Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
-
b.
richtlijn nr. 64/433/EEG: Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1964 betreffende de gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van vers vlees (PbEG 1991, L 268);
-
c.
richtlijn nr. 71/118/EEG: Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 februari 1971 inzake de gezondheidsvraagstukken op het gebied van de produktie en het in de handel brengen van vers vlees van pluimvee (PbEG 1993, L 62);
-
d.
richtlijn nr. 77/99/EEG : Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 betreffende de gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van vleesprodukten en bepaalde andere produkten van dierlijke oorsprong (PbEG 1992, L 57);
-
e.
richtlijn nr. 91/67/EEG : Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten ( PbEG L 46);
-
f.
richtlijn nr. 92/117/EEG: Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 inzake maatregelen voor de bescherming tegen bepaalde zoönosen en bepaalde zoönoseverwekkers bij dieren en in produkten van dierlijke oorsprong ten einde door voedsel overgedragen infecties en vergiftigingen te voorkomen (PbEG 1993, L 62);
-
g.
richtlijn nr. 92/119/EEG: Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte (PbEG 1993, L 62);
-
h.
in de handel brengen: het onder zich hebben of uitstallen met het oog op de uiteindelijke verkoop, het te koop stellen, het verkopen, het leveren, de overdracht of iedere andere vorm van in de handel brengen, met uitzondering van de verkoop in de detailhandel;
-
i.
tweekleppigenbedrijf: inrichting of ieder geografisch begrensd gebied waar tweekleppigen worden gekweekt of gehouden om in de handel te worden gebracht;
-
j.
abnormale sterfte:
-
I.
plotselinge sterfte van 15% of meer van de tweekleppigen op een tweekleppigenbedrijf, met uitzondering van een broedbedrijf of een kweekbedrijf waar kweeksystemen worden gebruikt, die zich tussen twee waarnemingen heeft ingezet en waarvan de aard en de ernst binnen 15 dagen na de tweede waarneming is bevestigd of
-
II.
het niet verkrijgen van larven op een broedbedrijf van tweekleppigen wanneer gedurende een bepaalde periode enkele malen na elkaar broed is uitgezaaid of
-
III.
een aanzienlijke sterfte van 15% of meer in een groot aantal kweeksystemen op een kweekbedrijf van tweekleppigen waar kweeksystemen worden gebruikt;
-
I.
-
k.
bevoegde autoriteit: Directeur Veterinaire Dienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de Veterinaire Hoofdinspecteur van de Keuringsdienst van Waren;
-
l.
aangewezen ambtenaar: degene die op grond van artikel 114, eerste lid, van de wet is belast met de opsporing van besmettelijke dierziekten.