Bedrijfsbeëindigingsregeling binnenvaart

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 9 van verordening (EEG) nr. 1101/89 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 april 1989 betreffende de structurele sanering van de binnenvaart (Pb EG L 116);
Gezien het Rapport van bevindingen van het Overlegorgaan Goederenvervoer, Deelorgaan Binnenvaart, van 7 februari 1995, kenmerk OGV-DBV-8/95;

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
minister:

Minister van Verkeer en Waterstaat;

b.
binnenwateren:

nationale en internationale waterwegen;

c.
binnenschip:

vaartuig dat wordt gebruikt tot de vaart op de binnenwateren of daartoe bestemd is;

d.
onderneming:

bedrijf waarvan de voornaamste activiteit bestaat uit opslag in en vervoer van goederen met binnenschepen over de binnenwate-ren;

e.
ondernemer:

natuurlijk persoon die een onderneming uitoefent;

f.
uitkering:

bedrijfsbeëindigingsuitkering als bedoeld in artikel 2;

h.
Bureau Zelfstandigen en Scheepvaart:

onderdeel van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Gemeente Rotterdam.

Artikel

2

De minister kan aan een ondernemer een uitkering verstrekken terzake van het beëindigen van een onderneming.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Op grond van deze regeling wordt tot en met december 1998 een uitkering verstrekt maar uiterlijk tot de eerste dag van de maand waarin de gewezen ondernemer de leeftijd van 65 jaar bereikt.

Artikel

8

Indien het recht op uitkering als gevolg van werkaanvaarding van de gewezen ondernemer is geëindigd en vervolgens opnieuw werkloosheid ontstaat, herleeft het recht op uitkering.

Artikel

9

Artikel

10

Het Bureau Zelfstandigen en Scheepvaart is belast met de uitvoering van deze regeling en beslist in het kader van de uitvoering namens de minister.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

De aanvrager is verplicht:

  • a.

    het Bureau Zelfstandigen en Scheepvaart onverwijld mededeling te doen van al hetgeen van belang is voor de verlening of de voortzetting van de uitkering, zo mogelijk onder overlegging van bewijsstukken;

  • b.

    medewerkers van het onder a bedoelde bureau desgevraagd inzage in zijn administratie te verlenen;

  • c.

    alle medewerking te verlenen die nodig is voor de uitvoering van deze regeling.

Artikel

14

Artikel

15

Onverminderd artikel 9 kunnen aanvragen voor een uitkering met ingang van 1 januari 1996 worden ingediend tot uiterlijk 1 november 1998.

Artikel

16

Artikel

18

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Artikel

19

Deze regeling wordt aangehaald als: Bedrijfsbeëindigingsregeling binnenvaart.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink