Besluit van 1 december 1995, houdende regels tot verruiming van het begrip passende arbeid voor schoolverlaters en academici

Besluit passende arbeid schoolverlaters en academici WW en ZW

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 5 oktober 1995, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/WV/95/2556;
Gezien het advies van het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming van 20-9-1995 en het advies van de Commissie Sociale Voorzieningen van de Sociaal Economische Raad van 08-9-1995;
De Raad van State gehoord (advies van 2 november 1995, nr. W12.95.0540);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 november 1995, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/WV/95/5094;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

3

Of arbeid passend is wordt in ieder geval bepaald door:

  • a.

    de aard van de arbeid, in relatie tot de eerder verrichte arbeid, een eerder uitgeoefend beroep of opgedane werkervaring;

  • b.

    het opleidingsniveau van de persoon op wie dit besluit van toepassing is;

  • c.

    de reistijd naar en van het werk;

  • d.

    het geboden loon; en

  • e.

    het werkloosheidsrisico.

Artikel

4

Voor een schoolverlater wordt wat betreft de aard van de arbeid en het ervoor benodigde opleidingsniveau alle arbeid als passende arbeid aangemerkt, tenzij het loon minder bedraagt dan het wettelijk toegestane mininum.

Artikel

5

Voor een academicus, niet zijnde schoolverlater, wordt vanaf de aanvang van zijn werkloosheid arbeid waarvoor wetenschappelijk of hoger beroepsonderwijsniveau is vereist als passende arbeid aangemerkt.

Artikel

6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

Artikel

7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit passende arbeid schoolverlaters en academici WW en ZW.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. P. W. Melkert
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, R. L. O. Linschoten
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager