Artikel
1
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
-
b.
ondernemer: degene te wiens naam het vissersvaartuig in het visserijregister, bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, is geregistreerd;
-
c.
vissoort: vissoort, genoemd in de bijlage, onderdeel a;
-
d.
aanverwante vissoort: vissoort, genoemd in de bijlage, onderdeel b;
-
e.
kalenderjaar: kalenderjaar, vermeld in bijlage 3 van de Regeling vangstbeperking;
-
f.
vangstgebied: één of meerdere sectoren of deelgebieden als bedoeld in artikel 1 van de Regeling vangstbeperking, waarvoor in bijlage 3 van die regeling een te vangen hoeveelheid van een vissoort is vastgesteld, en voorzover genoemd in de bijlage, onderdeel a;
-
g.
contingent: in kilogrammen uitgedrukte in het kalenderjaar in een vangstgebied te vangen hoeveelheid van een vissoort in levend gewicht, vermeerderd, onderscheidenlijk verminderd, met eventueel op grond van de artikelen 12 of 19 voor het kalenderjaar in gebruik gekregen, onderscheidenlijk in gebruik gegeven, hoeveelheden van de desbetreffende vissoort, die per vissersvaartuig ten hoogste mag worden aangeland;
-
h.
rederijcontingent: rederijcontingent als bedoeld in artikel 15, vermeerderd, onderscheidenlijk verminderd, met eventueel op grond van de artikelen 12 of 19 voor het kalenderjaar in gebruik gekregen, onderscheidenlijk in gebruik gegeven, hoeveelheden van de desbetreffende vissoort;
-
i.
groepscontingent: groepscontingent als bedoeld in artikel 16, vermeerderd, onderscheidenlijk verminderd, met eventueel op grond van de artikelen 12 of 18 voor het kalenderjaar in gebruik gekregen, onderscheidenlijk in gebruik gegeven, hoeveelheden van de desbetreffende vissoort;
-
j.
individueel aandeel: het contingent van een vissoort dat een ondernemer heeft ingebracht in een groepscontingent, vermeerderd met door hem gekochte en in gebruik gekregen hoeveelheden van die vissoort en verminderd met door hem verkochte en in gebruik gegeven hoeveelheden van die vissoort waarover hij als deelnemer aan een groepscontingent in het kalenderjaar kan beschikken;
-
k.
vrijstelling: door de minister op grond van artikel 2, tweede lid, van de Regeling vangstbeperking te verlenen vrijstelling voor de visserij op een vissoort in het voor die vissoort aangewezen vangstgebied;
-
l.
producentenorganisatie: producentenorganisatie als bedoeld in artikel 5 van de Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van de Europese Unie van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (PbEG L 17);
-
m.
groep: groep als bedoeld in artikel 16, tweede lid.
2
Voor de toepassing van deze regeling vindt het aanlanden van een vissoort plaats op het tijdstip waarop het vissersvaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft gekregen.
3
Indien kabeljauw of wijting wordt aangeland in gefileerde of op enige andere wijze bewerkte toestand, met uitzondering van gestripte toestand, dan geldt telkens de helft van de in de bijlage genoemde hoeveelheden kilogram.
4
Deze regeling is van toepassing op vissersvaartuigen ten aanzien waarvan een visvergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Regeling visvergunning is verleend en die behoren tot het segment MFL1, bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van die regeling.