Wet van 8 februari 1996, houdende vereenvoudiging van de Handelsregisterwet en wijziging van enige andere wetten

Handelsregisterwet 1996

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Handelsregisterwet op een aantal onderdelen in technische zin te herzien en daarbij tevens het stelsel van de wet ten behoeve van de ingeschrevenen, de Kamers van Koophandel en Fabrieken en andere belanghebbenden te vereenvoudigen onder meer door de thans voorgeschreven meervoudige inschrijving te vervangen door een enkelvoudige inschrijving en door het stichtingen- en het verenigingenregister met het handelsregister te integreren, en dat het in verband daarmee gewenst is de huidige Handelsregisterwet in te trekken en te vervangen door een nieuwe wet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Kamer: kamer van koophandel en fabrieken als bedoeld in de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;

  • b.

    Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;

  • c.

    hoofdvestiging: het door een onderneming als zodanig aangemerkte onderdeel van de onderneming;

  • d.

    nevenvestiging: een ondernemingsonderdeel, niet zijnde de hoofdvestiging, dat geheel of ten dele is ondergebracht in een gebouw of complex van gebouwen, waar duurzaam bedrijfsuitoefening van de onderneming plaatsvindt;

  • e.

    hoofdnederzetting: de in Nederland gelegen nevenvestiging van een buiten Nederland gevestigde onderneming of, indien er meer nevenvestigingen zijn, de door de onderneming als hoofdnederzetting aangemerkte nevenvestiging;

  • f.

    verordening 2137/85: verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (PbEG L 199/1);

  • g.

    verordening 2157/2001: verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294/1);

  • h.

    verordening 1435/2003: verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE) (PbEU L 207/1).

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Hoofdstuk

2

De inschrijving in het handelsregister

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Tot inschrijving van een rechtspersoon is bevoegd de Kamer in welker gebied de rechtspersoon volgens zijn statuten zijn zetel heeft, tenzij aan de rechtspersoon een onderneming toebehoort die met toepassing van artikel 3 moet worden ingeschreven bij de in artikel 6 bedoelde Kamer.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Heeft de inschrijving van een onderneming mede betrekking op een nevenvestiging die niet in haar gebied gelegen is, dan geeft de Kamer waarbij de inschrijving is gedaan daarvan onverwijld kennis aan de Kamer in welker gebied die nevenvestiging is gelegen, met vermelding van de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde gegevens.

Artikel

13

Een Kamer draagt onverwijld het beheer van de gegevens en bescheiden van een ingeschreven onderneming of rechtspersoon over aan een andere Kamer, zodra uit een opgave blijkt dat die andere Kamer voortaan overeenkomstig artikel 6 of 7 bevoegd is tot inschrijving.

Hoofdstuk

3

Openbaarheid en externe werking van het register

Artikel

14

Het handelsregister en de bescheiden die daarbij krachtens wettelijk voorschrift zijn gedeponeerd, kunnen door een ieder tegen betaling van een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen vergoeding worden ingezien.

Artikel

15

Artikel

16

Ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen die in het handelsregister staan ingeschreven kunnen bij algemene maatregel van bestuur voor daarbij aangewezen gegevens of bescheiden beperkingen worden vastgesteld ten aanzien van het bepaalde in de artikelen 14 en 15, eerste lid.

Artikel

17

Artikel

18

Hoofdstuk

4

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Vervallen

Hoofdstuk

5

Overige bepalingen

Artikel

23

Indien een Kamer of een andere belanghebbende van mening is dat de inschrijving van een onderneming of rechtspersoon onjuist, onvolledig of in strijd met de openbare orde of de goede zeden is of dat een onderneming of een rechtspersoon ten onrechte niet is ingeschreven, kan de belanghebbende zich bij verzoekschrift wenden tot de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waar de inschrijving is geschied of zou moeten geschieden, met het verzoek de doorhaling, aanvulling of wijziging van het ingeschrevene of de inschrijving van de onderneming of de rechtspersoon te gelasten.

Artikel

24

Indien bij rechterlijke uitspraak hetgeen in het handelsregister is ingeschreven geheel of gedeeltelijk onrechtmatig is verklaard, doet de Kamer op verzoek van een belanghebbende daarvan aantekening in het handelsregister.

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Indien in deze wet geregelde of daarmee verband houdende onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van de wet of in het belang van de uitvoering van een bindend besluit van de Raad van de Europese Unie of de Commissie van de Europese Gemeenschappen regeling of nadere regeling behoeven, kan deze geschieden bij algemene maatregel van bestuur.

Artikel

28

Hoofdstuk

6

Wijzigingen in andere wetten

Artikel

29

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

30

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

31

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

32

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

33

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

34

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

35

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

36

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Hoofdstuk

7

Slotbepalingen

Artikel

37

De Handelsregisterwet (Stb. 1984, 353) wordt ingetrokken.

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

41

Deze wet wordt aangehaald als: Handelsregisterwet, met vermelding van het jaartal van het Staatsblad waarin zij zal worden geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, G. J. Wijers
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager