Besluit van 18 april 1996 tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (jaarlijkse aanpassing en wijzigingen in verband met de zogenaamde huursombenadering)

Wijzigingsbesluit Besluit huurprijzen woonruimte in verband met huursombenadering

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 1 maart 1996, nr. MJZ96013583, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
De Raad van State gehoord (advies van 29 maart 1996, nr. W08.96.0101);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 17 april 1996, nr. MJZ 96022267, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL

I

Wijzigt het Besluit huurprijzen woonruimte.

ARTIKEL

II

Artikel 3 van het Besluit huurprijzen woonruimte, zoals dat luidde onmiddellijk vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op woonruimte waarop de in artikel IV, eerste en tweede lid, van het bij koninklijke boodschap van 21 november 1995 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies en de Wet individuele huursubsidie in verband met de zogenaamde huursombenadering (kamerstukken II 1995/96, 24 507, nrs. 1–2) opgenomen regeling van toepassing is.

ARTIKEL

III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1996.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, D. K. J. Tommel
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager