Wet van 5 juli 1997, houdende regels inzake het vervaardigen, verhandelen, vervoeren, voorhanden hebben, dragen enz. van wapens en munitie (Wet wapens en munitie)

Wet wapens en munitie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet wapens en munitie opnieuw vast te stellen in overeenstemming met richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • 1°.

    Onze Minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid;

  • 2°.

    de korpschef: de korpschef, bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

  • 3°.

    vuurwapen: een voorwerp bestemd of geschikt om projectielen of stoffen door een loop af te schieten, waarvan de werking berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing of een andere scheikundige reactie;

  • 4°.

    munitie: patronen en andere voorwerpen, bestemd of geschikt om een projectiel of een giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende of soortgelijke stof door middel van een vuurwapen af te schieten of te verspreiden, alsmede projectielen, bestemd om afgeschoten te worden door middel van een vuurwapen;

  • 5°.

    beheerder: degene die onmiddellijk leiding geeft aan de uitoefening van een bedrijf, waarin wapens en munitie worden vervaardigd, getransformeerd, uitgewisseld, verhuurd of anderszins ter beschikking gesteld, hersteld, beproefd of verhandeld;

  • 6°.

    bestemming: de onmiddellijke bestemming van de in een consentaanvraag omschreven wapens en munitie, aangevuld met de eindbestemming daarvan indien ten tijde van de consentaanvraag bekend is dat de wapens en munitie vanuit de onmiddellijke bestemming zullen worden doorgevoerd;

  • 7°.

    binnenkomen en uitgaan: het binnen het grondgebied van Nederland komen, respectievelijk het verlaten van het grondgebied van Nederland;

  • 8°.

    doorvoer: binnenkomen gevolgd door uitgaan;

  • 9°.

    vervoer van een wapen: het op de openbare weg of andere voor het publiek toegankelijke plaatsen bij zich hebben van een wapen dat zodanig is verpakt, dat het niet voor onmiddellijk gebruik kan worden aangewend; vervoer van munitie: het op de openbare weg of andere voor het publiek toegankelijke plaatsen bij zich hebben van munitie;

  • 10°.

    dragen van een wapen: het op de openbare weg of andere voor het publiek toegankelijke plaatsen bij zich hebben van een wapen anders dan voor vervoer in de onder 9° bedoelde zin;

  • 11°.

    overdragen: het aan een ander doen overgaan van de feitelijke macht;

  • 12°.

    Europese vuurwapenpas: het document bedoeld in artikel 1, derde lid, van Richtlijn (EEG) 91/477van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PbEG L 256/51);

  • 13°.

    verordening (EU) nr. 258/2012: Verordening (EU) nr. 258/2012 van het Europees parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot uitvoering van artikel 10 van het Protocol van de Verenigde Naties tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (VN-protocol inzake vuurwapens), en tot vaststelling van uitvoervergunningen voor vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie en maatregelen betreffende de invoer en doorvoer ervan (PbEU 2012, L 94);

  • 14°.

    uitvoer: uitvoer als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van verordening (EU) nr. 258/2012;

  • 15°.

    uitvoervergunning: een uitvoervergunning als bedoeld in artikel 2, veertiende lid, van verordening (EU) nr. 258/2012;

  • 16°.

    de Richtlijn: Richtlijn (EEG) 91/477van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PbEG L 256/51);

  • 17°.

    essentieel onderdeel van een vuurwapen: een essentieel onderdeel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel 2, van de Richtlijn van een vuurwapen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel 1, in samenhang met bijlage I, van de Richtlijn;

  • 18°.

    onbruikbaar gemaakte vuurwapens: vuurwapens als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel 1, in samenhang met bijlage I, van de Richtlijn die voorgoed onbruikbaar zijn gemaakt als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel 6, van de Richtlijn.

Artikel

1a

Een wijziging van de Richtlijn gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

3a

Artikel

4

Artikel

5

Onze Minister kan bij regeling nadere omschrijvingen geven van de in artikel 2, eerste lid, vermelde en de overeenkomstig dat artikel aangewezen wapens, alsmede van de in artikel 4 bedoelde wapens.

Artikel

6

De in deze wet genoemde erkenningen, consenten, vergunningen, verloven, vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Voorts kunnen er voorschriften aan worden verbonden.

Artikel

6a

Artikel

6b

Artikel

7

Artikel

7a

Artikel

8

§

2

Erkenning

Artikel

9

Artikel

9a

Artikel

10

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Een erkenning kan worden ingetrokken:

  • a.

    bij niet inachtneming van de op grond van artikel 42 vastgestelde regels;

  • b.

    indien er aanwijzingen zijn dat aan de beheerder het onder zich hebben van wapens of munitie niet langer kan worden toevertrouwd; of

  • c.

    indien de houder van de erkenning gedurende ten minste een jaar de handelingen waarop de erkenning betrekking heeft, niet heeft verricht.

§

3

Bepalingen voor wapens van categorie I

Artikel

13

§

4

Binnenkomen en uitgaan van wapens en munitie van de categorieën II en III

Artikel

14

Artikel

15

Onze Minister kan, na overleg met Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bepalen dat op grond van de Algemene douanewet afgegeven vergunningen tevens gelden als consent in de zin van artikel 14.

Artikel

16

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

§

4a

Uitvoer van vuurwapens en munitie opgenomen in bijlage I van verordening (EU) nr. 258/2012

Artikel

20a

Artikel

20b

Artikel

21

Vervallen

§

5

Vervoer van wapens en munitie van de categorieën II en III

Artikel

22

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Een verlof tot vervoer wordt, uitsluitend voor wapens en munitie van categorie III, verleend door de korpschef indien:

  • a.

    de aanvrager gerechtigd is het wapen of de munitie voorhanden te hebben;

  • b.

    een redelijk belang de verlening van het verlof vordert.

Artikel

25

Vervallen

§

6

Voorhanden hebben en dragen van wapens en munitie van de categorieën II, III en IV

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

28a

Artikel

29

Artikel

30

Vervallen

§

7

Overdracht en verkrijging van wapens en munitie van de categorieën II, III en IV

Artikel

31

Artikel

32

§

7a

Markering van vuurwapens en munitie

Artikel

32a

Artikel

32b

§

8

Veiligheidseisen

Artikel

33

§

9

Beroep

Artikel

34

§

9a

Registratie ter uitvoering van Richtlijnverplichtingen

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

37

§

10

Bepalingen over de uitvoering van de wet

Artikel

38

Artikel

39

Onze Minister kan, onverminderd artikel 4, eerste lid, van verordening (EU) nr. 258/2012, modellen vaststellen van het bewijs van erkenning, de consenten, de vergunningen, de verloven, alsmede van andere ter uitvoering van de wet te gebruiken bescheiden. Deze modellen worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant.

Artikel

40

Onze Minister kan regels geven over combinatie van verschillende krachtens deze wet vereiste consenten, vergunningen en verloven, alsmede van andere ter uitvoering van de wet te gebruiken bescheiden.

Artikel

41

Onze Minister geeft regels met betrekking tot het bedrag dat is verschuldigd bij de aanvraag op grond van deze wet van een erkenning, een ontheffing, een consent, een vergunning, een verlof, een Europese vuurwapenpas en een controle als bedoeld in artikel 43. Het bedrag is verschuldigd aan het Rijk indien de aanvraag wordt ingediend bij Onze Minister of Onze Minister van Defensie, of aan de politie indien de aanvraag bij de korpschef wordt ingediend.

Artikel

42

Artikel

43

De korpschef is de bevoegde autoriteit voor de controle, bedoeld in artikel 10 ter, eerste lid, van de Richtlijn.

Artikel

44

Ten behoeve van de taakuitoefening op grond van deze wet kan de korpschef persoonsgegevens verwerken waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen kan blijken, alsmede gegevens betreffende gezondheid, strafrechtelijke veroordelingen of strafbare feiten bedoeld in paragraaf 3.1 en 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming.

§

11

Toezicht op de naleving

Artikel

45

Artikel

46

Vervallen

Artikel

47

Vervallen

Artikel

48

Vervallen

§

11a

Opsporing

Artikel

49

De opsporingsambtenaren kunnen te allen tijde op plaatsen waar zij redelijkerwijs kunnen vermoeden dat wapens of munitie aanwezig zijn, ter inbeslagneming doorzoeking doen.

Artikel

50

Artikel

51

Artikel

52

Artikel

53

Vervallen

§

12

Strafbepalingen

Artikel

55

Artikel

56

De in artikel 54 strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen. De in artikel 55 strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven.

§

13

Maatregelen

Artikel

56a

§

14

Slotbepalingen

Artikel

57

Na de inwerkingtreding van deze wet berusten de krachtens de Wet wapens en munitie (Stb. 1995, 580) vastgestelde regels en andere besluiten op deze wet.

Artikel

58

De Wet wapens en munitie (Stb. 1995, 580) wordt ingetrokken.

Artikel

59

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

60

Deze wet wordt aangehaald als: Wet wapens en munitie.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager