Artikel
1
Begripsbepalingen
Tenzij anders vermeld, wordt in dit besluit verstaan onder:
- 
      a.
      
                                instelling: een openbare of uit de openbare kas bekostigde bijzondere instelling als bedoeld in de artikelen 1.3.1, 1.3.2, 1.3.3, 1.3.4, 1.5.1, 12.3.5, 12.3.8 en 12.3.12, van de Wet educatie en beroepsonderwijs; 
- 
      b.
      
                                betrokkene: een lid van het door het bevoegd gezag benoemde personeel; 
- 
      c.
      
                                functie: het samenstel van werkzaamheden door de betrokkene te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door het bevoegd gezag is opgedragen; 
- 
      d.
      
                                Onze minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en, voor wat betreft het landbouwonderwijs, Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; 
- 
      e.
      
                                bevoegd gezag: wat betreft: - 
          –
          
                                    een gemeentelijke instelling: het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad dit niet anders bepaalt en, indien de raad dit wenselijk oordeelt, met inachtneming van door hem te stellen regels; 
- 
          –
          
                                    een bijzondere instelling; het instellingsbestuur; 
 
- 
          –
          
                                    
- 
      f.
      
                                normbetrekking: de betrekking waarvan de omvang gelijk is aan die van de door het bevoegd gezag vastgestelde volledige weektaak; 
- 
      g.
      
                                benoeming: de benoeming bij het bijzonder onderwijs en de aanstelling bij het openbaar onderwijs; 
- 
      h.
      
                                aanlooptraject: de reeks salarisbedragen die voorafgaat aan de maximumschaal bij een functie waarop bijlage 1D van toepassing is.