Artikel
1
In dit besluit en de daarop gebaseerde bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
attractietoestel: al dan niet permanent geïnstalleerde inrichting ter voortbeweging van personen, die bestemd is voor vermaak of ontspanning en die aangedreven wordt door een niet-menselijke energiebron;
-
b.
attractietoestel van een eenvoudig ontwerp: al dan niet roterend attractietoestel waarmee passagiers een snelheid kunnen bereiken van niet meer dan 10 meter per seconde en waarmee passagiers een hoogte kunnen bereiken van niet meer dan 5 meter boven het terrein waarop het attractietoestel staat opgesteld;
-
c.
speeltoestel: een inrichting bestemd voor vermaak of ontspanning waarbij uitsluitend van zwaartekracht of van fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt;
-
d.
keuringsinstantie: een ingevolge artikel 5, eerste lid, van de wet met betrekking tot de keuring van attractie- en speeltoestellen door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen instantie;
-
e.
norm: een document, uitgegeven door een deskundig, onafhankelijk instituut, waarin wordt omschreven aan welke eisen een attractie- of speeltoestel moet voldoen, dan wel waarin een omschrijving wordt gegeven van een keurings-, meet- of berekeningsmethode;
-
f.
bijlage I, II, III: de bij dit besluit behorende bijlagen;
-
g.
wet: de Wet op de gevaarlijke werktuigen.