Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander; tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;
kind in de leeftijd van 0 tot en met einde basisschoolleeftijd voor wie de alleenstaande ouder aanspraak op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet kan maken;
het in georganiseerd verband tegen vergoeding verzorgen en opvoeden van kinderen door anderen dan de eigen ouder, pleeg- of stiefouder op uren dat deze zelf hiervoor niet beschikbaar is wegens het verrichten van een van de activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid;
aanbod van kinderopvang dat voldoet aan de eisen gesteld bij of krachtens het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang, waarbij de volgende soorten worden onderscheiden:
-
1º
hele-dagopvang: aanbod van kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 4 jaar gedurende negen of meer aaneengesloten uren per werk- of studiedag;
-
2º
halve-dagopvang: aanbod van kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 4 jaar gedurende minimaal vijf, maar minder dan negen aaneengesloten uren per werk- of studiedag;
-
3º
buitenschoolse opvang: aanbod van kinderopvang voor kinderen in de schoolgaande leeftijd gedurende de gehele dag minus de schooltijden en de overblijftijd;
-
4º
gastouderopvang: kinderopvang in een gezinssituatie gedurende tenminste vijf uren per week en die betrekking heeft op gelijktijdig ten hoogste vier kinderen;
-
1º
kinderopvangplaats die gemeten naar de stand per 31 december 1995, zoals tot uitdrukking komend in een door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geaccepteerde ’Financiële verantwoording Stimuleringsmaatregel kinderopvang 1994-1995’, extra wordt gecreëerd in 1997, dan wel extra is gecreëerd in 1996 en in 1997 wordt gecontinueerd;
-
2º
kinderopvangplaats die vóór 31 december 1995 is gecreëerd, doch die eerst in 1996 en 1997, dan wel in 1997 feitelijk wordt bezet door een ten laste komend kind;
Algemene bijstandswet (Stb. 1995,199), Algemene Bijstandswet (Stb. 1973,395) of de Invoeringswet herinrichting Algemene Bijstandswet (Stb.1995, 200).