Bij overschrijding van de samenstellingswaarde voor EOX uit deze bijlage dient verder gezocht te worden naar de aanwezigheid van gehalogeneerde verbindingen. Indien deze niet voorkomen in gehaltes boven de desbetreffende samenstellingswaarden uit deze bijlage, geldt voor EOX geen samenstellingswaarde. De waarde voor EOX kent geen bodemtypecorrectie.

CAS-nr. n.v.t.

indien wordt voldaan aan de samenstellingswaarden voor de in EOX aanwezige halogeenverbindingen, zijnde chloorbenzenen, chloorfenolen, PCB’s en organochloorbestrijdingsmiddelen.

0,8

geen

6. Bestrijdingsmiddelen

a. organochloor-bestrijdingsmiddelen

aldrin/dieldrin/endrin (som)

CAS-nr. 390-00-2; 60-57-1; 72-20-8

0,005

chloordaan

CAS-nr. 57-74-9

0,01

DDT/DDE/DDD,

zijnde de som van DDT, DDE en DDD.

CAS-nr. 72-54-9; 53-19-0; 784-02-6; 72-54-8; 3424-82-6; 50-29-3

0,01

α-endosulfan

CAS-nr. 115-29-7

0,0025

HCH,

zijnde de som van α-, β-, γ- en δ-HCH.

CAS-nr. 319-84-6; 319-85-7; 58-89-9; 319-86-8

0,01

heptachloor

CAS-nr. 76-44-8

0,0025

heptachloorepoxide (som)

CAS-nr. 280044-83-9; 1024-5703

0,0025

b. overige bestrijdingsmiddelen

organotinverbindingen (som),

zijnde de totale, gesommeerde concentratie van alle aangetroffen organotinverbindingen.

CAS-nr. n.v.t.

0,001

atrazine

CAS-nr. 1912-24-9

0,0002

7. Overige organische stoffen

cyclohexanon

CAS-nr. 108-94-1

0,1

ftalaten (som)

CAS-nr. n.v.t.

0,1

minerale olie (3)Minerale olie heeft betrekking op de som van de (al dan niet) vertakte alkanen. Indien er enigerlei vorm van minerale olie verontreiniging wordt aangetoond in grond, dan dient naast het minerale olie-gehalte ook het gehalte aan aromatische en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen te worden bepaald. Indien de grond veel organisch materiaal en/of zetmeel bevat dienen de aanbevelingen uit NEN 5733 toe te worden gepast.(3)

CAS-nr. n.v.t.

50

pyridine

CAS-nr. 110-86-1

0,1

tetrahydrofuran

CAS-nr. 109-99-9

0,1

tetrahydrothiofeen

CAS-nr. 110-01-0

0,1

Verklaring van de afkortingen en tekens

CAS-nr.

=

uniek identificatienummer dat is toegekend aan alle chemische stoffen die door CAS zijn geregistreerd (Chemical Abstracts Service, dat een onderdeel is van de American Chemical Society);

Lu

=

gemeten percentage lutum (m/m) in de te beoordelen grond;

m/m

=

massaverhouding.

# Voor de omrekening van de samenstellingswaarden van de standaardgrond naar de samenstellingswaarde voor de te beoordelen grond gelden de volgende formules:

Voor zware metalen: Voor organische stoffen:

waarin:

SWb

=

samenstellingswaarde van de te beoordelen grond (mg/kg);

SWstd

=

samenstellingswaarde van de standaardbodem (bij 25% lutum en 10% organische stof), zoals vermeld in respectievelijk tabel 1 van deze bijlage en in bijlage 2;

%lutum

=

gemeten percentage (m/m) lutum in de te beoordelen grond. Indien zich meetproblemen met lage gehalten lutum voordoen, kan van een percentage van 2% lutum worden uitgegaan;

%org.stof

=

gemeten percentage organische stof (m/m) in de te beoordelen grond. Voor grond met gemeten organische stofgehalten van meer dan 30% respectievelijk minder dan 2% worden gehalten van respectievelijk 30% en 2% aangehouden;

A, B en C

=

constanten die afhankelijk zijn van het desbetreffende metaal (zie tabel 2).

Tabel 2: stofafhankelijke constanten metalen

arseen (As)

15

0,4

0,4

barium (Ba)

30

5

0

cadmium (Cd)

 0,4

0,007

0,021

chroom (Cr)

50

2

0

kobalt (Co)

 2

0,28

0

koper (Cu)

15

0,6

0,6

kwik (Hg)

 0,2

0,0034

0,0017

lood (Pb)

50

1

1

molybdeen (Mo)

geen correctie

nikkel (Ni)

10

1

0

vanadium (V)

12

1,2

0

zink (Zn)

50

3

1,5

Bijlage

2

Bijlage 2 behorende bij de artikelen:

van het Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming

A. Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

  • a.

    asfaltgranulaat: een granulaat dat bestaat uit tenminste 80% gebroken of gefreesd asfalt en als zodanig regulier in funderingen in de wegenbouw wordt gebruikt;

  • b.

    baggerspecie: grond die uit de bodem is vrijgekomen via het oppervlaktewater of de voor dat water bestemde ruimte, daaronder begrepen sediment;

  • c.

    betongranulaat: een granulaat voortkomend uit het breken van beton;

  • d.

    brekerzeefzand: een fijnkorrelig, hoofdzakelijk natuurlijk materiaal dat wordt afgezeefd in de eerste zeefgang voordat bouw- en sloopafval in een bewerkingsinstallatie in de breker wordt geleid;

  • e.

    gestabiliseerd asfaltgranulaat: een laag asfaltgranulaat die is gemengd met een bindmiddel;

  • f.

    hydraulisch menggranulaat: mengsel van menggranulaat en hydraulische slak, dat onder andere wordt toegepast in wegfunderingen;

  • g.

    kleischelpen: schelpen met 10 tot 20% natuurlijke klei, die worden gewonnen uit de Noordzee, Westerschelde of Waddenzee en die worden toegepast als toplaag voor onder andere fiets- en wandelpaden;

  • h.

    menggranulaat: een granulaat voortkomend uit het breken van metselwerk en beton, zodanig dat het mengsel voor tenminste 45% (m/m) uit beton bestaat;

  • i.

    metselwerkgranulaat: een granulaat voortkomend uit het breken van metselwerk;

  • j.

    mijnsteen: het restproduct van de steenkoolwinning, hoofdzakelijk bestaande uit kleisteen, leisteen, zandsteen en steenkool;

  • k.

    recycling brekerzand: een fijnkorrelig, gebroken korrelvormig mineraal met een korrelgrootte tot 4 mm dat wordt afgezeefd nadat bouw- en sloopafval in een bewerkingsinstallatie is gebroken en

  • l.

    sorteerzeefzand: fijne fractie uit bouw- en sloopafval die wordt afgezeefd in een sorteerinrichting.

B. Voor de toepassing van deze bijlage wordt, voor het op of in de bodem gebruiken van bouwstoffen, onder beschermde gebieden verstaan:

  • a.

    gebieden die krachtens de artikelen 7 of 21 van de Natuurbeschermingswet zijn aangewezen als beschermd natuurmonument onderscheidenlijk zijn aangewezen als staatsnatuurmonument;

  • b.

    gebieden die krachtens richtlijn nr. 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG L 103) zijn aangewezen als speciale beschermingszone;

  • c.

    gebieden die krachtens richtlijn nr. 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG L 206) zijn aangewezen als speciale beschermingszone, en

  • d.

    gebieden die krachtens artikel 1.2, tweede lid, onder a, van de Wet milieubeheer bij provinciale milieuverordening zijn aangewezen en waarvoor regels zijn gesteld ter bescherming van het grondwater met het oog op de waterwinning, daaronder niet begrepen een gebied waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen worden tegengegaan (meestal genoemd boringsvrije zone).

C. Voor de toepassing van deze bijlage wordt, voor het in oppervlaktewater gebruiken van bouwstoffen, verstaan onder:

  • a.

    kleine oppervlaktewateren: de oppervlaktewateren die niet krachtens artikel 2, vierde lid zijn aangewezen als grote oppervlaktewateren;

  • b.

    oppervlaktewateren met de functie drinkwater: de oppervlaktewateren waarvan op grond van artikel 5 van de Wet op de waterhuishouding in het beheerplan rijkswateren, dan wel op grond van artikel 7 van die wet in het provinciaal plan voor de waterhuishouding de functie «oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater» is toegekend.

D. Samenstellings- en immissiewaarden voor bouwstoffen, niet zijnde schone grond

Anorganische Stoffen

1. Metalen

antimoon (Sb)

CAS-nr. 7440-36-0

Regulier

39

geen

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤9 mg/kg

(geen correctie(7)(*))

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

bouwstoffen niet-zijnde grond

117

n.v.t.

mijnsteen en thermisch gereinigd teerhoudend asfaltgranulaat

geen

mits samenstellingswaarde

≤3 mg/kg

arseen (As)

CAS-nr. 7440-38-2

Regulier

435

55

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤42[2] mg/kg

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

keramische dakpannen, metselbakstenen, straatbakstenen, mijnsteen en gieterijreststoffen

870

n.v.t.

barium (Ba)

CAS-nr. 7440-39-3

Regulier

6300

625 (3)

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤413[2] mg/kg

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

bouwstoffen niet-zijnde grond

18900

n.v.t.

cadmium (Cd)

CAS-nr. 7440-43-9

12

12

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤6,4[2] mg/kg

chroom (Cr)

CAS-nr. 7440-47-3

1500

380

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤240[2] mg/kg

kobalt (Co)

CAS-nr. 7440-48-2

300

240

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤130[2] mg/kg

koper (Cu)

CAS-nr. 7440-50-8

Regulier

540

190

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤113[2] mg/kg

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

brekerzeefzand, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

1080

n.v.t.

kwik (Hg)

CAS-nr. 7439-97-6

4,5

10

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤5,2[2] mg/kg

lood (Pb)

CAS-nr. 7439-92-1

1275

530

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤308[2] mg/kg

molybdeen (Mo)

CAS-nr. 7439-98-7

Regulier

150

200

(geen correctie (7))

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤105[2] mg/kg

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

bouwstoffen niet-zijnde grond

450

n.v.t.

avi-bodemas

geen

E-vliegas

geen

mits conform bepaalde bij of krachtens artikel 7, zesde en zevende lid

nikkel (Ni)

CAS-nr. 7440-02-0

525

210

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤123[2] mg/kg

seleen (Se)

CAS-nr. 7782-49-2

Regulier

15

geen

grond

geen

mits samenstellingswaarde ≤51 mg/kg

(geen correctie(7)(*))

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

bouwstoffen niet-zijnde grond

45

n.v.t.

E-vliegas

geen

mits conform bepaalde bij of krachtens artikel 7, zesde lid

tin (Sn)

CAS-nr. 7440-31-5

300

geen

grond

geen

mits samenstellingswaarde ≤450 mg/kg

(geen correctie(7))

vanadium (V)

CAS-nr. 7440-62-2

Regulier

2400

geen

grond

geen

mits samenstellingswaarde ≤146[2] mg/kg ((*))

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

bouwstoffen niet-zijnde grond

7200

n.v.t.

zink (Zn)

CAS-nr. 7440-66-5

2100

720

grond

geen

mits samenstellingswaarde

≤430[2] mg/kg

2. Overige anorganische stoffen

bromide

CAS-nr. n.v.t.

Regulier

gebruik op plaatsen waar een direct contact is of mogelijk is met brak oppervlaktewater met een chloride-gehalte van meer dan 5000 mg/l of zeewater

geen

geen

overig gebruik

90 mg/m2 per 1 jaar

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

Drinkwaterreststoffen

270 mg/m2 per 1 jaar

geen

kleischelpen in duingebieden

geen

grond

geen

chloride

CAS-nr. n.v.t.

Regulier

gebruik op of in de bodem van een niet-vormgegeven bouwstof die als categorie 1-bouwstof wordt toegepast

87000 mg/m2

per 1 jaar

geen

gebruik in oppervlaktewater van een niet-vormgegeven bouwstof die als categorie 1-bouwstof wordt toegepast

174000 mg/m2

per 1 jaar

gebruik op plaatsen waar een direct contact is of mogelijk is met brak oppervlaktewater met een chloride-gehalte van meer dan 5000 mg/l of zeewater

geen

gebruik van een bouwstof waarvan de samenstellingswaarde voor chloride niet meer bedraagt dan 560 mg/kg

geen

overig gebruik

30000 mg/m2

per 1 jaar

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

kleischelpen in duingebieden

geen

cyanide (vrij)

CAS-nr. n.v.t.

geen

20

cyanide (complex) (pH≥5) (4)

CAS-nr. n.v.t.

geen

50

cyanide (complex) (pH<5) (4)

CAS-nr. n.v.t.

geen

650

fluoride

CAS-nr. n.v.t.

Regulier

gebruik op plaatsen waar een direct contact is of mogelijk is met brak oppervlaktewater met een chloride-gehalte van meer dan 5000 mg/l of zeewater

56000

geen

overig gebruik

14000

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

gebruik op plaatsen waar een direct contact is of mogelijk is met brak oppervlaktewater met een chloride-gehalte van meer dan 5000 mg/l of zeewater

168000

geen

thermisch gereinigd teerhoudend asfaltgranulaat

geen

mits samenstellingswaarde

≤ 500 mg/kg

grond

geen

overig gebruik

42000

thiocyanaten (som)

CAS-nr. n.v.t.

geen

20

sulfaat

CAS-nr. n.v.t.

Regulier

categorie 2-bouwstoffen en vormgegeven categorie 1-bouwstoffen

45000 mg/m2

per 1 jaar

geen

gebruik op of in de bodem van niet-vormgegeven categorie 1-bouwstoffen

100000 mg/m2

per 1 jaar

gebruik in oppervlaktewater van niet-vormgegeven categorie 1-bouwstoffen

124000 mg/m2

per 1 jaar

gebruik op plaatsen waar een direct contact is of mogelijk is met brak oppervlaktewater met een chloride-gehalte van meer dan 5000 mg/l of zeewater

180000 mg/m2

per 1 jaar

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren en beschermde gebieden

categorie 2-bouwstoffen en vormgegeven categorie 1-bouwstoffen

135000 mg/m2

per 1 jaar

geen

niet-vormgegeven categorie 1-bouwstoffen

300000 mg/m2

per 1 jaar

gebruik op plaatsen waar een direct contact is of mogelijk is met brak oppervlaktewater met een chloride-gehalte van meer dan 5000 mg/l of zeewater

geen

grond

geen

Organische Stoffen

3. Aromatische stoffen

benzeen

CAS-nr. 71-43-2

Regulier

1,25

1

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

mijnsteen

2,5

n.v.t.

secundair bitumengranulaat(9) en bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen

geen

ethylbenzeen

CAS-nr. 100-41-4

Regulier

1,25

1,25

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

mijnsteen

2,5

n.v.t.

secundair bitumengranulaat(9) en bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen

geen

tolueen

CAS-nr. 108-88-3

Regulier

1,25

1,25

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

mijnsteen

2,5

n.v.t.

secundair bitumengranulaat(9) en bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen

geen

xylenen (som),

zijnde de som van m-xyleen, p-xyleen en o-xyleen.

CAS-nr. 95-47-6, 108-38-3, 106-42-3

Regulier

1,25

1,25

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

mijnsteen

2,5

n.v.t.

secundair bitumengranulaat(9) en bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen

geen

styreen (Vinylbenzeen)

CAS-nr. 100-42-5

geen

100

fenol

CAS-nr. 108-95-2

Regulier

1,25

1,25

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, gieterijreststoffen, vormzand, secundair bitumengranulaat(9) en bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen

3,75

n.v.t.

cresolen (som),

zijnde de som van m-cresol, p-cresol en o-cresol.

CAS-nr. 108-39-4, 95-48-7, 106-44-5

geen

5

o-dihydroxybenzeen (Catechol)

CAS-nr. 120-80-9

geen

20

m-dihydroxybenzeen (Resorcinol)

CAS-nr. 108-46-3

geen

10

p-dihydroxybenzeen (Hydrochinon)

CAS-nr. 123-31-9

geen

10

4. Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's)

naftaleen

CAS-nr. 91-20-3

Regulier

betongranulaat, brekerzeefzand, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

geen

n.v.t.

overig gebruik

5

5 (5)

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen, secundair bitumengranulaat(9) en vormgegeven bouwstoffen met een bitumen coating

geen

n.v.t.

fenantreen

CAS-nr. 85-01-8

Regulier

betongranulaat, brekerzeefzand, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

geen

n.v.t.

overig gebruik

20

20 (5)

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen, secundair bitumengranulaat(9) en vormgegeven bouwstoffen met een bitumen coating

geen

n.v.t.

antraceen

CAS-nr. 120-12-7

Regulier

betongranulaat, brekerzeefzand, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

geen

n.v.t.

overig gebruik

10

10 (5)

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen, secundair bitumengranulaat(9) en vormgegeven bouwstoffen met een bitumen coating

geen

n.v.t.

fluoranteen

CAS-nr. 206-44-0

Regulier

betongranulaat, brekerzeefzand, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

geen

n.v.t.

overig gebruik

35

35 (5)

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen, secundair bitumengranulaat(9) en vormgegeven bouwstoffen met een bitumen coating

geen

n.v.t.

chryseen

CAS-nr. 56-55-3

Regulier

betongranulaat, brekerzeefzand, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

geen

n.v.t.

overig gebruik

10

10 (5)

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen, secundair bitumengranulaat(9) en vormgegeven bouwstoffen met een bitumen coating

geen

n.v.t.

benzo(a)antraceen

CAS-nr. 218-01-9

Regulier

betongranulaat, brekerzeefzand, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

geen

n.v.t.

overig gebruik

50

40 (5)

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen, secundair bitumengranulaat(9) en vormgegeven bouwstoffen met een bitumen coating

geen

n.v.t.

benzo(a)pyreen

CAS-nr. 207-08-9

Regulier

betongranulaat, brekerzeefzand, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

geen

n.v.t.

overig gebruik

10

10 (5)

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen, secundair bitumengranulaat(9) en vormgegeven bouwstoffen met een bitumen coating

geen

n.v.t.

benzo(k)fluoranteen

CAS-nr. 50-32-8

Regulier

betongranulaat, brekerzeefzand, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

geen

n.v.t.

overig gebruik

50

40 (5)

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen, secundair bitumengranulaat(9) en vormgegeven bouwstoffen met een bitumen coating

geen

n.v.t.

indeno (1,2,3cd) pyreen

CAS-nr. 191-42-2

Regulier

betongranulaat, brekerzeefzand, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

geen

n.v.t.

overig gebruik

50

40 (5)

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen, secundair bitumengranulaat(9) en vormgegeven bouwstoffen met een bitumen coating

geen

n.v.t.

benzo(ghi)peryleen

CAS-nr. 193-39-5

Regulier

betongranulaat, brekerzeefzand, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

geen

n.v.t.

overig gebruik

50

40 (5)

Afwijkend, niet geldend voor oppervlaktewater met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen, secundair bitumengranulaat(9) en vormgegeven bouwstoffen met een bitumen coating

geen

n.v.t.

PAK’s totaal (som 10),

zijnde de som van de hiervoor genoemde polycyclische aromatische koolwaterstoffen.

CAS-nr. 91-20-3, 85-01-8, 120-12-7, 206-44-0, 56-55-3, 218-01-9, 207-08-9, 50-32-8, 191-42-2, 193-39-5

betongranulaat, brekerzeefzand, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand

50

n.v.t.

overig gebruik

75

40 (5)

5. Gechloreerde koolwaterstoffen

a. (vluchtige) chloorkoolwaterstoffen

monochlooretheen (Vinylchloride)

CAS-nr. 75-01-4

geen

0,1

dichloormethaan

CAS-nr. 75-09-2

geen

4

1,2-dichloorethaan

CAS-nr. 107-06-2

geen

4

trichloormethaan

CAS-nr. 67-66-3

geen

3

trichlooretheen (Tri)

CAS-nr. 79-01-6

geen

4

tetrachloormethaan (Tetra)

CAS-nr. 56-23-5

geen

1

tetrachlooretheen (Per)

CAS-nr. 127-18-4

geen

4

chloornaftaleen (som α en β)

CAS-nr. 90-13-1, 91-58-7

geen

10

b. chloorbenzenen

chloorbenzenen (som),

zijnde de som van alle isomeren van alle chloorbenzenen (mono-, di-, tri-, tetra-, penta- en hexachloorbenzeen.

CAS-nr. 108-90-7, 95-50-1, 541-73-1, 106-46-7, 87-61-6, 120-82-1, 108-70-3, 634-66-2, 634-90-2, 95-94-3, 08-93-5, 188-74-1

geen

5

c. chloorfenolen

chloorfenolen (som),

zijnde de som van alle isomeren van chloorfenolen (mono-, di-, tri-, tetra- en pentachloorfenol.

CAS-nr. 95-57-8, 108-43-0, 106-48-9, 576-24-9, 120-83-2, 583-78-8, 87-65-0, 95-77-2, 591-35-5, 15950-66-0, 933-78-8, 933-75-5, 95-95-4, 88-06-2, 609-19-8, 4901-51-3, 935-95-5, 58-90-2, 87-86-5

geen

6

pentachloorfenol

CAS-nr. 87-86-5

geen

5

d. polychloor-bifenylen (PCB’s)

PCB’s (som 7),

zijnde de som van PCB 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180.

CAS-nr. 7012-37-5, 35693-99-3, 37680-37-2, 35065-28-2, 35065-27-1, 35065-29-3, 31308-00-6

0,5

0,5

e. overige gechloreerde-koolwaterstoffen

EOX (8)

CAS-nr. n.v.t.

Regulier

indien wordt voldaan aan de samenstellingswaarden voor de in EOX aanwezige halogeenverbindingen, zijnde chloorbenzenen, chloorfenolen, PCB’s en organochloorbestrijdingsmiddelen.

geen

geen

overig gebruik

0,8

0,8

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

asfalt, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen, gevelpleisters en secundair bitumengranulaat(9).

geen

n.v.t.

6. Bestrijdingsmiddelen

a. organochloor bestrijdingsmiddelen

DDT/DDE/DDD,

zijnde de som van DDT, DDD en DDE.

CAS-nr. 72-54-9, 53-19-0, 784-02-6, 72-54-8, 3424-82-6, 50-29-3

geen

0,5

Drins (som),

zijnde de som van aldrin, dieldrin en endrin.

CAS-nr. 390-00-2, 60-57-1, 72-20-8

geen

0,5

HCH-verbindingen,

zijnde de som van α-HCH, ß-HCH, γ-HCH en δ-HCH.

CAS-nr. 319-84-6, 319-85-7, 58-89-9, 319-86-8

geen

0,5

organochloorhoudende bestrijdingsmiddelen (som),

zijnde de som van alle chloor bevattende bestrijdingsmiddelen.

CAS-nr. n.v.t.

0,5

0,5

b. overige bestrijdingsmiddelen

atrazine

CAS-nr. 1912-24-9

geen

0,5

carbaryl

CAS-nr. 63-25-2

geen

0,5

carbofuran

CAS-nr. 1563-66-2

geen

0,5

maneb

CAS-nr. 1247-38-2

geen

0,5

niet-chloorhoudende bestrijdingsmiddelen (som)

zijnde de som van alle bestrijdingsmiddelen met uitzondering van de chloorhoudende bestrijdingsmiddelen.

CAS-nr. n.v.t.

0,5

0,5

7. Overige stoffen

cyclohexanon

CAS-nr. 108-94-1

geen

270

ftalaten (som)

CAS-nr. n.v.t.

geen

60

Minerale olie (6)

CAS-nr. n.v.t.

Regulier

500

500

asfalt, gestabiliseerd asfaltgranulaat, asfaltgranulaat, bitumen dakbedekkings- en afdichtingsmaterialen

geen

n.v.t.

Afwijkend, niet geldend voor kleine oppervlaktewateren met de functie drinkwater

betongranulaat, brekerzeefzand, gieterijreststoffen, hydraulisch menggranulaat, menggranulaat, metselwerkgranulaat, recycling brekerzand en vormzand

1000

n.v.t.

baggerspecie

n.v.t.

2000

secundair bitumengranulaat(9), vormgegeven bouwstoffen met een bitumencoating, vormgegeven bouwstoffen bestaande uit of voorzien van een organische coating met steenachtige toeslagstoffen in de bouw- en utiliteitssector

geen

n.v.t.

Pyridine

CAS-nr. 110-86-1

geen

1

tetrahydrofuran

CAS-nr. 109-99-9

geen

2

tetrahydrothiofeen

CAS-nr. 110-01-0

geen

90

Voetnoten:

(1) In de kolom «situatie» worden de situaties «Regulier» en «Afwijkend» onderscheiden. Aanleiding hiervoor zijn de adviezen van de TCB, alsmede het RIZA geweest. Op grond daarvan zijn de verruimingen van de samenstellings- of immissiewaarden die via Wijziging 2005 in het Besluit zijn doorgevoerd, geheel, dan wel gedeeltelijk niet van toepassing op de onder B van deze bijlage bedoelde beschermde gebieden, alsmede kleine oppervlaktewateren of oppervlaktewateren met de functie drinkwater. In hoofdstuk 6 van de Nota van Toelichting is aan de hand van overzichten gespecificeerd welke verruimingen niet voor de beschermde gebieden en genoemde oppervlaktewateren gelden. Hiervoor gelden voor de desbetreffende stof samenstellings- en immissiewaarden die zijn opgenomen onder de situatie «Regulier». Met «Regulier» wordt aangegeven welke samenstellings- of immissiewaarden voor de desbetreffende stof normaal gesproken gelden voor het (genoemde) gebruik van genoemde bouwstoffen. Onder «Afwijkend» in dezelfde kolom valt het (genoemde) gebruik van genoemde bouwstoffen, waarvoor ruimere samenstellings- of immissiewaarden gelden. Voor zover deze ruimere samenstellings- en immissiewaarden niet van toepassing zijn, is voor beschermde gebieden of de hierboven genoemde oppervlaktewateren, dit expliciet tot uitdrukking gebracht door aan te geven dat het afwijkende regime daarvoor niet geldt.

(2) Voor de omrekening van de samenstellingswaarden van de standaardgrond naar de te beoordelen grond gelden de formules in bijlage 1.

(3) Voor thermisch gereinigde grond behoeft geen correctie te worden uitgevoerd voor lutumgehaltes kleiner dan 10%.

(4) Zuurgraad: pH (0,01 M CaCl2).

(5) Voor grond behoeft geen correctie te worden uitgevoerd voor minder dan 10% organische stof.

(6) Minerale olie heeft betrekking op de som van de (al dan niet) vertakte alkanen. Indien in grond enigerlei vorm van minerale olie verontreiniging wordt aangetoond, dan dient naast het minerale olie-gehalte ook het gehalte aan aromatische en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen bepaald te worden.

(7) Onder correctie wordt verstaan het omrekenen van de samenstellingswaarde van de standaardgrond, zoals die is opgenomen in deze bijlage, naar de te beoordelen grond op basis van het percentage organische stof en/of lutum conform de methodiek die is opgenomen in bijlage 1.

(8) De bepaling van EOX dient gezien te worden als een trigger voor de eventuele aanwezigheid van gehalogeneerde verbindingen. Bij overschrijding van de samenstellingswaarde voor EOX uit deze bijlage dient verder gezocht te worden naar de aanwezigheid van gehalogeneerde verbindingen. Indien deze niet voorkomen in gehaltes boven de desbetreffende samenstellingswaarden uit deze bijlage, geldt voor EOX geen samenstellingswaarde. De waarde voor EOX kent geen bodemtypecorrectie.

(9) Secundair bitumengranulaat dient zodanig te worden toegepast dat in de eindtoepassing een functionele constructie van samenhangend bitumengranulaat ontstaat.

* De samenstellingswaarden voor antimoon, seleen en vanadium worden overeenkomstig de volgende methoden bepaald door een laboratorium dat voor de desbetreffende stof is geaccrediteerd door de Raad van Accreditatie op grond van NEN-EN-ISO / IEC 17025, uitgave 2000 voor de in de onderstaande tabel opgenomen NEN-normen voor de matrix bodem:

  • a.

    de monstervoorbehandeling en de ontsluiting van het monster overeenkomstig het Accreditatie-programma Bouwstoffenbesluit (AP 04);

  • b.

    de analyse van het destruaat van het monster overeenkomstig de normvoorschriften, zoals in onderstaande tabel aangegeven:

Normvoorschriften voor de analyse van het destruaat van antimoon, seleen en vanadium

Antimoon

NVN 7322, eerste druk, maart 1997

NVN 7323, eerste druk, maart 1997

NEN 6426, eerste druk, april 1995

Ontwerp-NEN 6966, eerste druk, oktober 2003

 4,4

Seleen

NVN 7322, eerste druk, maart 1997

NVN 7323, eerste druk, maart 1997

NEN 6426, eerste druk, april 1995

Ontwerp-NEN 6966, eerste druk, oktober 2003

10

Vanadium

NVN 7321, eerste druk, maart 1997

NVN 7322, eerste druk, maart 1997

NEN 6426, eerste druk, april 1995

Ontwerp-NEN 6966, eerste druk, oktober 2003

 1

**: vereiste aantoonbaarheidsgrens, zijnde de laagste concentratie van de component in het monster waarvan de aanwezigheid met een betrouwbaarheid van 99% kan worden vastgesteld.

Bijlage

3

Behorende bij artikel 11, zevende lid, van het bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming

Gegevens die dienen te worden verstrekt bij een melding als bedoeld in artikel 11, eerste lid

I. Bij een melding als bedoeld in artikel 11, eerste lid, worden de volgende gegevens verstrekt:

  • 1.

    de naam en het adres van degene die de bouwstof zal gebruiken;

  • 2.

    het adres, de kadastrale aanduiding en een plattegrond van de plaats waar, alsmede het tijdstip waarop de bouwstof zal worden gebruikt;

  • 3.

    de vermelding van de bouwstof die zal worden gebruikt, alsmede het soort werk waarvoor de bouwstof zal worden gebruikt;

  • 4.

    de gegevens met betrekking tot de samenstelling van de bouwstof en de immissie uit de bouwstof in de bodem, verkregen door bepaling van die samenstelling en immissie overeenkomstig de bij of krachtens artikel 9, tweede, derde, vijfde, zesde of zevende lid, gestelde regels, dan wel een voor de desbetreffende bouwstof afgegeven, door Onze Ministers erkende kwaliteitsverklaring;

  • 5.

    gegevens met betrekking tot de hoeveelheid waarin de bouwstof zal worden gebruikt.

II. Indien isolatiemaatregelen en daarbij behorende controle- en beheersmaatregelen als bedoeld in artikel 14, eerste lid, worden getroffen, worden tevens gegevens verstrekt over die maatregelen.

Bijlage

4A

Behorende bij artikel 18, derde lid, van het bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming

Gegevens die dienen te worden verstrekt bij een melding als bedoeld in artikel 18, tweede lid

Bij een melding als bedoeld in artikel 18, tweede lid, worden de volgende gegevens verstrekt:

  • 1.

    de naam en het adres van degene die de schone grond zal gebruiken, en

  • 2.

    het adres, de kadastrale aanduiding en een plattegrond van de plaats waar de schone grond zal worden gebruikt.

Bijlage

4B

Behorende bij artikel 21, derde lid van het bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming

Gegevens die dienen te worden verstrekt bij een melding als bedoeld in artikel 21, tweede lid

Bij een melding als bedoeld in artikel 21, tweede lid, worden de volgende gegevens verstrekt:

  • 1.

    de naam en het adres van degene die de categorie 1-bouwstof zal gebruiken;

  • 2.

    het adres, de kadastrale aanduiding en een plattegrond van de plaats waar de categorie 1-bouwstof zal worden gebruikt, en voor zover bouwstof zal worden gebruikt:

  • 3.

    de gegevens met betrekking tot de samenstelling van de bouwstof en de immissie uit de bouwstof in het oppervlaktewater, verkregen door bepaling van die samenstelling en immissie overeenkomstig de bij of krachtens artikel 9, derde, vijfde, zesde of zevende lid gestelde regels, dan wel een voor de bouwstof afgegeven, door onze Ministers erkende kwaliteitsverklaring.