Besluit van 4 december 1995, houdende vaststelling van eisen ten aanzien van kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne

Besluit kennis en inzicht sociale hygiëne Drank- en Horecawet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 augustus 1995; DGVgz/GVC/ADT 954265;
Gelet op de artikelen 5, vierde lid, 37 tot en met 44 en 58 van de Drank- en Horecawet;
De Raad van State gehoord (advies van 13 november 1995, No.W13.95.0484.);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 november 1995, kenmerk GVC/ADT 95.6762;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Leidinggevenden, met dien verstande dat bij een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet zulks beperkt is tot twee leidinggevenden, beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot:

  • a.

    de invloed van alcoholgebruik en van alcoholgebruik in combinatie met het gebruik van soft- en harddrugs op het menselijk lichaam en de menselijke geest;

  • b.

    de invloed van het gebruik van alcohol in combinatie met bepaalde geneesmiddelen;

  • c.

    alcoholmisbruik, alcoholafhankelijkheid en de sociale gevolgen daarvan;

  • d.

    het gebruik van speelautomaten als bedoeld in de Wet op de kansspelen en de daaraan verbonden risico's van gokverslaving;

  • e.

    de Drank- en Horecawet en andere regelgeving die verband houdt met alcohol;

  • f.

    binnen de branche geldende codes voor alcoholhoudende dranken;

  • g.

    de technische, bouwkundige en ruimtelijke voorzieningen van de inrichting;

  • h.

    de verschillende bedrijfsformules en gedragskenmerken van de verschillende doelgroepen.

Artikel

2

Leidinggevenden, met dien verstande dat bij een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet zulks beperkt is tot twee leidinggevenden, beschikken over de kennis en het inzicht nodig om hun bedrijfsvoering af te stemmen op hun doelgroepen en het bedrijf te exploiteren met inachtneming van de bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid die zij hebben.

Artikel

4

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kennis en inzicht sociale hygiëne Drank- en Horecawet.

Artikel

6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de wet van 2 november 1995 tot intrekking van de Vestigingswet detailhandel en wijziging van de Drank- en Horecawet en van de Vestigingswet Bedrijven 1954 in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager