Regeling vaststelling grondslagen IOAW

Artikel

1

  • A.

    De grondslag voor de werkloze werknemer en de echtgenoot die beiden 21 jaar of ouder zijn wordt vastgesteld op: € 1.331,52;

  • B.

    De grondslag voor de alleenstaande werkloze werknemer van 21 jaar of ouder met een of meer kinderen wordt vastgesteld op: € 1.207,71;

  • C.

    De grondslag voor de alleenstaande werkloze werknemer van 23 jaar of ouder zonder kinderen wordt vastgesteld op: € 1.025,64;

  • D.

    De grondslag voor de alleenstaande werkloze werknemer van 22 jaar zonder kinderen wordt vastgesteld op:€ 802,53;

  • E.

    De grondslag voor de alleenstaande werkloze werknemer van 21 jaar zonder kinderen wordt vastgesteld op: € 675,75;

  • F.

    De grondslag voor de alleenstaande werkloze werknemer van 18, 19 of 20 jaar met een of meer kinderen wordt vastgesteld op: € 1.158,49;

  • G.

    De grondslag voor de thuisinwonende werkloze werknemer van 18, 19 of 20 jaar met een of meer kinderen wordt vastgesteld op: € 765,62;

  • H.

    De grondslag voor de alleenstaande werkloze werknemer van 18, 19 of 20 jaar zonder kinderen wordt vastgesteld op: € 638,64;

  • I.

    De grondslag voor de thuisinwonende werkloze werknemer zonder kinderen zonder kinderen wordt vastgesteld op: € 307,92.

Artikel

2

Deze regeling treedt in werking per 1 januari 1996.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
de Minister voornoemd, A.P.W.Melkert