Besluit van 19 juni 1996, houdende regelen inzake toekenning van uitkeringen bij ontslag aan defensiepersoneel (Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel)

Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 9 januari 1996, PAV2210/96000202;
De Raad van State gehoord (advies van 6 mei 1996, nr. WO7.96.0015);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 17 juni 1996, nr. P/96001789 ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK

1

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel

1

Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK

2

WW-CONFORME UITKERINGEN

Artikel

2

Werkloosheid

Betrokkene heeft met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat recht op een uitkering overeenkomstig de normen en voorwaarden welke bij of krachtens de WW zijn vastgesteld, voor zover hierna niet anders is bepaald.

Artikel

3

Ziekte

Artikel

4

Hoogte uitkeringen

De loongerelateerde WW-conforme uitkering ingevolge artikel 2, danwel de uitkering bij ziekte ingevolge artikel 3, tweede lid, bedraagt 70% van het voor betrokkene geldende dagloon, met dien verstande dat het bedrag van de uitkering niet daalt beneden het minimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, of indien betrokkene jonger is dan 23 jaar, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid, van genoemde wet, beide vermeerderd met de daarover berekende vakantietoeslag, bedoeld in artikel 15 van die wet en vervolgens gedeeld door 21,75. Hetzelfde minimum geldt als niveau voor de WW-conforme vervolguitkering en de kortdurende WW-conforme uitkering ingevolge artikel 2.

HOOFDSTUK

3

AANVULLENDE UITKERINGEN

Artikel

6

Verlenging duur

Artikel

7

Verhoging uitkering

Betrokkene, die recht heeft op een loongerelateerde WW-conforme uitkering ingevolge artikel 2, danwel een verlenging van de duur van de loongerelateerde WW-conforme uitkering ingevolge artikel 6, heeft recht op een verhoging van de uitkering.

Artikel

8

Inhoud verhoging

Artikel

9

Uitkering bij ziekte

Artikel

10

Overlijdensuitkering

De overlijdensuitkering bedoeld in artikel 5 wordt indien betrokkene overlijdt binnen de termijn waarin hij recht heeft op een verhoging van de uitkering ingevolge artikel 7 verhoogd tot 100% van het voor betrokkene geldende ongemaximeerd dagloon over een tijdvak van 3 maanden.

Artikel

12

Verzoek om uitkering

Onze Minister beslist over de toekenning van een WW-conforme uitkering als bedoeld in hoofdstuk 2 van dit besluit en een aanvullende uitkering als bedoeld in hoofdstuk 3 van dit besluit op aanvraag van betrokkene.

HOOFDSTUK

4

LOONAANVULLING, HERLEVING EN PRIVATISERINGSONTSLAG

Artikel

13

Loonaanvulling

Artikel

14

Herleving

Artikel

15

Privatiseringsontslag

HOOFDSTUK

5

SAMENLOOP

Artikel

16

Artikel

17

HOOFDSTUK

6

OVERIGE BEPALINGEN

Artikel

18

Tegemoetkoming verhuiskosten

Aan betrokkene, die elders arbeid of bedrijf ter hand gaat nemen, kan ter zake van de kosten, die voor hem aan een daartoe nodige verhuizing zijn verbonden, op zijn aanvraag een tegemoetkoming worden toegekend tot ten hoogste het bedrag van een vergoeding volgens de normen van het Verplaatsingskostenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie, onder verrekening van een tegemoetkoming in verhuiskosten uit andere hoofde.

Artikel

19

Afkoop

Op aanvraag van betrokkene kan het recht op de uitkering, al of niet direct aansluitend aan zijn ontslag, geheel of ten dele worden afgekocht.

Artikel

20

Indien het niveau van de uitkering van de WW een algemene neerwaartse wijziging ondergaat, wordt deze neerwaartse wijziging, behoudens indien in het sector overleg Defensie sociale partners anders overeenkomen binnen 6 maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de maatregel is gepubliceerd, op overeenkomstige wijze ten aanzien van de WW-conforme uitkeringen en aanvullende uitkeringen doorgevoerd vanaf de in het Staatsblad vermelde datum van inwerkingtreding van bedoelde maatregel, doch niet eerder dan 6 maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad.

Artikel

21

Onze Minister kan ter uitvoering van de artikelen 2, 13, 14 en 19 nadere regels stellen. Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in de eerste volzin kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

HOOFDSTUK

7

OVERGANGSRECHT EN SLOTBEPALINGEN

Artikel

22

Artikel

23

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1996.

Artikel

24

Dit besluit wordt aangehaald als: Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Defensie, J. J. C. Voorhoeve
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager