Wet van 5 juni 1997 houdende regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij voor landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten)

Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het uit een oogpunt van vereenvoudiging en flexibilisering van bestuurlijke en onderwijskundige hulpstructuren, wenselijk is de verstrekking van subsidies voor landelijke onderwijsondersteunende activiteiten door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK

1

SUBSIDIËRING LANDELIJKE ONDERWIJSONDERSTEUNENDE ACTIVITEITEN

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor wat betreft het landbouwonderwijs Onze Minister van Economische Zaken,

  • b.

    instelling: een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die zich in overwegende mate bezig houdt met activiteiten als bedoeld in artikel 2.

Artikel

2

Te subsidiëren activiteiten

Artikel

3

Periode subsidieverlening

Onze Minister kan subsidie verlenen voor een of meer kalenderjaren.

Artikel

4

Aanvraag tot verlening van subsidie

Artikel

5

Weigeringsgronden

Onverminderd de mogelijkheden tot weigering van subsidieverlening ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan de subsidieverlening voorts worden geweigerd indien Onze Minister van oordeel is dat:

  • a.

    de aanvraag niet overeenstemt met het in hoofdlijnen bekendgemaakte meerjarenperspectief op het terrein van landelijke onderwijsondersteunende activiteiten, bedoeld in artikel 4, vierde lid, of

  • b.

    mag worden verwacht dat de met subsidiëring beoogde doelstellingen niet zullen worden bereikt.

Artikel

6

Bij subsidieverlening op te leggen verplichtingen

Artikel

7

Subsidieplafond en begrotingsvoorwaarde

Artikel

8

Aanvraag tot subsidievaststelling

Artikel

9

Verslag

Onze Minister doet eenmaal per twee jaar verslag van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, bedoeld in artikel 2, op basis van de hoofdlijnenbrief, bedoeld in artikel 4, vierde lid, aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het verslag gaat vergezeld van een globaal overzicht van de bestede rijksbegrotingsmiddelen gedurende de verslagperiode.

Artikel

10

Toezicht

Artikel

11

Nadere voorschriften

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de aanvraag, de verlening, de vaststelling, de betaling en de terugvordering van de subsidie.

HOOFDSTUK

2

OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel

12

Overgangsbepaling te subsidiëren instellingen

Artikel

13

Overgang personeel

Artikel

14

Overgangsbepaling afhandeling bezwaar en beroep

Artikel

15

Overgangsbepaling afhandeling aanspraken

HOOFDSTUK

3

WIJZIGING VAN ANDERE WETTEN

HOOFDSTUK

4

SLOTBEPALINGEN

Artikel

18

Evaluatie

Artikel

19

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 augustus 1997, met dien verstande dat artikel 12, zesde lid, terugwerkt tot 1 januari 1997.

Artikel

20

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, T. Netelenbos
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. J. van Aartsen
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager